Molen Stevenshofjesmolen, Leiden

Leiden, Zuid-Holland
b

korte karakteristiek

naam
Stevenshofjesmolen
modeltype
Ronde molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de Stevenshofjespolder (resterend gedeelte), thans op vrijwillige basis

adres
Henriette Bosmanspad 1
2331 NS Leiden
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van Stevenshofjesmolen via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
00080
oude dbnr.
B1033
Meest recente aanpassing
| Tellerstand
media-bestand
Molen 00080 Stevenshofjesmolen (Leiden)
Leo Middelkoop (24-3-2017).

locatie

plaats
Leiden
plaatsaanduiding
gemeente
Leiden, Zuid-Holland
kadastrale aanduiding
Gemeente Leiden, sectie W, nr. 4388
geo positie
X: 90393, Y: 462926
N: 52.15073, O: 4.44321
biotoopwaarde
3 (matig)
landschappelijke waarde
Niet onbelangrijk tussen ZZW en NW, uit andere richtingen gering door uitgestrekte woonwijk.

contact en bezoek

bezoek/postadres
Henriette Bosmanspad 1
2331 NS Leiden
molenaar
Leo Middelkoop
telefoon
website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Als de molen draait (veelal op woensdag- en zaterdagmiddag) en op afspraak.

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
ja
informatie voor scholen

Op afspraak; lesbrieven zijn aanwezig. 

bijzonderheden

constructie

modeltype
Ronde molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
Ronde stenen molen, de romp op westzijde van een extra gewapend betonnen laag voorzien.
kap
Gedekt met riet
inrichting

IJzeren scheprad Ø 4,00 m; breed 0,25 m., op houten wateras in de molen.

versieringen

Aardige baard, grotendeels donkergroen geverfd, met tussen de koppen van de voeghouten en steunder het jaartal '17 97'; daaronder een cartouche met daarin afgebeeld een vetpotje.

In twee tegenoverliggende plooistukken van het onderwiel zijn de initialen 'P.Y.' en het jaartal '1872' ingehakt . 
('P.Y.' staat voor de Voorschoter molenmaker Pieter Yperlaan).

Het onderijzer van de koningspil is op de vier zijden voorzien van ‘ANNO’, ‘1674’, ‘PJWS’ en enige vrije versieringen.
Vermoedelijk vormen de letters 'PJWS' de initialen van een - zeer bekwame - smid. Dit ijzer moet afkomstig zijn uit de eerste Stevenshofjesmolen (zie 'Geschiedenis').
Jammer is alleen, dat dit ijzer in de praktijk vrijwel niet zichtbaar is door wiggen en (overigens zeer terechte) afscherming van het onderschijfloop.

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Rollenkruiwerk; 36 houten rollen. Kruirad.
vlucht
19,62 m.
vang
Vlaamse vang; 4 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Kneppel; pal.
overbrenging

Bovenwiel 51 kammen
Bovenschijfloop 26 staven, steek 12,5 cm.
Onderschijfloop 22 staven
Onderwiel 58 kammen, steek 14,2 cm.
Overbrengingsverhouding 1,34 : 1

hoogte
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Straathof ✉︎ 245 binnen 2009 2011 binnen aanw. 19,62
media-bestand
Roede 244, Straathof
Straathof
✉︎ 244 buiten 2009 2011 buiten aanw. 19,62
Pot ✉︎ 2578 buiten 1925 1935 buiten 2011 19,60
media-bestand
Roede 2603, Pot
Pot
✉︎ 2603 binnen 1927 1935 binnen 2011 19,60
wiekverbeteringen

Deze molen heeft nooit een wiekverbetering gekregen.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As 177, Schretlen & Co, D.A.
Schretlen & Co, D.A.
✉︎ 177 1873 1935 aanw. 04,10
De Prins van Oranje ✉︎ 1490 1897 1897 1935
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de Stevenshofjespolder (resterend gedeelte), thans op vrijwillige basis

molenmaker
Simon Paddenburg, Warmond (1797)
omwentelingen
eigendomshistorie

De Rijnlandse Molenstichting is eigenaar sinds 1976, daarvoor was dat de Stevenshofjespolder.

geschiedenis

De eerste molen op deze plaats was een wipmolen, gebouwd in 1674; deze werd 3 december 1796 door brand verwoest. De Warmonder molenmaker-metselaar Simon Paddenburg bouwde een nieuwe stenen molen - de huidige - voor ƒ 4579,--.

