Molen De Hoop, Den Hout

Den Hout, Noord-Brabant
b

korte karakteristiek

naam
De Hoop
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
In herstel (zie 'Geschiedenis')
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Ruiterspoor 8
4911 BB Den Hout
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Hoop via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
02593
oude dbnr.
B509
Meest recente aanpassing
| Foto roe
media-bestand
Molen 02593 De Hoop (Den Hout)
Tony Hop (11-4-2014)

locatie

plaats
Den Hout
plaatsaanduiding
gemeente
Oosterhout, Noord-Brabant
kadastrale aanduiding
Gemeente Oosterhout, sectie O, nr. 953
geo positie
X: 115041, Y: 407633
N: 51.65610, O: 4.80974
biotoopwaarde
4 (aanvaardbaar)
landschappelijke waarde
Groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Ruiterspoor 8
4911 BB Den Hout
molenaar
Jelle van Daalen / Sven Verbeek
telefoon
website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
nee
openingstijden

Tijdelijk NIET te bezichtigen (zie 'Geschiedenis')

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
Ronde stenen molen, heel licht getailleerd gemetseld
kap
Gedekt met dakleer
inrichting

Eén koppel 17der en één koppel 16der kunststenen; regulateur; koekenbreker; sleepluiwerk

versieringen

Zeer eenvoudige baard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met de jaartallen '1836' en '1976'.

plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Engels; kruilier
vlucht
22.80 / 23.00 m.
vang
Vlaamse vang; vangbalk met haak; vangstok; kneppel; pal
overbrenging

Bovenwiel 72 kammen
Bovenschijfloop 31 staven, steek 11,3 cm.
Spoorwiel 75 kammen
Steenschijflopen 28 staven, steek 9,8 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 6,22
(N.B. een van de steenschijflopen is naar verluidt afkomstig uit een Zeeuwse molen en voor deze molen vermaakt).

hoogte
van de belt: 3,20 m.
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 372, Straathof
Straathof
✉︎ 372 binnen 2023 2024 binnen aanw. 23,00
media-bestand
Roede 371, Straathof
Straathof
✉︎ 371 buiten 2023 2024 buiten aanw. 23,00
media-bestand
Roede 198, Derckx
Derckx
✉︎ 198 binnen 1976 1976 binnen 2023 22,80
media-bestand
Roede 197, Derckx
Derckx
✉︎ 197 buiten 1976 1976 buiten 2023 23,00
Pot ✉︎ 2312 buiten 1914 1914? buiten 1976 22,96
Pot ✉︎ 1572 binnen 1889 1889? binnen 1976 22,65
wiekverbeteringen

Zeer lang, minstens vanaf 1900, heeft deze molen op de binnenroede zelfzwichting gehad.
In 1942 werd op beide roeden het systeem Van Bussel (met zeilen) aangebracht. Bij de grote restauratie van 1976 is gekozen voor Oud-Hollands.
In 2023 is gekozen om de vroegere zelfzwichting in ere te herstellen. 

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Enthoven & Co, L.I. ✉︎ 603 1874 aanw. 05,10
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
In herstel (zie 'Geschiedenis')
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

omwentelingen
eigendomshistorie

De gemeente Oosterhout is eigenaar sinds 1975; daarvoor was dat jarenlang de familie Kock-Braat.

geschiedenis

De geschiedenis van deze molen begon, toen, zoals dat in archiefstukken staat genoteerd: Adriaan Quiryn Beljaars assessor (wethouder) der gemeente Hoge en Lage Zwaluwe vraagt aan Z.M. de Koning (dat was toen Willem I) vergunning om een korenmolen op te richten op Den Hout, schrijvende, dat die daar tot op heden ontbrak en er 1300 zielen zijn.
Daarop werd door de 3 molenaars uit Oosterhout gereageerd. Dat waren: 1. Willem Clephas op den Hogen Stenen Windkorenmolen; 2. Adriaan Mertens op den Standaardmolen; 3. Simon Janssens namens de gebroeders Katers molenaar op den Lagen Stenen Windkorenmolen.
Ze schreven aan Z.M. dat Den Hout wel geen molen had maar aan twee zijden tegen hun molens aansloot en er nooit een klacht was gehoord dat de beide stenen molens in Oosterhout indertijd voor exorbitant hoge prijzen waren aangekocht van het Domein in het vaste vertrouwen dat er nimmer zou worden toegestaan, dat er meer molens werden opgericht dat de supplianten met zware huishoudens waren belast en aan personele belasting alleen ƒ 300,-- moesten opbrengen, wat niet meer mogelijk zou zijn als een 4e molen hun inkomsten zou verminderen, dat een 4e molen het dubbele aantal ambtenaren zou vergen om te surveilleren, dat zij daarom verzochten het eerst genoemde request van de hand te wijzen.
Ook de bakkers van Den Hout protesteerden: Wij ondergetekenden, brood-bakkers op t gehucht den Hout, verklaren dat de 3 windmolens onder Oosterhout genoegzaam in staat zijn om het benodigde graan ook voor ons gehucht te malen, zijnde het ons nimmer gebleken, dat er gebrek aan het benodigde meel is geweest. Oosterhout 29 nov. 1835. De bakkers: J. Nuyten en Jean Baptist van der Hoofden.
Ondanks de tegenwerking van molenaars en bakkers kreeg A. K. Beljaars uit de Zwaluwe op 18 april 1836 vergunning om op Den Hout een windkorenmolen te bouwen.

