Molen De Kater, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Kater
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04915 o
oude dbnr.
V3022
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04915 o De Kater (Zaandam-Oost)
Aquarel van Gerrit Mol

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
aan de Poel nz., ter hoogte van de Jachtwerf
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam A (1) 403 Evert de Jager, koopman & fabrikant
geo positie
X: 116445, Y: 498269
N: 52.47080, O: 4.81980

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
Dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Wanneer de oliemolen De Kater werd gebouwd is niet bekend. Volgens de administratie van de harenmakerij in Koog aan de Zaan werden er 8 februari 1672 voorslagharen afgeleverd bij de molen. Op 16 juli 1688 verkochten de erfgenamen van Pieter Willemsz Floor 3/4 de part "in de olijmolen de Kater, staande aan de Poeldijk belend ten oosten de watermoolen en ten westen de Stinckert". Deze laatste waren Het Pinksternakel en De Zwarte Walvisch.

Op 25 juni 1714 verzekerde eigenaar Pieter Pietersz. Peijt hem tegen brand. Mogelijk was deze Pieter Peijt dezelfde persoon die in 1679 de kort bij gelegen oliemolen “De Sint Lucas” liet bouwen. Als dat klopt, valt het stichtingsjaar misschien iets beter te benaderen.

Omstreeks 1725 kwam de molen in handen van Claas Taan. Op zijn naam werd de lading van de Kater op 14 juni 1727 opgenomen in het op die dag opgerichte olieslagerscontract voor ladingen. Naast De Kater bezat Claas Taan ook de oliemolen “Het Honingvat”, die in het Oostzijderveld stond. Van deze beide molens werden de opstallen op 1 juli 1733 verzekerd bij het OC. De zaken gingen Klaes Taan schijnbaar voor de wind, want in 1741 liet hij een pelmolen bouwen die de naam “De Taanman” kreeg.

Tegen het einde van de achttiende eeuw behoorde De Kater toe aan de Zaandijker olieslager Jan Boeke, die ook de molens “De Roode Wachter”, “De Kieft” en “De Roggebloem” voor zich had werken. Na zijn overlijden, omstreeks 1813, gingen de molens over naar zijn zoon Jan Boeke jr. Hij verkocht in 1815 De Kater aan Evert de Jager.

De Jager was de laatste eigenaar van De Kater. Op 9 november 1842 raakte De Kater in brand en werd tot op de grond toe verwoest. Het OC contract vergoedde de geleden schade en keerde voor de molen ƒ 7000 uit, en voor de lading de kapitale som van ƒ 10.401,59. Ondanks het feit dat de molen goed verzekerd was, besloot De Jager om de molen niet meer te herbouwen.

Bronnen:
- “De Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 135
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 44,51,105
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 135
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 143.