Molen De Blazekop, Ovezande

Ovezande, Zeeland
b

korte karakteristiek

naam
De Blazekop
modeltype
Kantige molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf

adres
Molenweg 3A
4441 TL Ovezande
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Blazekop via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
04896
oude dbnr.
B904
Meest recente aanpassing
| Tellerstand
media-bestand
Molen 04896 De Blazekop (Ovezande)
Pieter Zuikerbuijk (5-8-2015)

locatie

plaats
Ovezande
plaatsaanduiding
Blazekop
gemeente
Borsele, Zeeland
streek
Zuid-Beveland
kadastrale aanduiding
Gemeente Borsele, sectie L, nr. 1144
geo positie
X: 44931, Y: 383666
N: 51.43135, O: 3.80433
biotoopwaarde
3 (matig)
landschappelijke waarde
Zeer groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Molenweg 3A
4441 TL Ovezande
molenaar
Ad Braamse / Peter Bak
telefoon
0113-215659
e-mail

website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Als de molen draait.

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden

constructie

modeltype
Kantige molen, beltmolen
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Houten achtkant, gedekt met riet, op hoge gemetselde voet met pilasters.
kap
Gedekt met dakleer
inrichting

Eén koppel 17der blauwe stenen op windkracht; één koppel 17der blauwe en één koppel 17der kunststenen elektrisch aangedreven; buil; graanreiniger; twee mengketels; elevator; elektrisch luiwerk; steenkraan.

versieringen

Op de zuidoostelijke 2 m hoge stenen veldmuur is een eenvoudige gevelsteen met tekst aangebracht: De eerste steen is gelegd door P.M. de Jonge en A.A.br Rijk 8 maart 1884.

Fraaie baard, wit geverfd, met in het midden van de onderrand een witte cirkel, van de rest afgescheiden door een groene bies. In deze cirkel uitgezaagd “en ajour” een zespuntige rode ster, waarin een witte ster met evenveel punten. Ter weerszijden van dit middengedeelte van de onderrand zijn twee maal twee diep ingesneden krullen uitgezaagd, groen afgebiesd. Op het witte vlak zijn uitgehakt naast elkaar, dit vlak verdelend in gelijke stukken, drie langwerpige horizontale ovalen, rood, waarin met witte letters:
F:W.     H:F.     W:N.
Bovenop de baard staat uitgehakt: ANNO 1884 in rode letters en cijfers.
N.B. Bij de restauratie van 1968 bleek aan de achterzijde van de baard het jaartal 1791 - het oorspronkelijke bouwjaar te Eemnes - ingehakt.

plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Rollenkruiwerk; ijzeren en houten rollen om en om. Kruilier.
vlucht
25,00 m.
vang
Vlaamse vang; 4 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Pal.
overbrenging

Bovenwiel 61 kammen
Bovenschijfloop 26 staven, steek 13,3 cm.
Spoorwiel 93 kammen
Steenschijfloop 34 staven, steek 9,0 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 6,42

hoogte
van de belt: 2,50 m.
wiekvorm
Binnenroede Oud-Hollands; buitenroede systeem Bilau
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 17, Verdonkschot
Verdonkschot
✉︎ 17 binnen 2010 2011 binnen aanw. 25,00
Verdonkschot ✉︎ 18 buiten 2010 2011 buiten aanw. 25,00
media-bestand
Roede 976, Pot
Pot
✉︎ 976 buiten 1876 1935? buiten 2010 24,84
Pot ✉︎ 728 binnen 1872 1935> binnen 2010 24,84
wiekverbeteringen