De eerste pachter-molenaar, die zich hier op 5 mei 1836 vestigde was Gerardus Schonkeren, gehuwd met Henrica Beljaars. Hij werd als pachter opgevolgd door Jacobus Johannes Michiel, die met de dochter van Schonkeren was gehuwd. De Zwaluwse bakker Abraham Beljaars erfde de molen in 1866 en na hem Adrianus Beljaars. Jacobus Johannes Michiel verwierf de molen bij legaat in 1898 en verkocht deze in het zelfde jaar aan Adrianus Theodorus Kock.
In 1924 werd de molenwoning gesloopt, waarna een nieuwe werd gebouwd.

In de Tweede Wereldoorlog raakte deze molen zwaar beschadigd, maar er volgde herstel, waarbij ook het stroomlijnsysteem Van Bussel werd aangebracht. Na de oorlog werd een mechanische maalderij in gebruik genomen en kwam de molen tot stilstand, met uiteindelijk ernstig verval als gevolg. 

Mevrouw A. Kock-Braat verkocht de molen in 1975 aan de gemeente, waarna restauratie volgde. Daarmee was deze molen draaivaardig, ruim tien jaar later kon de molen ook weer malen. 

In de deels afgegraven molenbelt, waarin voorheen een pakhuis en timmerbedrijf waren ondergebracht, is momenteel een slijperij gevestigd. Van de twee inrijpoorten is de zuidelijke poort dichtgemetseld. De bogen boven de vensters en deuren in de gele bakstenen molenromp zijn opvallend wit geschilderd.

In 2013 is het nodige werk verricht, met name wat betreft de doorslag van de muren, niet alleen boven de grond, maar ook daaronder. Een deel van de molenberg werd daartoe afgegraven.
Dit was echter niet voldoende, want ook de kap was aan flink herstel toe, het metselwerk moest grondig worden herzien en het gaandewerk was ook aan een flinke revisie toe.
In juli 2015 werd het werk opgeleverd:
- metselwerk buitenkant, de stenen romp is op één plaats over de gehele lengte vernieuwd;
- bovenwiel nieuwe voering en ruimte tussen kruisarmen opgevuld;
- gangwerk, ook de koningspil, gecentreerd;
- maalstenen waterpas gelegd;
- lange schoor aangescherfd;
- kuip eraf en delen vervangen, houten klemband om kuip vervangen;
- inrijpoort voorzien van nieuw kleedhout;
- binnenkant molen muren met kalk verf behandeld (is nu weer wit. i.p.v. schimmelvlekken);
- loden kraag om de ramen aan de buitenzijde;
- roeden doorgeschoven;
- nieuwe ringleiding om de romp heen;
- kruipalen rechtgezet en/of vervangen;
- grote schilderbeurt, waarbij de oorspronkelijke kleuren zoveel mogelijk terug zijn gegeven.

Helaas bood deze grote beurt onvoldoende resultaat: het gaandewerk bleek, ondanks de diverse ingrepen, toch niet goed maalvaardig. De oorzaak bleek in het kruiwerk te zitten: het tweedehands Engels kruiwerk lag uit het lood en was ook niet centrisch. 
Daar is op ingegrepen: in oktober 2018 werden nieuwe rollenwagens, asjes en bouten aangebracht, de kruivloer waterpas gelegd en kreeg ook een stalen plaat. Daarna is men verder gegaan met het opnieuw afstellen van het gangwerk. Dat ging een tijdje goed, maar anno 2021 bleek het malen wederom problematisch. 

Begin 2023 werkte men aan een definitieve en tamelijk onorthodoxe oplossing: deze molen moest nieuwe nieuwe roeden krijgen waarbij ook de zelfzwichting van de binnenroede in ere zou worden hersteld. 
De nog bruikbare afkomende roeden zouden beschikbaar worden gesteld voor herstel elders. De buitenroede ging, na te zijn nagekeken (én ingekort!), naar de molen van Dirksland (ZH) waar deze ongetwijfeld nog de nodige jaren dienst kan doen. Een bestemming voor de binnenroede is er nog niet.

Op 8 februari 2024 stak men de nieuwe roeden waarbij de binnenroede dus geprepareerd is voor zelfzwichting. Die zelfzwichting zal hier worden bediend via een zwichtring, de bovenas is dus niet doorboord. 

aanvullingen

unieke eigenschap

Deze molen heeft geen penbalk, maar een op de overring aangebracht vulblok. Om de voor deze kap veel te lange tweedehands as passend te maken heeft men indertijd de pen vrijwel af moeten slijpen.

literatuur

T. Meesters, P. Kruisenga. H. van Velzen: Korenmolen "De Hoop" te Den Hout in historisch en technisch perspectief bekeken. Uitgave Vereniging 'De Westbrabantse Molens'. Roosendaal 2002

foto's

foto's