Molen Noordpolder te Veld, Eemnes

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1791

verdwenen

1884

onttakeld later restant afgebroken

verplaatst naar

Ovezande (De Blazekop) 1883

eigendomshistorie

1832 eigendom Gecommitteerde Geërfdens

geschiedenis

1722: In 1722 kreeg molenmaker Pot uit Kortenhoef de opdracht een bestek te maken om te komen tot het bouwen van een windwatermolen.

06-09-1790: Op 6 september 1790 gaven Burgemeester en Wethouders van Eemnes-Buitendijks molenmaker Timmer de opdracht opnieuw een bestek te maken voor een schepradmolen. De bouw werd op 15 november 1790 aanbesteed, en voor ƒ 10.700,= gegund aan molenmaker Heyn Feddrijks uit Lemmer.

01-05-1808: De molenaar werd geacht te malen totdat de burgemeester vond dat het polderwater laag genoeg stond. Hij ontving vrije woning in de molen, het recht om te vissen in de molenvliet, plus ƒ 70,= 's jaars. Per 1 mei 1808 werd Jan Scherpenzeel aangesteld voor ƒ 125,= plus een mogelijke bonus van ƒ 25,=. 

1797: In 1797 plaatste molenmaker De Wilde uit Lakeveld een nieuwe wateras.

1824: In 1824 werd opnieuw de wateras vernieuwd, alsmede de waterbak.

1853: In 1853 werd het scheprad vervangen.

1856: In 1856 moest de kap gerepareerd worden, en in 1867 werd een oude roede met zeilen vernieuwd.

02-1884: In februari 1884 besloot het waterschap de molen af te breken en te vervangen door een stoomgemaal. De stomp bleef nog staan als woning voor de machinist, later kwam op de fundamenten een nieuw machinistenhuis te staan.

1885: In 1885 werd ook de molen van de Zuidpolder te Veld (Tenbruggencatenummer 06504 s) afgebroken. Waarschijnlijk is een van beide molens verplaatst naar Ovezande, zie Tenbruggencatenummer 04896.

Bron: Eemnes en zijn molens, artikel door G.S. Koeman-Poel in Tussen Vecht en Eem 1976 afl. 4. Met dank aan H. van der Kaay.
MHO