bouwjaar
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

molenmaker
Chr. Bremer, Middelstum (1891)
omwentelingen
geschiedenis

De huidige molen werd in 1891 gebouwd door molenmaker Chr. Bremer te Middelstum, in opdracht van K.E. Welt. Dit als opvolger van de in 1818 voor S.L. Welt gebouwde molen. Die was namelijk op 29 december 1890 door brand dusdanig verwoest, dat alleen de gemetselde onderbouw was blijven staan. 
Vóór 1818 stond deze molen als watermolen ten noorden van Bedum.

Bij de herbouw van 1891 kreeg de molen niet alleen zelfzwichting maar ook zelfkruiing. Evengoed had de molen ook een staart! De zelfkruiing heeft maar korte tijd gefunctioneerd: op een dag waaide de windroos stuk (waarschijnlijk omdat men de staart had vestgezet) en werd daarna verwijderd.

Al omstreeks 1936 moet deze molen tot stilstand gekomen zijn maar onder de omstandigheden bleef alles redelijk overeind, domweg omdat het een bijzonder forse en sterke molen was. 
Na vele onderhandelingen kocht de gemeente Usquert in 1953 de molen van de erven J. Dusseldorp aan en kort daarna volgde opdracht tot herstel. Dit voltrok zich langzaam, namelijk tussen 1953 en 1956.

In augustus 1956 volgde een feestelijke ingebruikname, maar van draaien kwam daarna niet veel. Spoedig stond de molen - zonder windborden - alleen maar te kijken en diende slechts als opslagplaats voor de gemeente. Nieuw verval was onvermijdelijk.

In 1983 begon een nieuwe, uitgebreide restauratie van vooral de hoofdconstructie. Enige achtkantstijlen werden aangescherfd en ook werden veldkruisen en -regels vervangen. De kap onderging flink herstel, met onder meer een nieuwe windpeluw. Het nieuwe wiekenkruis viel echter tegen: de roeden waren iets te kort maar bovendien ook te smal opgehekt. 

Na een nieuwe ingrijpende restauratie, die twee jaar duurde, werd de molen op 5 mei 2001 weer in bedrijf gesteld. Sindsdien wordt geregeld gedraaid en inmiddels is ook het pelwerk bedrijfsvaardig. 
In oktober 2014 heeft men nieuwe gelaste roeden gestoken.

De Eva is qua vlucht niet extreem te noemen, maar is in werkelijkheid een bijzonder grote molen: zo heeft het bovenachtkant op de stellingzolder een doorsnede van ruim 10 meter. Niet verwonderlijk bezit "Eva" de grootste en vooral hoogste kap van de provincie Groningen: een volwassene kan op de voeghouten rechtop staan en de vorst bevindt zich op bijna vijf meter boven de vloer van de kapzolder. Voordat de huidige hanetree werd geplaatst, hing aan de penbalk zelfs een heuse trap! Het is verder één van de weinige Groninger molens met de lange spruit voorin en niet in het midden (vermoedelijk omdat de enorme kap anders veel zwaarder te kruien zou zijn).

Deze molen heeft drie(!) kammenluiwerken maar ook in de maalstenen zit iets bijzonders: het koppel blauwe stenen heeft een drietaksrijn, de kunststenen doen het met een viertaksrijn terwijl het elektrisch aangedreven koppel een balanceerrijn heeft.