Molen Klooster Redemptoristen, Wittem

Wittem, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
Klooster Redemptoristen
modeltype
Watermolen
functie
pompmolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig (zie 'Aanvullingen')
bestemming
Vh. het pompen van water, thans (tijdelijk) buiten bedrijf.
adres
Wittemer Allee 32
6286 AB Wittem
beek
Sinzelbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van Klooster Redemptoristen via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
11058
oude dbnr.
B488
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 11058 Klooster Redemptoristen (Wittem)
De molen is in 2015 gerenoveerd.
Kees van Drie (18-8-2015)

locatie

plaats
Wittem
plaatsaanduiding
beek
Sinzelbeek
gemeente
Gulpen-Wittem, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Wittem, sectie B, nr. 4769
geo positie
X: 192082, Y: 313930
N: 50.81405, O: 5.91333
biotoopwaarde
landschappelijke waarde

contact en bezoek

bezoek/postadres
Wittemer Allee 32
6286 AB Wittem
molenaar
telefoon
e-mail

website
social media
open voor publiek
nee
gericht op scholen
nee
bijzonderheden

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting

Waterpomp

gangwerk
wateras
rad
Zuppingerrad
rad diameter
02,50 m.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig (zie 'Aanvullingen')
bestemming
Vh. het pompen van water, thans (tijdelijk) buiten bedrijf.
omwentelingen
geschiedenis

Misschien vragen sommige lezers zich af: ’Een waterrad in Wittem? Nooit van gehoord. Waar bevindt zich dat?’ Het antwoord luidt: Het ligt verscholen ergens in de tuin van het klooster Redemptoristen, achter het beeld van pater Bernard, in de onmiddellijke nabijheid van een zijtak van de Sinzelbeek (ook wel Selzerbeek genoemd) die onder geheel de tuin door stroomt.
Deze zijtak is aangelegd in de tijd waarin kerk en klooster gebouwd werden, dus rond 1730.
In het boek van pater Mosmans, waarin hij de geschiedenis van kerk en klooster beschrijft is te lezen: "Ten Noord-Westen, achter kerk en klooster, strekte zich een ommuurde, opwaarts glooiende tuin uit, waar, door een opzettelijk ter wille van het klooster gegraven aftakking, de Sinzelbeek haar wateren langs de voet van een terras deed stromen". Toen was het nog een open beek die diende voor de watervoorziening van het klooster toentertijd bewoond door de paters Kapucijnen.
Nú stroomt de beek door een overwelfde, gemetselde tunnel. Deze is aangelegd kort na, of tijdens, de bouw van de inpandige korenmolen, verderop aan de Wittemer Allee (huisnr. 38). Deze molen is gebouwd kort na 1836, dus rond de tijd waarin de Redemptoristen zich te Wittem vestigden. Ook nu diende de beek voor de watervoorziening van het klooster.

Dat dit niet altijd zonder problemen verliep, moge blijken uit de volgende passage, ontleend aan de Huiskroniek van het klooster (Inv.nr.3, blz.130) onder 1 augustus 1886. "Dikwijls, vooral bij eenige droogte van slechts weinige dagen gebeurde het dat er in den vergaderbak boven de loca communia [de toiletten] gebrek ontstond aan water, voor de zindelijkheid zoo noodzakelijk en voor het dagelijks gebruik zoo nodig. Door pompen, een zwaar en steeds terugkerend werk werd veelal in dit gebrek enigszins voorzien. Thans is onder leiding van br. Vincentius een doelmatig toestel gemaakt om het water der beek, die door onzen tuin loopt, door eene perspomp langs buizen, naar genoemde plaats te brengen. Deze pomp, in eene gemetselde nis in de onmiddellijke nabijheid van de beek aangebracht, wordt bewogen door den slag des waters tegen een houten rad, dat dan den hefboom der pomp op en neer doet gaan. Om het rad te doen draaien is het voldoende een kleine sluis te laten zakken, waardoor dan het water, in plaats van rechtdoor te lopen, eenen zijweg neemt en daar op het rad stuit. (…). Het is mij niet mogelijk geweest opgave te verkrijgen der kosten van dit werk". Aldus pater Alphons Jansen, toentertijd kroniekschrijver van het klooster.

