Molen De Grauwe Beer, Beesel

Beesel, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
De Grauwe Beer
modeltype
Kantige molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1952 / 1983 / 2014
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Kerkeveldweg 1
5954 NG Beesel
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Grauwe Beer via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
17091
oude dbnr.
B400
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis
media-bestand
Molen 17091 De Grauwe Beer (Beesel)
Marcel van Nies (22-7-2017)

locatie

plaats
Beesel
plaatsaanduiding
gemeente
Beesel, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Beesel, sectie N, nr. 325
geo positie
X: 199559, Y: 364168
N: 51.26508, O: 6.02564
biotoopwaarde
5 (goed)
landschappelijke waarde
Bijzonder groot, fraai gelegen aan de oever van de Maas

contact en bezoek

bezoek/postadres
Kerkeveldweg 1
5954 NG Beesel
molenaar
Joep Derckx / Paul Sijben
telefoon
077-4741390/3732773
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden
zaterdag 11.00 - 17.00 uur en op afspraak
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
ja
informatie voor scholen
schoolbezoek alleen op afspraak intresse bel 0644854247
bijzonderheden
Thomassen dieselmotor uit 1930 in bijgebouw

constructie

modeltype
Kantige molen, beltmolen
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Houten achtkant, gedekt met dakleer, op lage voet
kap
Gedekt met dakleer
inrichting

Eén koppel 17der kunststenen en één koppel 15der kunststenen; sleepluiwerk.
In de onderbouw een mengketel en (op een maalstoel) een koppel elektrisch aangedreven 16der kunststenen; 20 pk. Thomassen dieselmotor (thans voor de opwekking van elektriciteit).

versieringen

Eenvoudige baard (1983), groen geverfd met aan de onderrand enige versieringen in rood en wit. In gele schrijfletters "De Grauwe Beer".

Groen geverfde achterbaard, aan de onderrand aan weerszijden een accolade, wit geverfd, de krullen opgevuld met rood. In geel: "anno 1604".

plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Engels; 31 ijzeren rollen. Kruilier.
vlucht
21,60 m.
vang
Stutvang; onbekend aantal stukken. Vangbalk met haak; vangtrommel.
overbrenging

Bovenwiel 60 kammen
Bovenschijfloop 31 staven
Spoorwiel 79 kammen
Steenschijfloop 17der steen 26 staven
Steenschijfloop 15der steen 24 staven
Overbrengingsverhouding 1 : 5,88 / 1 : 6,37

hoogte
van de belt: 3,00 m.
wiekvorm
Systeem van Bussel met neusremkleppen op beide roeden
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Beijk ✉︎ 79 buiten 2023 2023 buiten aanw. 21,65
Beijk ✉︎ 78 binnen 2022 2023 binnen aanw. 21,65
Derckx ✉︎ 442 buiten 1983 1983 buiten 2023 21,60
Derckx ✉︎ 443 binnen 1983 1983 binnen 2023 21,60
Fransen ✉︎ g.n. binnen 1911 1952 binnen 1982 22,00
Pot ✉︎ ? buiten ? 1952 buiten 1981 22,00
wiekverbeteringen

Bij herstel van de zware oorlogsschade in 1952 kreeg deze molen op beide roeden het systeem Van Bussel met remkleppen. Dat is na de overplaatsing wederom aangebracht. 

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Sterkman & Zn, wed. A. ✉︎ 163 1862 1952/1983 aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

molenmaker
?? (1891) Gebr. Adriaens, Weert (1952) H. Beijk, Afferden (1983 en later)
afkomstig van
omwentelingen
geschiedenis

De geschiedenis van deze molen in Limburg begon in 1891, toen Hendrik Cuypers een molen uit de Zaanstreek opkocht voor zijn bedrijf. Cuypers was molenaar, maar ook bierbrouwer. Hij vestigde zich in de jaren tachtig in Beesel, waar hij een oude jeneverstokerij aan de Markt als maalderij en houtzagerij inrichtte. Een stoommachine, waarvan de ketel met houtafval werd gestookt, diende als krachtbron.
De onderdelen van de gesloopte Zaanse houtzager De Grauwe Beer werden over water naar Beesel vervoerd en zo verscheen in 1891/92 op de kleine Solberg een bergkorenmolen. Het werd een eenvoudige Limburgse dorpsmolen, strak en sober van vorm door het weglaten van de uitbrekers. De Zaanse naam bleef gehandhaafd.

Makkelijk werken was het niet op deze molen: de vlucht was, met 22 meter, voor Limburgse begrippen betrekkelijk klein en de overbrengingsverhouding in verhouding te groot. De molen liep dus zwaar aan en had dan ook krachtige wind nodig om behoorlijk te kunnen malen. Het koppel 17der stenen was voorzien van een regulateur; het kleine koppel werd vooral gebruikt bij minder wind. 

Na de dood van Cuypers kwam de molen in bezit van de kinderen Johannes, Petrus en Henricus. Het maalbedrijf voerde vanaf dat moment de naam: Gebr. Cuypers. In 1926 werd onderin de molen een maalstoel en in een machinekamer in de molenberg een ruwoliemotor geplaatst. De inrichting werd later uitgebreid met een centrifugaalbuil voor het zeven van boekweitmeel.

