Molen De Swaan, Amsterdam

Amsterdam, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Swaan
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06493 t
oude dbnr.
V4477
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 06493 t De Swaan (Amsterdam)
Tekening (uitsnede) Cornelis Pronk, 1741 (zie Aanv.)

locatie

plaats
Amsterdam
plaatsaanduiding
aan de Mennonietensloot zz.
gemeente
Amsterdam, Noord-Holland
streek
Amsterdam
kadastrale aanduiding 1811-1832
Amsterdam B (1) 335 Ferdinand Sepken, koornmolenaar, en de wed. Pieters van Meerten
geo positie
X: 120589, Y: 485717
N: 52.35827, O: 4.88207

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Reeds voor 1668 stonden aan de Mennonietensloot (omgeving Rijksmuseum) te Amsterdam drie korenmolens, nl. De Oranjeboom, De Geelvink en De Swaan.

Op 29 maart 1747 benoemde Adrianus Knipscheer, meester molenaar op de korenmolen De Swaan buiten de Weteringspoort, Barent van Mulling, meester molenaar op molen De Beer op de Schans bij de Haarlemmerpoort (Tenbruggencatenummer 06490 c), tot voogd van zijn kinderen. In de akte staat Knipschaar, maar in de ondertekening Knipscheer.
Bron: Stadsarchief Amsterdam (Arjen Lobach, 29 april 2022).

Adrianus Knipscheer werd op 20 november 1779 in de Nieuwezijds Kapel begraven als molenaarsbaas van de molen De Swaan buiten de Weteringpoort. Adrianus bezat tevens een kwart van De Kraai (Tenbruggencatenummer 08343).

De achtkante bovenkruier De Swaan brandde af op 2 februari 1848. Op zijn plek werd paltrok "De Houthandel" gebouwd.

Bronnen:
- "Molenbranden in Amsterdam (III) -- De Kraai", artikel in Amstelodanum juli/augustus 1989. Met dank aan H. van der Kaay en Theo Bakker.
- "De molens van Amsterdam", G.J. Honig, 1929, blz. 146.
Gerard van den Bosch.
-----

De molen brandde af op 2 februari 1848. Dat was klaarblijkelijk onder verdachte omstandigheden, want de "bemaalder" P.C. v. R. werd direct in hechtenis genomen, "als verdacht van dien molen in brand te hebben gestoken."
Bron: Algemeen Handelsblad 4 feb. 1848.
-----

Boedelinventaris van de overleden Pieter van der Swet en zijn weduwe Aaltje Smet, gewoond hebbend op de Molen ’t Jagt op de Overtoomseweg, van 5 mei 1730. Uit de inventaris blijkt dat zij voor de helft eigenaar waren van molen ’t Jagt (Tenbruggencatenummer 13431) en voor een kwart eigenaar waren van molen de Swaan buiten de Weteringspoort.
Bron: Stadsarchief Amsterdam.
Arjen Lobach, 8 dec. 2022.

aanvullingen

trivia
Aan het Mennonietenpad, dat lag van de Singelweg nabij het polderhuis westwaarts tot bijna aan de gemeente Nieuwer-Amstel bij het tegenwoordige Stedelijk Museum, en de daarbij gelegen Mennonieten sloot stonden eertijds zeven molens, drie koren- en vier houtzaagmolens. De gronden terzijde van het pad waren bijna geheel ingenomen door warmoezerijen.

Bij de tekening van Cornelis Pronk: Rechts Mennonietensloot en links poldersloot. Molens "de Oranjeboom", "de Zwaan", en "de Jonge Visscher". Techniek: pen in grijs en bruin, penseel in kleur. Beeldbank Amsterdam, afb.best. 010097013285.
Op de tekening is duidelijk de invaart (grot) zichtbaar waarmee schuiten vanaf de poldersloot de molen konden binnenvaren. Verderop staat De Jonge Visscher.