bouwjaar
Het exacte bouwjaar is niet bekend, de molen dateert waarschijnlijk uit de 18e eeuw.
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

omwentelingen
geschiedenis

Het bouwjaar van de huidige molen is niet bekend, maar er zijn sterke aanwijzingen, zoals de wijze van metselen, die erop duiden dat de molen veel ouder moet zijn dan 1826, het jaartal dat op de baard en een gevelsteentje staat. 

Op de plaats van de huidige molen stond reeds in de 14e eeuw een molen, een zgn. dwangmolen, die onder de abdij Mariënweerd bij Beesd viel. Dit moet een standerdmolen zijn geweest.
Veel later, in de 18de eeuw, was de abdij niet langer eigenaar, maar de molen in particulier eigendom (let wel: hier in gedeelten). 

In 1826 kwam de molen in bezit van de Leerdamse molenaar Franciscus Moot, die boven de ingang een gevelsteen liet inmetselen. Hij, en later zijn weduwe, waren tot 1841 eigenaar. 
Vervolgens kwam de molen in handen van Jacobus Pendraat (1841-1856), A.D. van Buuren en diens familie (1856-1938) en daarna J.A. baronesse van Verschuer (1938-1965). Aldus kwam de molen in een laat stadium in adellijke handen.

Vanaf 1938 pachtte de familie Van Beekhuizen de molen. In tegenstelling tot wat wel beweerd wordt, is deze familie nooit eigenaar geweest maar gebruikte de molen intensief voor hun maalbedrijf. 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maalde de molen voor bakkers in de naaste omgeving en 'en passant' gaf men met de wieken seinen aan verzetsstrijders en onderduikers.

Baronesse Van Verschuer liet in 1965 per testament de molen na aan de kinderen van haar broer. Daarmee kwam de molen weer onder het bezit van de Heerlijkheid Mariënwaerdt / de oude Abdij Mariënweerdt. 

Oorspronkelijk had deze molen twee koppel stenen; later is een hamermolen in de kelder geplaatst en één koppel vervangen door de nu nog in gebruik zijnde silo's. Het luiwerk is vervangen door een elektrisch aangedreven (riem met spanrol), op de kapzolder staat nog een wiel waar dollen in hebben gezeten (mogelijk het oude luiwiel). Op de kapzolder zijn ook de pijpen naar de cyclonen van de hamermolen en de stofafzuiging te vinden. Verder is er nog een mengketel met houten bovendeel. 
Het thans aanwezige koppel stenen kan zowel op windkracht als met een elektromotor worden aangedreven. De verticale motor drijft d.m.v. aan platte riem (met spanrol) via onderaandrijving de steen aan, kortom: in deze molen heerst nog echt de sfeer van een ouderwets veevoederbedrijf. 

Een opvallend detail: het spoorwiel is een omgebouwd bovenwiel, wellicht van de voorgaande standerdmolen. Ook de vangbalk kan uit een standerdmolen afkomstig zijn; deze is achthoekig en was òf een luias òf een koning van de achtermolen.

In 1968/69 heeft men de molen grondig hersteld: zo werden onder meer nieuwe roeden gestoken.
Lange tijd heeft deze molen, hoewel steeds goed onderhouden, weinig of niet gedraaid. Vanaf het begin van 2009 was deze molen evenwel weer zeer geregeld draaiend en ook malend te zien.

Zo'n 55 jaar na uitvoerig te zijn hersteld bleek de molen wederom aan groot onderhoud toe. Dat gold met name de kap: die is min of meer 'op' en dient grotendeels te worden vernieuwd, in ieder geval opnieuw in verband gebracht: zo was kruien hier al geruime tijd problematisch. 
Nadat in 2023 de eerste acties hiertoe waren begonnen, ging het precies in het midden van 2025 echt van start: de (eerder al kaalgezette) roeden werden gestreken, de kap ging eraf en werd naast de molen op de grond gezet en daarna volgde de kruiring. Tot slot zette men via de kraan een noodkap op de romp. 
Eind 2025 wordt weer een volledig maalvaardige 'Vrijheid' verwacht.