Rond 1933 heeft deze molen, te beoordelen naar oude foto's, een soort van halve verdekkering op beide roeden gehad (idee van Van Riet?). 
In 1935 werd hier, als eerste molen in Nederland, de buitenroede van het systeem Bilau voorzien. Na de tweede roedebreuk (1942) werd dit weer verwijderd en vervangen door Oud-Hollands (nu wel met remkleppen, bedienbaar door de bovenas).
In 2011 heeft men bij de grote restauratie weer gekozen voor Bilaukleppen op de buitenroede. De binnenroede werd Oud-Hollands opgehekt.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As 1030, De Prins van Oranje
De Prins van Oranje
✉︎ 1030 1876 1884 aanw. 05,30
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf

afkomstig van
omwentelingen
eigendomshistorie

De Stichting de Blazekop is eigenaar sinds 2011, daarvoor was dat de Stichting Monumenten Goes sinds 2007; daarvoor was dat ruim een eeuw de familie De Baar.

geschiedenis

De geschiedenis van de huidige molen van Ovezande begint min of meer, als de weduwe De Bie “te Ovezand bij Goes” in het Nieuws van den Dag (kleine courant) van 13 september 1883 een achtkante molen “geschikt ter verplaatsing, om voor Korenmolen in te richten, of gedeelten daarvan” te koop vraagt.

Die weduwe had op dat moment al heel wat achter de rug: zij heette van oorsprong Maria Remijn, was geboren 11 april 1814 te Baarland, huwde op 10 mei 1839 in datzelfde dorp Adriaan Rijk, 29 jaar oud en van beroep landbouwer. Het jonge paar moet evenwel in de jaren daarna betrokken zijn geraakt bij de molen van Ovezand: volgens “De Molens van Zeeland” kocht Rijk de molen op 21 november 1844 uit de nalatenschap van J.H. Boonman. 
Adriaan Rijk werd niet oud: hij overleed op 28 december 1848 op 39-jarige leeftijd. Maria bleef met zeven kinderen achter en heeft het bedrijf kennelijk voortgezet.
Ruim 4 jaar later, 27 juni 1853, hertrouwde zij, dan vermeld als ‘molenaarster’, met Wilhelmus de Bie, 35 jaar oud. Deze laatste was boerenknecht, geboren te Halsteren maar ten tijde van zijn huwelijk woonachtig te ’s Heerenhoek.
Verdrietig voor Maria de Bie - Remijn: ook haar tweede man stierf veel te vroeg. Wilhelmus de Bie overleed op 30 juli 1861, 43 jaar oud. Ten tijde van zijn dood staat hij, net als Adriaan Rijk eerder, te boek als molenaar.

Twee keer weduwe, tien kinderen en ruim 20 jaar verder was de levenslust van Maria de Bie - Remijn blijkbaar nog niet verdwenen: zij moet het bedrijf al die tijd alleen hebben geleid en wilde in 1883, inmiddels 69 jaar oud, gezien het feit dat zij een molen te koop vroeg, kennelijk nog niet stoppen! 

Een tweedehands molen te koop vragen houdt in dat de bestaande molen daar niet langer voldeed of afgebrand was. Over die voorganger staat in beide uitgaven van “De Molens van Zeeland” deze wat merkwaardige zin: “Vóór 1884 stond ter plaatse een standerdmolen, die in ongeveer 1863 moet zijn verdwenen”. Vreemd, want dan zou er ruim 20 jaar daar geen molen hebben gestaan en voor een motormaalderij moet het in het tamelijk geïsoleerd gelegen Ovezand veel te vroeg zijn geweest. 
Er is duidelijk bewijs dat het anders is gegaan: in de Goessche Courant van 30 oktober 1884 wordt de verkoop van “eene groote partij Afbraak, meerendeels Eikenhout, van een Windkorenmolen” aangekondigd. Dit alles “ten verzoeke van en nabij de woning van de weduwe Wm. De Bie, onder Ovezand”.
Conclusie: de huidige achtkante korenmolen van Blazekop onder Ovezande is daar gebouwd ter vervanging van een standerdmolen die als te klein en/of versleten werd beschouwd. Het meest waarschijnlijk lijkt dat de oude molen pas is afgebroken toen de nieuwe klaar was, in oktober 1884, ruim een jaar nadat de weduwe de advertentie in Het Nieuws van den Dag had laten plaatsen. 

