Molen Gasthuismolen, Tiel

Tiel, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Gasthuismolen
modeltype
Ronde molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02660 d
oude dbnr.
V2126
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02660 d Gasthuismolen (Tiel)
Foto: n.n. opname van voor 1905

locatie

plaats
Tiel
plaatsaanduiding
aan de Tolhuiswal bij de Waterpoort
gemeente
Tiel, Gelderland
streek
Betuwe
kadastrale aanduiding 1811-1832
Tiel E (1) 565 Johannes Driesse, molenaar, en Consorte
geo positie
X: 158606, Y: 433032
N: 51.88581, O: 5.43958

constructie

modeltype
Ronde molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
inrichting
2 koppels stenen
versieringen
De gedenksteen die eens in de molen zat gemetseld, bleef bewaard.
De ommuurde molenberg tegen de daar nog aanwezige stadsmuur is er nog wel. Bovenop staat nu een huis met naast de ingang de oude grote stichtingssteen, waarop te lezen is:

De Heer Markus Verkerck
Heeft Den Eersten Steen gelyt Ao 1722'.



Het wapen van Markus Verkerck, die burgemeester van Tiel was, bevond zich ook op de steen, maar dat is uitgehakt.
Een tweede steen draagt het opschrift:

Dit is de Mole Toebehorende Het ----Alhier'..


Het woord 'Gasthuis' is waarschijnlijk uitgehakt nadat de molen in 1767 voor deze instelling was verkocht.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
onttakeld later gesloopt
geschiedenis
Deze molen en zijn voorgangers waren eigendom van het Gasthuis van Tiel, een liefdadigheidsinstelling die hulp verleende aan vreemdelingen, zieken, gebrekkigen en ouderen.
De eerste windkorenmolen van het Gasthuis wordt genoemd in 1489.
Deze (standerd)molen stond aan de Ophemertsedijk, buiten de Westluidense Poort.
Iets na 1586 werd de molen (misschien in verband met de 80-jarige oorlog) afgebroken en herbouwd binnen de stadsmuren.
De nieuwe Gasthuismolen kwam te staan op de Tolhuiswal. In 1722 was deze standerdmolen aan vervanging toe. Op 25 juli 1722 dienden de gasthuismeesters bij de magistraat een verzoek in om een stenen molen te mogen laten bouwen.
Op 11 augustus werd het verzoek in de magistraat besproken en gehonoreerd. Met de bouw werd nog in 1722 begonnen.
In 1723 was de molen maalvaardig. Van de drie windkorenmolens die in Tiel hebben gestaan (de andere waren de Binnenmolen en de Buitenmolen) was de Gasthuismolen de grootste en ook de modernste.
In 1767 besloot het Gasthuis te bezuinigen. Daarom werd een aantal goederen verkocht, waaronder de molen. Op 9 september 1767 stemde de magistraat met de verkoop in, 'met dat beding, dat het gasthuys daar nu en ten eeuwigen dagen vrij gemaal van koorn tot brooden en ander graan ten dienste van hetselve voor sig behoud.' De nieuwe eigenaar werd de vroegere pachter/molenaar Aart Lam, voor een bedrag van ƒ 9820. Lam was telg uit een oud molenaarsgeslacht; al in 1649 wordt gesproken over een Jan Lam als pachter van de Gasthuismolen.
De voorlaatste eigenaar Gerrit Jan v/d Pol bouwde tegen de romp een stoommolen. Hierdoor raakte de Gasthuismolen buiten bedrijf. In 1905 werd de molen onttakeld.
De stenen romp bleef nog lange tijd staan. Op de plaats van de molen werd door de familie Lith de Jeude een koepel gebouwd. Later verdween deze koepel weer en er kwam een woonhuis voor in de plaats.

Eigenaars vanaf 1835: Johannes Driessen & Consorten, Gerrtit van Soelen, Jillis van Soelen, Willem Gerrit van Florestein, Jan Jansen Jr., Cornelis Johannes Groenendaal, Gerrit Jan v/d Pol en Abraham Haspels Gzn.

Bron: Gelders Molenboek ,1982.
Rob Pols.

aanvullingen

trivia
Kap, as, gaande werken etc zijn al in 1904 verwijderd om elders te worden gebruikt:

In 'De Molens van Limburg', P.W.E.A. van Bussel 1991 staat op blz. 574:
"De Coöperatieve St. Joseph's molen op Heide (Venray); in 1904 bouwvergunning. 9 juli van dat jaar in bedrijf gesteld. Vlucht 26 meter. De roeden, molenas, gang- en maalwerk met 2 koppel stenen afkomstig uit Tiel (1722)."
-----
Amsterdamse courant, 11 juli 1722
"Maendag den 13 July zullen de Tydlyke Gasthuysrmeesters binnen Tiel, ten overstaen van de Heeren van de Magistraet aldaer, aen de minst aennemende Besteden, het maken van 't Houtwerk en Metzelwerk van een Koorn Windmolen op de wal der voorsz. stad, zullende 't Houtwerk van den tegenwoordigen Molen by den aannemer van 't Houtwerk werden geprofiteert. De Conditien en Bestekken zyn te zien by den Heer Gerard van Leuven, Boekhouder van 't voorn. Gasthuys. "

Utrechtsche Courant, 23 maart 1818:
"De Notaris Dirk de Jongh, te Tiel, zal op Maandag den 30 Maart 1818, des namiddags om vijf uren, ten huize van den Kastelein Aart van Wessem, te Tiel, finaal verkoopen:
Een Steenen Wind-Koren Molen, met twee paar stenen en een behoorlijk Pelwerk, staande binnen de staf Tiel op de Wal, nabij de rivier de Whaal, de Gasthuismolen genaamd, met succes geëxerceerd wordende en een ruim bestaan opleverde, te aanvaarden. 1. November 1818, tot welken tijd dezelve in huur is tegen ƒ 500 in het jaar; zijnde die molen ingezet en verhoogd tot de somma van ƒ 5450."

Opregte Haarlemsche Courant, 4 okt. 1828:
"Te huur of te koop: De helft in een wind-korenmolen, en nog een wind-korenmolen, met daarbij zijnde huis, bouwhuis, stal en tuin, alles staande en gelegen in Tiel, welke Molens een zeker gemaal voor circa 5000 zielen hebben en alzoo een goed vast bestaan opleveren, te aanvaarden primo Mei 1829. Te bevragen met vrachtvrije brieven bij J. Driessen te Tiel."