Tijdens een novemberstorm in 1930 brak een van de houten roeden. Met financiële steun van de verenigingen De Hollandsche Molen en De Zaansche Molen (die hun Grauwe Beer nog niet vergeten waren!), konden twee tweedehands Potroeden van een molen in Loenen aan de Vecht worden aangeschaft.

Tijdens de bevrijding ging het voor deze molen behoorlijk mis: de zware strijd tussen Duitse en geallieerde troepen ging ook via Beesel. Op 25 november 1944 kreeg de askop een voltreffer uit Schots geschut en als gevolg stortte het gevlucht neer.
In 1945, toen het leven weer enigszins zijn normale loop had gekregen, werd de kap afgedekt en kon er, na herstel van de elektriciteitsvoorziening, weer met de maalstoel worden gemalen.

Het duurde nog bijna acht jaar, voordat de molen kon worden hersteld. Bovenas en gevlucht kwamen van de molen van Thorn, die toentertijd werd onttakeld. Beide roeden moesten stevig worden ingekort en werden voorzien van het systeem Van Bussel met remkleppen. De doorsnede van de gaten in de askop en van de roeden was tamelijk groot, zodat het gevlucht in verhouding tot zijn lengte zwaar was. Uit de in 1944 vernielde Potroeden konden lange spruit en staartbalk worden gemaakt. Voor de schoren werden ijzeren U-profielen gebruikt. Achtkant en kap werden met dakleer gedekt. In 1952 was de molen gereed en op 20 december dat jaar volgde de feestelijke ingebruikname.

Door de opkomst van de intensieve veehouderij en daardoor mengvoeders waren ook de gebr. Cuypers overgegaan tot het installeren van een hamermolen en mengketel. Zij kregen een plaats onderin de molen. Met de wind werd vrijwel niet meer gemalen en onderhoud bleef achterwege. Naarmate het gemaal als gevolg van de concurrentie door de grote mengvoederfabrieken afnam, nam de belangstelling van de familie Cuypers voor hun molen toe, maar een restauratie lukte, ondanks veel goede wil, niet. Grootste probleem intussen werd het achtkant, dat van binnenuit verweerde: met name de onderzijden van de stijlen vermolmden langzamerhand.

In 1974 werd de Beeselse advocaat en vrijwillig molenaar mr. J.L.J. Derckx eigenaar. De jaren hierna waren er allerlei problemen, vooral inzake de subsidie, voordat opdracht kon worden gegeven tot herstel. Inmiddels was duidelijk dat de algehele toestand buitengewoon slecht was en dat, omdat alles toch moest worden afgebroken, overplaatsing naar een betere locatie de juiste oplossing was. 

In 1981 volgde afbraak in het dorp en in 1982/83 verrees in de buurtschap Kerkveld, aan de oever van de Maas, een vrijwel nieuwe molen. Op 8 oktober 1983 werd deze officieel in bedrijf gesteld. 
Van het oude achtkant zijn na de verplaatsing slechts vier bintbalken overgebleven: één in de onderste en drie in de bovenste laag. De legeringsbalk die is overgebleven in de onderste bintlaag, de vroegere krukzolder, vertoont nog een inkeping waarin een krukpol gestaan heeft. Zodoende is nog enigszins te zien dat deze molen ooit een houtzager was.

Na de overplaatsing van 1982/83 lag De Grauwe Beer in het winterbed van de Maas en moest dat een aantal keren ervaren: in 1984, nog geen jaar na de opening, kwam er 20 cm. water binnen; in 1993 en 1995 was dat 1,12 resp. 1,20 meter! Op zich geen probleem, want het houten achtkant lag daar ruim boven, maar de overlast was toch groot.

Uiteindelijk viel het besluit, de molen naar een iets hogere locatie te verplaatsen. Dit gebeurde, na wat discussie over de noodzaak, op 9 september 2014. Toen is de kap, met wiekenkruis en al, door een grote kraan opgetild; daarna tilde een andere kraan het achtkant op en dit werd ongeveer 60 meter verder- en hogerop op een nieuwe fundering neergezet. Kort daarop was de molen alweer maalvaardig.

De Grauwe Beer is in de molenwereld een begrip, omdat dit de allereerste bovenkruier-houtzaagmolen zou zijn geweest, gebouwd in 1604 te Zaandam. Inmiddels is dat bouwjaar iets naar boven bijgesteld, namelijk 1614, maar er is geen bewijs, dat de toen opgerichte molen inderdaad een bovenkruier was. Het blijft evenwel een mooi verhaal.

 

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen heeft, bij de overplaatsing vanuit de Zaanstreek in 1891, de naam als het ware meegenomen.

unieke eigenschap

De enige Limburgse molen met een stutvang. Dat laatste overduidelijk een herinnering aan zijn Zaanse verleden.

literatuur

W. Luys, 'De beltkorenmolen "De Grauwe Beer"'in: Jaarboek Maas- en Swalmdal nr. 2 (1982) 92 - 114.
Frans Verstappen, 'De Grauwe Beer weer verplaatst' in: Molenwereld 185 (2014) 344 - 346.

trivia

Het overbrengen van de roeden van Thorn naar Beesel ging anno 1952 met paard en wagen. Op de spoorwegovergang bij Swalmen schoot een roede uit de ketting en bleef op de rails liggen. Nadat het paard snel was uitgespannen kon de roede van het spoor worden getrokken; men was op tijd voordat de volgende trein kwam.

foto's

foto's