Molen De Liefhebberije van de Weijereije / De Liefhebber, Haarlem

Haarlem, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Liefhebberije van de Weijereije / De Liefhebber
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03140 a
oude dbnr.
V7045
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 03140 a De Liefhebberije van de Weijereije / De Liefhebber (Haarlem)
Fotograaf onbekend (coll. DHM)

locatie

plaats
Haarlem
plaatsaanduiding
Veerpolder, aan de Oude Haarlemmerweg
gemeente
Haarlem, Noord-Holland
streek
Zuid-Kennemerland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Haarlemmerliede D (1) 4 Egbert de Vries
geo positie
X: 105335, Y: 488795
N: 52.38477, O: 4.65771

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Egbert de Vries (Koudekerk 1786) werd in 1810 als houtzagersknecht aangenomen op (de nog bestaande) paltrokmolen De Eenhoorn in Zuid-Schalkwijk (Ned. MTenbruggencatenummer 02571). Hij kocht de molen samen met zijn compagnon Jan Kapteijn (Zuid-Schalkwijk 1786) in 1821 van de weduwe van Vincent van Oukerke die De Eenhoorn had laten herbouwen.

In 1830 verruilde Egbert de Vries Zuid-Schalkwijk voor Haarlemmerliede, en werd eigenaar van paltrokmolen De Liefhebber aan de Oudeweg.

Zijn zoon Jacobus de Vries (Zuid-Schalkwijk 1817) werd daar zijn opvolger. Jacobus de Vries, 23 jaar, zaagmolenaar, trouwde op 13 januari 1841 met Elisabeth Maria Vermeer, 20 jaar, uit Haarlem, en aan de Oudeweg nr. 29 werden 14 kinderen geboren.

Een van de zonen van Jacobus de Vries was Antonius de Vries (Haarlemmerliede 1846) die duidelijk in de voetsporen van zijn vader en grootvader trad. Antonius de Vries, 27 jaar, houtzager, trouwde op 21 mei 1873 met Anna Geertrudis Maria Widering, 24 jaar, uit Amsterdam. Het echtpaar verhuisde naar Leeuwarden, waar Antonius houtzager werd op De Eendragt onder Deinum (Tenbruggencatenummer 11811).

Bron:
Penterbak.nl / Wie was wie / Jos van Schoten, 8 april 2023.
-----

Egbert de Vries was een telg uit de molenaarsfamilie Van der Horn (van moederszijde). Hij was vernoemd naar Egbert van der Horn, zijn overgrootvader). Egberts grootvader Jacob Egbertsz van der Horn was molenaar op korenmolen De Vlinder in Ter Aar (Tenbruggencatenummer 01008).
Bron:
Alphen.com.
-----

De molen komt diverse malen voor in advertenties in de opregte Haarlemsche Courant:
1) Een aanbieding van 32 stuks gewaterd, gezaagd en gedroogd iepenhout, van E. de Vries (Egbert). Advertentie in de Opregte Haarlemsche Courant datum 10 juni 1830 en 1 juli 1830.
2) Een familiebericht van het overlijden van Egbert de Vries te Haarlem, namens zijn zoon Jac's (Jacobus) de Vries. Jacobus de Vries was reeds de opvolger als zaagmolenaar op De Liefhebber.
3) Een aankondiging van het niet doorgang vinden van een verkoping van een Net geconserveerden inboedel ten huize van J. de Vries aan den Molen de Liefhebber, datum 28 april 1853.
4) Een familiebericht van het overlijden op 6 september 1866 van J. C. De VRIES (Jacobus) namens de Weduwe E.M. Vermeer (zijn echtgenote).
5) Een advertentie van een Notaris als gevolg van het overlijden van Jacobus de Vries. "Die iets te vorderen hebben van, of verschuldigd zijn aan den boedel en de nalatenschap van nu wijlen Den Heer JACOBUS DE VRIES, in leven Houtzaagmolenaar, gewoond hebbend te Haarlemmerliede en Spaarnwoude ....".
6) Een advertentie van een veiling van percelen 25 augustus 1868 te Haarlem, waarbij aangeboden een in volle werking zijnde en goed onderhouden Houtzaagmolen, genaamd De Liefhebber aan de Spaarnwouderweg, onder de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, voor ƒ 6605.

