Molen Oostermolen, Barneveld

Barneveld, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Oostermolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06468 p
oude dbnr.
V3605
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 06468 p Oostermolen (Barneveld)
tekening collectie Atlas van Stolk, Hist.Museum Rotterdam

locatie

plaats
Barneveld
plaatsaanduiding
aan de Wilhelminastraat
gemeente
Barneveld, Gelderland
streek
Veluwe
kadastrale aanduiding 1811-1832
Barneveld C (1) 292 Aart Schut Gaasbeek, molenaar
geo positie
X: 168909, Y: 460992
N: 52.13695, O: 5.59037

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
gesloten voet
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Na de brand tussen 1644 en 1666 werd de molen herbouwd,
In 1850 bleek dat de molen ‘wind tekort kwam’. Het was toen nog steeds een open standerdmolen. Men besloot toen de molen op een heuvel te plaatsen. De daartoe benodigde grond werd door de van de molen gebruikmakende boeren aangereden. Toen werd waarschijnlijk ook de onderbouw dicht gemaakt met een achtkante stenen muur en een pannendak. In 1862 had de op 14 Juli 1837 geboren Gerrit Jan Knottebelt een huwelijk gesloten met Jannette Gaasbeek, de zus van Hendrikus Gaasbeek. Jannette en Hendrikus Gaasbeek waren kinderen van Aart Schut Gaasbeek, die in de kadastrale gegevens van 1832 als eigenaar van de Oostermolen is genoemd.

De uit Doornspijk afkomstige Knottenbelt stichtte met zijn broer Marius Knottenbelt de N.V. Gebroeders Knottenbelt’s graan en meelhandel. De Knottenbelts toonden zich vooruitstrevende ondernemers. In 1876 werd aan de Wilhelminastraat, tegenover de molen een stoommeelfabriek opgericht. De aan hun verleende hinderwetvergunning, gedateerd 7 oktober 1876 draagt het nummer twee, wat mag worden gezien als bewijs van een vroege Barneveldsche industriële vestiging. Op 24 maart 1894 kwam het trieste einde van de Oostermolen. ’s Avonds om 10 uur kwam men M.J. Knottenbelt waarschuwen dat zijn molen in brand stond; “Ik begaf mij naar buiten en zag dat mijn houten windkoornmolen van boven in de kop in volle vlam stond. Aan blussen viel niet meer te denken. Met behulp van mijn knechts redden wij nog van onder de molen een aantal zakken gerst, boven in de molen lag nog ongeveer 70 hectoliter graan en meel geborgen, zijnde rogge, boekwijt en gerst, die voor het grootste gedeelte toebehoorde aan de boeren. De oorzaak van den brand is vermoedelijk door het malen aan den vang van den molen ontstaan”. Deze oorzaak van een molenbrand kwam wel vaker voor.De heuvel waarop de molen in 1850 geplaatst was werd weer verwijderd en de grond ervan werd weer gebruikt om het balkengat van een in 1854 afgebroken en naar Haarlem verplaatste molen “De Hoop” te dempen.

Twee maanden later werden de molen “de Koopman” uit Zaandam aangekocht. Deze was daar als pelmolen gebouwd in 1693. Op 20 oktober van dat jaar werd de molen ten name van Jacob Pietersz. Braeck opgenomen in een assurantiecontract. De windbrief werd pas in 1695 afgegeven, de molen was al lang in bedrijf. Dit kwam vroeger wel meer voor. De molen stond aan de oostkant van de Zaan, op de noordzijde van het schiereiland Hemmes aan de Poel. In deze buurt stonden tientallen molens vlak bij elkaar. Het was even ten Zuiden van de Zaanse Schans. De schuur en de onderbouw van “de Koopman” hebben nog lang op de Hemmes gestaan maar zijn inmiddels verdwenen

Barneveldse aannemers bouwden de stenen onderbouw waar het achtkant weer bovenop gezet kon worden. Op 1 november 1894 kon de stellingmolen die “de Twee Gebroeders” was gedoopt, in gebruik genomen worden. (db 730)

-- stichting Vrienden van de Geldersche Molen --

aanvullingen

trivia
De molen verbrandde op 24 maart 1894.
De molen werd weer herbouwd, zie dbnr 730