Molen St.Petrus / Gitzelsmolen, Venray

Venray, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
St.Petrus / Gitzelsmolen
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1941
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
adres
Sportlaan 10
5801 AH Venray
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van St.Petrus / Gitzelsmolen via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
01956
oude dbnr.
B482
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01956 St.Petrus / Gitzelsmolen (Venray)
Marcel van Nies (15-8-2016)

locatie

plaats
Venray
plaatsaanduiding
gemeente
Venray, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Venray, sectie L, nr. 1773
geo positie
X: 195696, Y: 391981
N: 51.51536, O: 5.97349
biotoopwaarde
1 (slecht)
landschappelijke waarde
Deze wordt uit sommige richtingen sterk verminderd door beplantingen.

contact en bezoek

bezoek/postadres
Sportlaan 10
5801 AH Venray
molenaar
Appie Koenders / Coby Weerts
telefoon
0478-582058
e-mail

social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
nee
op afspraak
nee
openingstijden
op afspraak
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
Ronde stenen molen
kap
Gedekt met dakleer
inrichting

Eén koppel 16der kunststenen; sleepluiwerk (ook elektrisch aan te drijven)

versieringen

Eenvoudige baard, op de koppen van de voeghouten aangebracht, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met de opschriften 'St. Petrus' en 'Anno 1856'.

Gevelsteen (zie ook 'Geschiedenis') met de tekst:
"ST PETRUSMOLEN
wil God bewaren
voor vuur en stormen
nog honderd jaren".

plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Engels. Kruilier.
vlucht
24,50 m.
vang
Vlaamse vang; onbekend aantal stukken. Vangbalk met haak; vangtrommel.
overbrenging

Bovenwiel 61 kammen
Bovenschijfloop 30 staven
Spoorwiel 70 kammen
Steenschijfloop 24 staven
Overbrengingsverhouding 1 : 5,93

hoogte
van de belt: 3,40 m.
wiekvorm
Systeem van Bussel op beide roeden
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Vaags ✉︎ 27 buiten 1999 2000 buiten aanw. 24,50
Vaags ✉︎ 28 binnen 1999 2000 binnen aanw. 24,50
Clephas ✉︎ g.n. binnen 1963 1964 binnen 2000 24,50
Clephas ✉︎ g.n. buiten 1963 1964 buiten 2000 24,50
Fransen ✉︎ g.n. buiten 1921 1921? buiten 1964? 26,20
Fransen ✉︎ g.n. binnen 1916 1916? binnen 1964? 26,00
wiekverbeteringen

In 1938 kreeg deze molen op beide roeden het systeem Van Bussel. Bij het herstel van de schade van 14 november 1940 werd dit in 1941 opnieuw aangebracht.
In 1964, bij nieuw herstel, werd de buitenroede evenwel weer Oud-Hollands opgehekt.
Thans heeft de molen weer op beide roeden het systeem Van Bussel.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
NSBM Fyenoord ✉︎ g.n. 1846 1941? aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
molenmaker
Gebr. Wijnhoven, Venray (1856)
omwentelingen
geschiedenis

In Venray was deze molen vroeger beter bekend als de molen van Gitzels, een oude molenaarsfamilie die bijna anderhalve eeuw in het bezit van de molen is geweest. Deze kwam in de eerste helft en in het midden van de vorige eeuw voor als pachters van de Bossche molen en de windmolen in de buurtschap Aan de Leunsche Molen. Ook bij de watermolens van Venlo kwam deze familie- naam reeds vroeg voor.
Johannes Hubertus Gitzels, die molenaar in Venray was, kocht van de wever en landbouwer Martinus Custers In de Wieën een perceel bouwland waarop hij door de molenmaker Martin Wijnhoven uit Venray in de jaren 1855-56 een windkoren- en oliemolen liet bouwen. Aanvankelijk had Gitzels zijn oog laten vallen op een terrein Op de Kemp. Het gemeentebestuur wilde daarvoor geen bouwvergunning afgeven, vanwege de concurrentie met de kerkelijke Bossche molen. Tegen de bouw op het perceel bouwland van Custers, gelegen tussen Veltum en de buurtschap Aan de Leunsche Molen, had de gemeente geen bezwaren.
Op 29 juni 1856, de feestdag van de apostelen Petrus en Paulus was de molen gereed en daarom werd St. Petrus als patroonheilige gekozen. Naast de gebruikelijke veldvruchten werd er ook mout, dit is gebrande of geëeste gerst, gemalen voor de brouwerijen, waarvan er toen vijf in Venray gevestigd waren. Bovendien had het dorp nog een branderij.

In 1908 vererfde de molen aan zoon Peter Jacob Gitzels en bleef tot 1932 in die familie. Vervolgens kwam de molen door deling en scheiding in het bezit van Jan Coenders, getrouwd met Anna Maria Gitzels, die vanaf zijn huwelijk in 1920 eveneens molenaar op de St. Petrusmolen was.


Jan Coenders verkocht de molen in 1937 aan Gerardus Hubertus 'Graad' Stoks. Deze had in 1919 de St. Annamolen gekocht. Hij gebruikte deze molen slechts een paar jaar omdat hij in 1921 de motormaalderij met een 20 PK Stockport-zuiggasmotor en de houtzagerij op het Boschveld van J. Claessens - Van Wijnhoven had overgenomen.

De St. Petrusmolen was echter omstreeks 1937 aan een flinke onderhoudsbeurt toe. Medio 1938 werd hij door de molenmakers van de firma Chr. van Bussel uit Weert grondig hersteld en voorzien van Van Bussel-stroomlijnwieken.