Tot 1981 werd de Stevenhofjespolder (ca. 150 ha.) uitsluitend op windkracht bemalen. De bouw van de nieuwe Leidse woonwijk "Stevenshof" maakte hieraan grotendeels een einde: thans kan de molen nog 40 ha. bemalen. Overigens vielen molen en het overgrote deel van de polder tot 1 juli 1966 onder de gemeente Wassenaar, daarna onder Leiden.

In 1935 heeft ingrijpend herstel plaatsgevonden: de gietijzeren bovenas en houten roeden werden gewisseld voor exemplaren van de kort tevoren gesloopte molen van de Noord-Hoflandse polder te Voorschoten (een molen die op zichtafstand van de Stevenshofjesmolen stond).
Dat houten roeden vervangen werden door goede tweedehands ijzeren exemplaren is niet verbazend; niet bekend is vooralsnog, waarom ook de bovenas werd vervangen: de Stevenshofjesmolen had al een ijzeren as! Mogelijk pasten de tweedehands roeden niet in de bestaande as.

In 1942 ontsnapte de molen aan de sloop: een gevorderd plan om de molen grotendeels af te breken en te vervangen door een Amerikaanse windmotor ging door het toedoen van De Hollandsche Molen, getipt door de Vereeniging Oud Leiden, niet door. De molen bleef en bleef ook in bedrijf. 
Omstreeks 1957 heeft men aan de ZW-zijde van de stenen romp, die toen op sommige plaatsen in slechte staat verkeerde, een laag gewapend beton aangebracht.

Eind 19de/begin 20ste eeuw waren verschillende generaties Van Meijgaarden hier molenaar. De laatste was B.C. van Meijgaarden, benoemd 1 februari 1904. 23 november 1923 vroeg hij om ontslag.
J. Haasnoot werd per 1 januari 1924 zijn opvolger, tegen een jaarsalaris van ƒ 200,--. Later kreeg hij daar, in de functie van bode, ƒ 25,-- bij. Op 1 oktober 1945 kreeg op eigen verzoek ontslag.
In 1946 (formeel per 1 januari 1947) werd de toen amper 20 jaar oude Arie van der Ham tot molenaar benoemd, hij zou dit blijven totaan zijn overlijden in 2004. 
De polder is, met veel dank aan deze molenaar, zeer lang uitsluitend op windkracht bemalen, er was geen gemaal en ook geen motor op het scheprad. In latere jaren werd Van der Ham vaak bijgestaan door vrijwillige molenaars, onder wie de broers Teun en Willem Waltman (jaren '70) en later Teun van Geest, tot medio 2010 de vaste molenaar.

De Rijnlandse Molenstichting, eigenaar geworden in 1976, bereidde direct na de overname een restauratie voor. Dit was hard nodig, want kap en vooral kruiwerk waren dringend aan herstel toe, men hield de molen met kunst- en vliegwerk maalvaardig.
Eind 1981 ging dat niet meer toen de kuip het definitief begaf: er kon niet meer worden gekruid. Een noodgemaal moest het werk overnemen.

In 1982/83 vond die grote restauratie plaats: kap en kruiwerk werden vrijwel geheel vernieuwd maar ook is het metselwerk grondig nagekeken. Beide oude Potroeden konden nog worden gerepareerd.

De molen was goed en wel hersteld en weer maalvaardig, toen de directe omgeving zeer drastisch en ook voorgoed veranderde: de aanleg van de nieuwe Leidse woonwijk Stevenshof zorgde ervoor dat de molen aan drie zijden min of meer ingesloten raakte. De Rijnlandse Molenstichting had kunnen bedingen dat de windvang tussen ZZW en NW ombelemmerd zou blijven, voor de rest gold dat niet. Er staan al op korte afstand van de molen allerhande huizen, al staan dichtbij de molen voornamelijk lage huizen. 