Het zal duidelijk zijn dat het waterrad dat zich nu nog op dezelfde plek bevindt (zie foto) niet het houten rad is uit 1886; het is inmiddels vervangen door een ijzeren rad, dat danig verroest is. Ook de pomp is nieuw. Van wanneer zij dateert, is niet goed te achterhalen. Jarenlang hebben pomp en waterrad ertoe gediend het klooster van water te voorzien.
Toen de nieuwbouw was gereedgekomen (1938) werden op de zolder van de nieuwbouw grote tanks geplaatst, waarheen het water opgepompt werd. Dat heeft geduurd tot eind negentiger jaren van de vorige eeuw; toen werd het klooster aangesloten op de waterleiding.
Vermeldenswaard is nog dat er ooit, rond 1905, een ware strijd gewoed heeft rond beek en rad. Wij laten de Kroniek weer aan het woord: "In de loop van dit jaar 1905 is een proces begonnen met de familie Merckelbach omtrent het eigendomsrecht op de Selzerbeek, die door onze tuin stroomt. (…). Reeds in september 1904 heeft de familie Merckelbach eene sluis op de beek gesloten zonder eenige aanzegging. Wanneer het water aldus plotseling opgehouden werd, kunnen wij groote schade hebben, b.v. als wij juist aan het brouwen zijn. Protest van onzen kant baatte niets. ‘Wij zijn eigenaar van de beek, wij houden het water op en zeggen van te voren niets meer aan’, zo luidde het antwoord. Adm. RP.Rector, Joseph Deckers, die zich in deze zaak allerverdienstelijkst gemaakt heeft, stelde een groot stuk op: 'Ons recht op de zijtak der Selzerbeek uit juridisch oogpunt, opgemaakt voor een proces (…)'’. Z Z (Zijn Zeer) Eerw. bracht de zaak voor den bisschop van Roermond, Mgr. Drehmans. Deze bood zich als scheidsrechter aan. Merckelbach wilde Mgr. niet als zodanig erkennen. Mgr. stelde voor om als middelaar op te treden. Ook dit verwierp de fam. Merckelbach. Adm. RP Rector, teneinde een proces te vermijden, vroeg aan Merckelbach: 'Wat verlangt gij om niet voor het gerecht te komen met deze zaak?' De onzinnige eisch luidde: 'Ons eigendomsrecht moet gij erkennen, en elk jaar ƒ 100,-- aan ons betalen'. (Het Proces Merckelbach. (Kroniek Inv. nr. 3, blz. 367).
Nu werd in maart 1905 ons verschil met Merckelbach bij de rechtbank in Maastricht aanhangig. Onze advocaat was Mr. Haex, de advocaat der tegenpartij Mr. Savelberg. Adm. RP Rector vatte onze geschillen met de fam. Merckelbach over de Selzerbeek in een groot verslag tezamen, vergezeld van een gedrukte Memorie van Toelichting (…).
De argumenten in ons voordeel zijn zeer sterk, de tegenbewering van M. echter zeer zwak. Mr. Savelberg ontkent onze rechtspersoonlijkheid, ofschoon Z.M. Willem II den 28sten november 1841 ons huis te Wittem als zedelijk lichaam erkend heeft.
Den 16den november 1905 heeft Savelberg zijn laatste antwoord aan Haex gegeven, zodat wij nu verder de uitspraak van de rechtbank afwachten.
Eene andere wending kreeg deze zaak door het bezoek van onzen Hoogw. Pater Generaal, Mattias Raus, in 1906 aan onze provincie. Het was nl. tijdens de visitatie in augustus van dat jaar dat ZHE (Zijn Hoog Eerwaarde) met ZEP (Zeer Eerwaarde Pater) ter Haar, minister des huizes, een bezoek bracht aan de familie Merckelbach. Later vernamen wij dat op eene menselijke schikking van beide partijen was aangedrongen. En inderdaad, den 1sten maart 1907 werd door de fam. Merckelbach eenerzijds en Adm. RP ten Winkel anderzijds eene transactie geteekend, waardoor het proces is geëindigd (…). D.G. et M”. (Deo Gratias et Mariae; d.i..Aan God zij dank en aan Maria). P.Deckers was op 6 december 1906 plotseling overleden; P. Joannes ten Winkel was zijn opvolger.

Tekst (heel licht door de redactie bewerkt): Joseph Konings CssR, archivaris van het klooster Redemptoristen.



 



aanvullingen

wetenswaardigheden

Er bestaan nu plannen om het geheel te restaureren en hiervoor fondsen te gaan werven. Het rad is dermate roestig, dat het vervangen moet worden; de pomp kan gereviseerd worden. Ook dient de watertoevoer van de Selzerbeek te worden verbeterd.

foto's

foto's