In de nacht van 13 op 14 november 1940 raasde er een zware storm met orkaankracht over Zuid-Nederland en in de vroege morgen werd de kap met het gevlucht en de staart van de romp gerukt. Eén van de bijkomende oorzaken van het ongeluk was een minder juiste plaats van de kap op de romp. Het was een zware slag voor Stoks, die pas twee jaar tevoren de molen had laten opknappen.
Dankzij de medewerking van molenvrienden in Venray konden Willem Adriaens en Jan Stijnen, de molenmakers van Chr. van Bussel, die ook in 1938 het herstel uitvoerden, reeds in mei 1941 met de herbouw beginnen. De nieuwe kap werd ongeveer 40 cm naar achter geplaatst, zodat het grote gewicht beter over het kruiwerk en de romp werd verdeeld. Tevens werd de kap aan de achterzijde lager gebouwd en kreeg een vloeiender verloop. De achterkant - het achterkeuvelens - werd bovendien achteroverhellend gemaakt, zodat de korte spruit minder kon inwateren. Zoals voorheen kreeg de molen weer Van Bussel-stroomlijnwieken.
Op 12 juli 1941 vond een plechtige en feestelijke inbedrijfname plaats. Volgens oud-Limburgs gebruik werd de molen door de pastoor ingezegend. Jhr. mr. F. van Rijckevorsel, lid van het dagelijks bestuur van de Vereeniging De Hollandsche Molen, had voor het herstel van deze molen, in het bijzonder op financieel gebied, het bijna onmogelijke bereikt. Als blijvende herinnering liet hij bovendien in de molenromp boven de poort een gedenksteen aanbrengen met de beeltenis van St. Petrus.

Gedurende de gevechtshandelingen om Venray kreeg de molen in oktober 1944 weliswaar voltreffers uit Brits geschut, maar de Duitsers, die de molen als uitkijkpost gebruikten, lieten hem, om onbegrijpelijke redenen, verder ongemoeid.
Tijdens de bevrijding was de familie Stoks geëvacueerd. Zij werd echter kort daarna uit het Brabantse Aarle-Rixtel teruggeroepen om de molen weer te laten malen voor de achtergebleven en terugkerende inwoners van Venray. Zeven dagen per week, dag en nacht, werd er gemalen voor de voedselvoorziening. Dankzij de stroomlijnwieken kon de molen met weinig wind volstaan. Bovendien verkeerde hij in prima staat, zodat de meelvoorziening voor het grootste deel op zijn rekening kwam. Voor Graad Stoks, die niets liever dan een draaiende molen zag, waren dit hoogtijdagen.

Op 1 januari 1956 droeg Graad het maalbedrijf over aan zijn zoon Piet. Enige jaren daarvoor was het bedrijf nieuw ingericht met een elektrische hamermolen en een menger. Ook Piet Stoks moest zich noodgedwongen aanpassen aan de behoefte van de nieuwe ontwikkelingen in de veehouderij. De molenromp zou als silo worden ingericht. Dit plan vond geen doorgang; de aanpassing bleef beperkt tot een uitbreiding waarvoor een gedeelte van de berg werd weggegraven. De aanbouw van een lage moderne woning deed wel enige afbreuk aan het geheel.

Omstreeks 1960 was deze molen, bijna 20 jaar intensief gebruikt, aan een opknapbeurt toe. De Hollandsche Molen nam initiatieven. Het ging ook om de laatste complete molen van Venray.
Uiteindelijk waren in 1963 de middelen beschikbaar en kon de molenmaker Hubert Beijk uit Afferden met de restauratie beginnen. Er werd een nieuwe kap geplaatst, de twee roeden werden gelast door het plaatselijke constructiebedrijf Clephas, een roede werd gestroomlijnd volgens het systeem Van Bussel, onder de koning werd een nieuwe ijzeren draagbalk gelegd, het binnenwerk werd met een koppel 17der stenen maalvaardig gemaakt en het metselwerk van de romp werd hersteld. Op 25 juli 1964 kon de Venrayse burgemeester M. Custers de vang weer lichten.

Piet Stoks overleed plotseling,  55 jaar oud, in 1977. Van zijn jongensjaren af had hij de molen vrij in het landschap tussen de korenvelden zien draaien. Hoewel hij zelf de nieuwbouw laag moest houden, zag hij dat langs de aangelegde sportvelden door de gemeente bomen werden geplant, die de molen de wind geheel uit de zeilen zouden nemen. Zoals later bleek vormt het geheel een dissonant in het landschap.

In 1985 werd de handel in veevoer en voeders voor huisdieren stilgelegd. Paul Stoks, een broer van Piet, hield de molen daarna zo goed mogelijk draaiende; later werd hij bijgestaan door vrijwillig molenaar J. Schoenmakers uit Well.
Nog steeds wordt de molen regelmatig op vrijwillige basis in werking gesteld.

In het late voorjaar van 2020 kreeg de molen opnieuw een opknapbeurt. Ditmaal betrof het voornamelijk de staart.


aanvullingen

toelichting naam

De bouw van deze molen kwam gereed op 29 juni 1856, de feestdag van de apostelen Petrus en Paulus. Vandaar de naam Sint Petrus.
Ook was de molen vroeger bekend als Gitzelsmolen, naar de familie die deze molen anderhalve eeuw in bezit had.

foto's

foto's