Molen Polder Papendrecht, Voorste (Hoge) molen / no. 2, Papendrecht

Papendrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Papendrecht, Voorste (Hoge) molen / no. 2
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06678 b
oude dbnr.
V292
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens

locatie

plaats
Papendrecht
plaatsaanduiding
Burgemeester Keijzerweg/Bij het westelijke uiteinde van de Korte Tiendweg
gemeente
Papendrecht, Zuid-Holland
streek
Alblasserwaard
kadastrale aanduiding 1811-1832
Papendrecht A (1) 73 De polder van Papendrecht
geo positie
X: 106462, Y: 428093
N: 51.83931, O: 4.68291
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
buiten gebruik
geschiedenis

Papendrecht lag op het laagste punt van de Alblasserwaard en had het bij overstromingen het meest te verduren. Ook vonden er de meeste dijkdoorbraken plaats.
Om de Alblasserwaard van het overtollige water te kunnen ontlasten waren er afwateringsgaten gegraven in de dijk. Door deze oplossing stond de Papendrechtse polder het langst onder water.

1573 Na een overstroming in januari 1573 werd het 1e afwateringsgat in Papendrecht gegraven van ca een halve meter breed. 
Er waren er 4, één bij 't Waaltje/Oosteind, één bij de Kraaihoek, één bij de Kleine Waal/Bosch en één naast de sluis in Noordhoek.

1597 Papendrecht maakte  deel uit van het 'Boezemschap' dat de waterhuishouding regelde voor alle gemeenten in de omtrek. In dat jaar besloot men dat in Papendrecht zelf te gaan regelen door twee molens te bouwen en boezems aan te leggen. 

In 1597 werden er twee molens gebouwd, de hoge en de lage watermolen.
Het polderbestuur van Papendrecht legde een omkade boezem. Twee molens staande aan een vliet, maalden op de boezem uit, waarna bij laagwater in de rivier de Noord, het water van de boezem via een sluis in de dijk kon worden geloosd.

1738 De Papendrechters werden geholpen na vele overstromingen, er werden in Kinderdijk 8 (rondstenen grondzeilers) molens aan de Nederwaard gebouwd. 

1739 De kades van de Papendrechtse boezem werden verhoogd, zodat er een hoge- en een lage boezem ontstond wat meer wateropslag betekende. 
Vanaf toen heette de Voorste molen de 'bovenmolen'.

1740 In Kinderdijk werden nog eens 8 (achtkante grondzeilers) molens aan de Overwaard gebouwd. 

1750 De kosten werden per jaar van de twee watermolens van Papendrecht vermeld in een jaarrekening: 
Hoge Molen, molenaar Cornelis Veth, maalloon f 108,--voor 18 maanden.
Lage Molen, molenaar Cornelis Burggraaf, maalloon f 90,-- voor 15 maanden.
rietdekker Leendert Dekker, voor het rietdekken van twee molens f 3,--
timmerman Theunis v/d Werken, reparatie aan de molens f 173,--
houthandelaar Jan van Geer, hout voor de molens f 781,--
lijndraaier Joost van Hofwegen, touw voor de molens f 50,--

1846:
In het jaar 1846, werden de molens door Arie Teeuwen (toen 46jaar) en Aart de Groot (toen 49jaar) bediend.

1860:
In het jaar 1860 werden de 2 reeds aanwezige watermolens werden 'verhoogd' om zo meer capaciteit te verkrijgen om het overtollige water weg te krijgen.
Wanneer een molen verhoogd werd, betekende dit dat het scheprad groter moest worden en dat het wiekenkruis verlengd moest worden (en dan natuurlijk ook de zeilen).

30-06-1860 Dordrechtsche Courant
"Aanbesteding.
Het Bestuur van den Polder Papendrecht, zal op Donderdag den 5 julij 1860, des voormiddags ten Vier ure, in 's Polders Raadkamer, ten Huize van de Wed. J. Kuipers te Papendrecht, in het Openbaar aanbesteden:
Het rijzen van den Boven-molen van genoemde Polder, met het doen van aanzienlijke reparatiën aan dien Molen.
Het Bestek zal ter lezing liggen bij de Wed. J. Kuipers voornoemd, van af Maandag den 2 julij 1860.
De Aanwijzing zal geschieden op Dinsdag den 3 julij bevorens, van 10 tot 12 ure.
Nader inlichtingen zijn inmiddels te bekomen bij den Fabrijk A. Hogerzeil te Dordrecht, en bij den Voorzitter van het Polderbestuur te Papendrecht.
Het bestuur voornoemd,
K. Prins Voorzitter
P. van de Graaf, loco Secret."
Jaap de Vries, 27 augustus 2004.

De molens waren niet meer nodig in Papendrecht, er werd een stoomgemaal gebouwd aan de dijk op de grens van Westeind en Noordhoek voor het bedrag van f 9000.
Gerrit Visser Meesz (aannemer) uit Oosteind te Papendrecht bouwde het gemaal samen met zijn zonen Mees, Pleun, Adriaan, Martinus en Jan.

08-07-1871 Dordrechtsche courant
Uit de Hand te Koop:
De OPSTAND der beide Watermolens van den Polder Papendrecht, hetzij geheel of gedeeltelijk.
Te bevragen bij den Voorzitter van het Bestuur van genoemden Polder, de Heer K. Prins, te Papendrecht.

01-07-1872 Dordrechtsche Courant 
VERKOOPING van EIKENHOUT
De Notaris VAN NOORDEN, gevestigd te Papendrecht, is voornemens om aldaar, ter plaatse, waar de hooge molen van den polder Papendrecht heeft gestaan, op Donderdag 11 Januarij 1872, 's morgens om 10 uur, in contant geld, te Verkoopen:
Eene groote partij EIKEN HOUT, zijnde het gesloopte staande en gaande werk van dien Poldermolen, waaronder de meeste stukken zoo goed als nieuw, weder voor molenwerk te gebruiken en ook zeer geschikt voor Scheepmakers.

Omdat er steeds veel onderhoud aan het stoomgemaal was ging men in 1932 over op een oliemotor.
De olievoorziening hield in 1942 op waarna men overschakelde op elektriciteit.
De taak van het gemaal werd later overgenomen door een gemaal in Oud-Alblas.
Bron: mw. H.W.G. Blokland-Visser, zie externe link.

Informatie oa. van J. de Witte, 17 oktober 2020

nog waarneembaar

Na onderzoek in april 1970 vond men alleen de fundering onder het maaiveld, die nu duidelijk zichtbaar is (aan het begin van een singel).

Veldmuren en waterloop.
Op de fundering is een plaquette bevestigd:
'Fundering Watermolen. Gebouwd eind 16de eeuw en gesloopt in 1871
wegens overschakeling op een stoomgemaal'
Jaap de Vries, 30 juni 2011.