Molen Oostermolen voorganger, Barneveld

Barneveld, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Oostermolen voorganger
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07331
oude dbnr.
V3350
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Barneveld
plaatsaanduiding
aan de Wilhelminastraat
gemeente
Barneveld, Gelderland
streek
Gelderse Vallei
geo positie
X: 168909, Y: 460992
N: 52.13695, O: 5.59037

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
open voet
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1644-1666 verbrand
geschiedenis
De eerste vermelding van een windmolen in Barneveld is op 18 April 1389, toen werd door Willem van Gulik, de Hertog van Gelre, aan de broers Gooswijn en Garselis van den Grijthuis geheten van Aller, in erfpacht uitgegeven de wind van de windmolen binnen het kerspel van Barneveld voor zes gulden per jaar. Dit hield tevens in dat het iedereen verboden was elders hun graan te laten malen, dit op straffe van een boete van vier gulden (drie guldens voor de Hertog en één voor de molenaars). Het betrof hier dus een dwangmolen. Het windrecht blijkt in 1548 in handen van het St. Catharijne en Anthonie gasthuis in Arnhem te zijn want in dat jaar verkochten ze het door aan Tielman en Anna van Ommeren. In 1577 zijn hun erfgenamen eigenaar van de molen, in 1678 Ceeleman en Gurrigen Ernst van Ingen

Ook vroeger waren er al biotoopproblemen met molens, alleen was er toen wat beter iets aan te doen. Op 8 Juni 1675 werd door de kinderen en erfgenamen van wijlen capitein Jacob van Ingen tot den Burgh en de weduwe van capitein van Ommeren als eigenaren een klacht ingediend tegen een aantal omwonenden. Deze klacht berustte op een plakkaat van 19 december1609 waarbij was bepaald dat er geen opgaand geboomte mocht worden gepoot op minder dan 100 roeden en knotwilgen op minder dan vijftig roeden van de molen. De toenmalige schout Johan van Dompseler zegde daarop de schuldigen aan de bomen te kappen binnen 14 dagen op straffe van 40 Heerenponden boete. Hierdoor werd er snel aan deze eis voldaan.

De oudste koopakte is van 16 november 1740. Hierbij verkocht Claes van Snoeckveld als eigenaar en gebruiker van de Oostermolen aan Aart Schut voor fl. 3100,-- ‘een huis, hof en schuurberg met een koornwindmolen, benevens een streepje grond over dien molen naast den hof van Jan Hendriks Collert, gewezen molenaar, zijnde alle die voorzijde goederen staande en gelegen bij het dorp Barneveld aan ’t zogenaamd Moleneind en zijnde vrij allodiale deelbare goederen, doch bezwaard met een jaarlijkse verponding van 23 gulden, 6 stuivers en 8 penningen naar ’t Kohier en 4 gulden, 10 stuivers voor wind- en tinsgeld of erfpacht aan de Rekenkamer’

Vanaf de eerste helft van de 17e eeuw zijn de molenaars bijna allemaal bekend. Hieronder volgen ze;

Gerrit Symons 1634
Herbert Harmsen 1644
Harmen Goossens 1650
Gerrit Everts 1664
Thijs Jansen Langenaar 1678
Jan Hendriksen Collert (1683) – 1725
Gerrit Phillipsen 1725 – 1732
Claes Snoeckveld 1732 – 1740
Aart Schut 1740 – 1774
Hendrik Gaasbeek 1774 – 1827
Aart Schut Gaasbeek 1827 – 1847
diens weduwe 1848 – 1852
Hendrikus Gaasbeek 1852 – 1862
Gerrit Jan Knottenbelt 1862 – wordt later Gebr. Knottenbelt

Tussen 1644 en 1666 is de molen een keer afgebrand. In 1850 bleek dat de molen ‘wind tekort kwam’. Het was toen nog steeds een open standerdmolen. Men besloot toen de molen op een heuvel te plaatsen.

-- Vrienden van de Geldersche Molen --

aanvullingen

trivia
De open standerdmolen verbrandde tussen 1644 en 1666, maar werd herbouwd.
de nieuwe standerdmolen open standerdmolen (db 3605) werd wegens windtekort in 1850 op een heuvel geplaatst. Toen werd waarschijnlijk ook de onderbouw dicht gemaakt met een achtkante stenen muur en een pannendak