Een passage uit de Geschiedenis en beschrijving van Haarlem (2), F Allen 1874, pag. 422 (www.electronicsandbooks.com):
Op dat groote onbebouwde erf, 't welk slechts door eene houten schutting van den publieken weg is gescheiden, was voorheen eene groote houtkooperij gevestigd: "de Liefhebber van de Weijerij" genoemd, welke met den daarbij behoorende houzaagmolen van dienzelfden naam, die buiten de Spaarnwouderpoort stond, den 5den juli 1712 in de herberg "het Gulde Vlies" in openbare veiling werd verkocht.

Jacob(us) de Vries, zoon van Egbert de Vries verkreeg de paltrokmolen van zijn Vader in 1853 in eigendom.
Na het overlijden van Jacob de Vries op 6 sept. 1866, kwam de molen in 1867 in eigendom van de weduwe van J. de Vries, Elisabeth Maria Vermeer, en andere erfgenamen.
In 1869 kwam de paltrokmolen bij publieke verkoop in eigendom van Willem Faber.
In 1879 werd de paltrokmolen verkocht aan Hubertus Thomas Peltenburg.
Bron: digilegger systeem van het kadaster.

Willem Faber, geb. 12 jan. 1841 te Haarlem. Overl. 28 dec. 1904 te Rotterdam. Hij was mogelijk tussen 1869-1878 eigenaar van Houtzaagmolen "de Liefhebber". Na het overlijden van z'n werkgever, Leendert den Berger, was Willem Faber 2e knecht op de Houtzaag-stellingmolen "De Onderneming" te Nieuwediep - Den Helder. De 2e knecht W. Faber bood zich per 13 maart 1863 in een advertentie (Opregte Haarlemsche Courant) aan met tien jaar ervaring.

Faber werd in 1874 als eigenaar van Paltrok-molen "De liefhebber" genoemd in een passage uit de Geschiedenis en beschrijving van Haarlem (1), F Allen 1877, pag. 247, www.electronicsandbooks.com.

Even voorbij den in 1874 herbouwden watermolen, dien we op korten afstand van 't Penningsveer voorbij gaan, ziet ge aan uwe rechterhand een zijweg, die zich midden door den Waardpolder uitstrekt en op den omringdijk uitkomt. De drie houtzaagmolens, welke ge daar, even voorbij den tolboom ziet, dragen de namen van de Liefhebber, de Keizer en 't Hart, van welke de beide eerste aan de HH. Is, en (J). Faber behooren; terwijl de laatste bezeten wordt door den Heer Kos te Amsterdam. Willem Faber staat als eigenaar van "de Liefhebber" in het kadaster ingeschreven. Hij stond te Rotterdam ingeschreven op 02 april 1878 (gezinskaart).
Bron: http://rotterdam.digitalestamboom.nl/scan.aspx?book=R&id=524375.

N.V. Houthandel Peltenburg en Zonen, Schalkwijkerstraat 9:
Hubertus Peltenburg, gedoopt te Leiden 28 nov. 1795, verhuisde in 1827 naar Haarlem en was oprichter van dit bedrijf. Hij overleed op zondag 28 maart 1858 in Haarlem. Zijn zoon, Hubertus Thomas Peltenburg geb. 22 dec. 1829 te Haarlem zette het bedrijf voort. Hij verkreeg paltrokmolen "de Liefhebber" ca. 1880 in eigendom, en overleed op 5 maart 1909 in Haarlem.

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem, pagina 224, 1 januari 1973:
Eveneens beschikte dit archief over een foto van de paltrokmolen, genaamd "de Liefhebber ... ". Deze houtzaagmolen behoorde van plm. 1880 tot 1910 tot het bedrijf van de firma Peltenburg.

Haarlems Dagblad, 25 april 1952:
"125 jaar bestaan v/d Fa. Peltenburg
... levendige handel in hout, voornamelijk hardhout. De houthandel ontwikkelde zich meer en meer. Ook zachthout, teer en pek werden belangrijke artikelen. De houtzaagmolen ,.de Liefhebber" aan het Vuilrak in de Waard ..."

Haarlems Dagblad, 19 december 1908:
"Verzuchting.
Men schrijft ons: Heden dan is de dag aangekomen, dat mijn trouwe vriend, de wind-houtzaagmolen "de Liefhebber" wonende aan den Oudeweg en geboren 1686 ten doode is opgeschreven. Was mijn wensch steeds geweest dat hij mij zou overleven, het heeft niet zoo mogen zijn. Sterke handen breken af, wat de tijd nog niet heeft vermogen te doen.
EEN OUD VRIEND"

In 1908 werd in de nabijheid een gasfabriek gebouwd. Daar de molen géén windrecht bezat, werd hij stilgelegd en in 1910 afgebroken.
Theo de Vries, sept. 2014.

aanvullingen