Die achtkante molen “om voor Korenmolen in te richten” kwam uit Eemnes. Daar werden in 1883 de twee molens van de polder Eemnes-buitendijks, een scheprad- en een vijzelmolen, vervangen door een stoomgemaal. Vooralsnog lijkt het waarschijnlijk dat de schepradmolen, te Eemnes aangeduid als de Noordmolen te Veld, naar Ovezande is verplaatst. Die schepradmolen was in Eemnes in 1791 nieuw gebouwd, een jaartal dat ook op de baard in Ovezande (zij het aan de achterzijde) is aan te treffen. Ook bevat die baard nog steeds onder meer de letters ‘HF’, mogelijk de initialen van Heyn Feddrijks, de molenmaker uit Lemmer die deze molen in Eemnes bouwde. Ook de relatief grote hoogte van de maalzolder wijst op een schepradverleden: een vijzelmolen heeft geen hoge begane grond nodig, een molen met binnenscheprad doorgaans wél. Verder zijn te Ovezande in een vloer delen aanwezig die ooit van een houten scheprad zijn geweest. 
Wat niet uit Eemnes meekwam, was de bovenas: de Noordmolen daar behield tot het einde in 1884 een houten as (en had zelfs nog een betrekkelijk nieuwe houten wateras). De in Ovezande aanwezige as moet van elders gekomen zijn.

De weduwe De Bie - Remijn overleed op 1 november 1901, 87 jaar oud, te Wolphaartsdijk. Aalbregt de Bie, enige zoon uit haar tweede huwelijk en vermoedelijk sinds 1887 eigenaar, verkocht de molen in 1906 aan zijn zwager Jacob de Baar. Op dat moment was De Bie’s echtgenote Cornelia de Baar al overleden (en waren tenminste drie van hun vijf kinderen maar enkele dagen oud geworden). Een lang leven rond de molens van Ovezande was niet iedereen gegund! 

In 1913 liet De Baar aan de noordkant tegen de molenbelt een motorhok bouwen waarin een zuiggasmotor van het fabricaat Dekkers Roosendaal werd geplaatst. Via een tunneltje door molenbelt liep een horizontale as en onderin de molen bevond zich een haakse overbrenging op een lange verticale as die via een schijfloop het spoorwiel aan kon drijven. De Baar moest hierbij veel moeite voor doen in verband met de hinderwet. 

De motor was duidelijk bedoeld als hulpgemaal, want de windkracht werd nog volop gebruikt, sterker nog: deze molen kreeg in 1935 als eerste in Nederland het systeem Bilau. Dit systeem, rond 1930 ontwikkeld door de Duitse ingenieur Kurt Bilau, combineerde een stroomlijnneus met een grote draaibare zwichtklep (die laatste ter vervanging van een zeil). Het systeem werkte zeer goed en De Baar was van meet af aan bijzonder tevreden, maar er waren twee grote nadelen: het was, met alle metalen onderdelen, erg zwaar en ook duur.
De firma Wijnveen, licentiehouder voor Nederland, stak in Ovezande om te beginnen een andere, tweedehands, buitenroede en plaatste vervolgens het systeem daarop. Het verschil met de toenmalige binnenroede was groot: dat was een houten borstroede(!).  

Dat het systeem zwaar was kwam men in Ovezande al snel aan de weet: op 12 februari 1938 brak de buitenroede. Evengoed liet De Baar zich hierdoor niet afschrikken: de roede werd gerepareerd en ook heeft men in diezelfde tijd de bovenas doorboord, kennelijk werd het Bilausysteem daarvoor werden de kleppen bediend door het spannen van een stel veren door middel van een liertje.
Steeds liet De Baar zich lovend uit en deelde onder meer aan De Hollandsche Molen mede, hoe makkelijk het systeem wel niet werkte, zowel bij veel als bij weinig wind.
De tweede roedebreuk in 1942 deed evenwel toch de deur dicht: het Bilausysteem was wederom te zwaar gebleken. Wat, na reparatie van de roede, terugkeerde was een Oud-Hollandse ophekking, maar wel met remkleppen op de binnenroede, te bedienen door de as.

