- bouwjaar
- herbouwd
- 1999
- wederopbouw
- Geheel hersteld na jaren van intens verval.
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- ?? (1878) Fa. Vaags, Aalten (1999)
- voorganger
- omwentelingen
- geschiedenis
-
Deze kleine ronde stenen beltkorenmolen werd in 1878 gebouwd nadat zijn voorganger, ook "De Hoop" genaamd, op 20 juni 1877 was afgebrand. Het vaak genoemde bouwjaar '1879' lijkt in dit verband niet juist: deze molen zal al in 1878 klaar zijn geweest.
Vele jaren is hier volop gemalen. In de jaren '30 van de 20ste eeuw, onder de enthousiaste molenaar Windmöller (hoezo toepasselijke naam?) bleef de molen in bedrijf. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de molenaar het moeilijk: Windmöller maalde volop in het algemeen belang en hoefde daar volgens overlevering weinig of niets voor te hebben. Toen de oorlog voorbij was, was Windmöller min of meer blut en zijn molen, die tijdens de oorlog ook beschadigd was, aan een grote herstelbeurt toe. Geld was er niet, de uitkering vanwege oorlogsschade liet op zich wachten en beide houten roeden waren 'op'.
Uit 'Allemolens' valt op te maken dat vooral De Hollandsche Molen haar uiterste best voor deze molen en zijn molenaar heeft gedaan.
In 1953 volgde dan een grote herstelbeurt, waarbij de molen niet alleen een andere bovenas en roeden, maar ook stroomlijning en een zwichtklep kreeg. Helaas: degene die dit werk deed, Smeets uit Ede, bleek geen goede molenmaker. Allereerst voldeed de zwichtklep niet. Dit doordat de kleppenas niet op de juiste plaats was aangebracht (vrijwel in het midden; bij een juist gemaakte klep is die verhouding ongeveer 2/5 op 3/5). Het systeem werkte slecht en dus kon er niet goed worden gemalen. Ook lag al heel snel een nieuwe gang kammen van het bovenwiel er weer uit.
Al vrij kort na deze investering kwam deze molen stil te staan en begon een periode van langdurig en tenslotte ernstig verval. Jarenlang was dit hét crepeergeval onder de Gelderse molens.
Hieraan kwam pas een einde toen in 1995 het Amsterdamse echtpaar Hofman molen, woning en werf kocht van de familie Windmöller. De Hofmannen richtten een stichting op om de molen te behouden en startte de fondsenwerving voor de benodigde ƒ 620.000,--. In november 1998 kon met de restauratie worden begonnen. Met name het metselwerk had veel aandacht nodig maar ook de kap moest geheel nieuw. Eind 1999 werd deze geplaatst en in maart 2000 kreeg de molen het nieuwe gevlucht met, let wel, nu een échte Ten Haveklep! Zaterdag 6 mei 2000 volgde de feestelijke ingebruikname,
Bekend was al dat in 1953 de roeden van de in dat jaar onttakelde Heetmolen te Wekerom waren gebruikt. Inmiddels is duidelijk dat toen ook de bovenas van Wekerom naar Rha is gegaan: de bestaande askop daar was te klein voor de roeden van Wekerom (De Hollandsche Molen heeft daarom toen zelfs geopperd om een Zaanse molenmaker een paar houten roeden voor Rha te laten maken).
Maar 'Rha' kreeg dus een andere bovenas en nog wel een met geheimen, althans: die zouden pas in 1998 (letterlijk) aan het licht komen. Na het wegnemen van de vulstukken bleek namelijk dat deze bovenas uit twee met bouten aan elkaar gezette delen bestond, een niet eerder vertoonde manier van inkorten. Men heeft dus ooit het middenstuk er tussenuit gezaagd en vervolgens kop- en peneind aan elkaar gebout.
Pas in 2025 bleek dat dat laatste al in Wekerom moet zijn gebeurd. Uit een toen ontdekt stuk, daterend uit 1908, blijkt namelijk dat de molenmakersfirma Ten Zijthoff (Deventer) de toenmalige eigenaar, Van Beek, garantie biedt voor "een yzeren as uit twee deelen voor de som van ƒ 240,--". De bovenas die nu in Rha zit was dus in Wekerom al tweedehands en moet vanwege die molen zijn ingekort. Waar deze as zat voordat deze in 1908 naar Wekerom ging, is niet bekend. Wél dat die as eerder al was doorboord, iets wat in Wekerom overigens niet van nut was maar in Rha wel degelijk! - bronnen
-
Allemolens: archiefstukken rond deze molen en de Heetmolen te Wekerom.
Diverse mededelingen van Eep Top.