In 2007 werden alle vangstukken vernieuwd en sleutelstukken onder de zolderbalken aangebracht.
In oktober 2011 werden beide Potroeden, die onderhand érg slecht waren, vervangen. Dit ging hier op de klassieke manier: met de lier, zonder kraan. Eind november was de Stevenshofjesmolen met zijn nieuwe wiekenkruis weer maalvaardig.

In november 2019 stond de molen stil: van twee zolders werden balkkoppen vervangen en aangestort, waarna de vloeren op diverse plaatsen werden vernieuwd.
In november 2021 vernieuwde molenmakerij Verbij de vier schoren, enige kruipalen, een windbord en delen van het voorkeuvelens. In het late najaar van 2023 volgde dan een grote schilderbeurt.

Nadat in de jaren '80 de omgeving dus al enorm was veranderd, gebeurde er vanaf 2017 opnieuw veel vanwege een ander groot project: de zgn. Rijnlandroute, een grotendeels ondergrondse weg om het verkeer rond Leiden te ontlasten, betekent dat het resterende gedeelte van de Stevenshofjespolder (letterlijk) wordt doorsneden: het te bemalen oppervlak, sinds de aanleg van de woonwijk nog ongeveer 40 ha., zal uiteindelijk niet meer dan ca. 14 hectaren bedragen. Zelf heeft de molen visueel niet zoveel last van de nieuwe weg.

In december 2022 werd de seinlamp, die ruim 40 jaar geleden was meegegeven aan iemand die in de molen had geklust, terugbezorgd. Niet geheel compleet meer, maar wel van historische waarde voor deze molen. Lang geleden was deze molen namelijk seinmolen voor het gedeelte van Rijnland bezuiden de Oude Rijn.

Nog een paar technische bijzonderheden:
Het bovenwiel is vrijwel geheel van iepenhout gemaakt. Bij de velgen is dat min of meer vanzelfsprekend, maar niet bij de plooistukken en (hier) ook de kruisarmen. Van één kruisarm en plooistuk is te zien dat zij uit hetzelfde deel zijn gezaagd. 
Opvallend onopvallend: in de kap bevindt zich tussen vangstok en vangbalk geen ketting maar een van stelgaten voorziene massieve metalen strip. Niet vaak te zien. 
Ook de bezetketting verdient vermelding: deze zit verankerd aan de staartbalk, het andere part wordt na het kruien enige malen rond een kruipaal geslagen en daarna met een grondpen in een schalm van die ketting vastgezet. Dit was/is op meer Rijnlandse poldermolens in de duinstreek in gebruik.

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen is vernoemd naar de polder die hij kan bemalen.
Het Stevenshofje zelf is een (nog altijd fraai) historisch hofje in de Leidse binnenstad. Bestuurders daarvan waren indertijd betrokken bij de stichting van deze polder.

literatuur

A. Bicker Caarten, Stenen poldermolens in Rijnland (Zaltbommel 1981) 66 - 71
Willem Waltman, 'Laatste Potroeden in Rijnland uitgemalen', in: Molenwereld 157 (2012) 114 - 118
Andries Veloo, 'De Stevenshofjesmolen en zijn molenaars', in: Molenwereld 193 (2016) 227 - 230

trivia

Deze molen had omstreeks 1930 nog een groengeverfde staart, maar dat werd later anders. De reden: in de jaren '40 kwam de poldervoorzitter regelmatig bij molen Windlust te Wassenaar om veevoer te kopen. Molenaar Mansveld daar maakte voor zijn molen zelf verf door okerpoeder te vermengen met lijnolie. Op een dag kocht de poldervoorzitter bij Mansveld een grote bus verf en niet veel later had de Stevenshofjesmolen een andere kleur!

foto's

foto's