In 1947 lukte het De Baar niet om overeenstemming te vinden over een betaalbare elektriciteitskabel naar molen, buurtschap en een deel van Ovezande-dorp te krijgen. Daarom besloot hij, zélf elektriciteit op te wekken en de versleten zuiggasmotor door een 40Pk elektromotor te vervangen. Deze werd in de molen geplaatst, in het motorhok kwam, bij wijze van aggregaat, een diesel met generator.
In 1955 verwijderde men die hulpaandrijving en kwam er onderin de molen een tweedehands maalstoel waar de 16der kunst- en een van de twee blauwe 17ders worden geplaatst (één 17der werd niet afgemonteerd). Hierbij komt een elektromotor van 27 Pk en deze dreef ook andere machines op de maalzolder aan.
Voor het malen op de wind betekende dit in Ovezande het einde: de molen stond stil en raakte langzaam in verval.

In 1968 volgde een herstelbeurt die hier uitliep op een complete metamorfose: de houten bekleding met dakleer van zowel romp als kap werd vervangen door riet. De molen zag er daarna zonder meer fraai uit maar zó had deze molen er in Ovezande nooit eerder uitgezien.

Na die grote herstelbeurt liet molenaar De Baar het wiekenkruis nog regelmatig rondgaan, tot dit vanwege zijn slechter wordende gezondheid steeds minder werd, in 1995 gebeurde dit voor het laatst. Eenmaal stilstaand raakte de molen snel in verval. 

In later jaren werd de vereniging 'Vrienden van molen De Blazekop'' opgericht. Deze trok zich het lot van de molen aan en streefde naar herstel. In eerste instantie werd de kap, waar het riet al grotendeels van verdwenen was, afgedekt met een groot zeil.
Op 1 december 2005 besloot de gemeente Borsele garant te staan. De  molen werd in 2007 eigendom van de Stichting Monumenten Goes. Deze kocht hiermee niet alleen de molen, maar ook de grond, molenaarswoning en twee schuren.

In juni 2010 is begonnen met de dringend noodzakelijke restauratie: beide roeden werden gestreken en de kap afgenomen. Die laatste heeft men naast de molen gerestaureerd. Ook viel toen het besluit, het systeem Bilau hier te reconstrueren.
In maart 2011 is de geheel herstelde kap weer aangebracht. Gedekt met dakleer, dus in ieder geval in stijl met de situatie, zoals die vóór 1968 was. Het is de bedoeling dat, zodra daar aanleiding toe is, ook de bedekking van de romp weer wordt uitgevoerd in dakleer, nu volstond men met reparatie van het rietdek.
Begin juni 2011 werden de nieuwe roeden gestoken; op 22 juni werd er proefgedraaid. De veren die het Bilausysteem dienen zijn afkomstig van de (allang weer verdwenen) fokken van De Roode Leeuw te Gouda; eerst als proef, maar de ruim 25 jaar(!) oude veren bleken nog in zo'n conditie dat is besloten ze in Ovezande te handhaven. 

De molen draait regelmatig, gemalen wordt er niet meer.

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen heeft vroeger geen naam gehad. Tegenwoordig wordt gesproken van 'De Blazekop', naar het gehucht buiten Ovezande waar de molen gelegen is.

unieke eigenschap

De enige molen in Nederland met op één roede (opnieuw) het systeem Bilau.

literatuur

Bronnen: onderzoek door Jan de Witte en Leo Middelkoop op basis van gedigitaliseerde archieven (Zeeuwen Gezocht, Allemolens, polderarchief Eemnes en div. historische kranten) en nadere informatie van Peter Bak.

trivia

Toen deze molen in 1935 als eerste in Nederland het Bilausysteem kreeg, trok dit veel aandacht onder vakmolenaars. Molenaar Warmolts uit Norg (Drenthe) kwam met zijn vrouw per tandem(!) helemaal naar Ovezande om dit te bekijken. Warmolts raakte kennelijk overtuigd, want niet veel later liet hij dit systeem ook op zijn molen toepassen, eerst op één en later op beide roeden en daar zit het nog steeds.

foto's

foto's