Molen De Amsterdamsche Grutmolen, Delft

Delft, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Amsterdamsche Grutmolen
modeltype
rosmolen
functie
grutmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
16276
oude dbnr.
V16276
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 16276 De Amsterdamsche Grutmolen (Delft)
Foto: N.Sonneveld, 28-2-2013

locatie

plaats
Delft
plaatsaanduiding
Kolk 9/ achter Oude Delft 228
gemeente
Delft, Zuid-Holland
streek
Delft
kadastrale aanduiding 1811-1832
Delft B (1) 583bis Cornelis van der Voorst, grutter
geo positie
X: 84060, Y: 447916
N: 52.01506, O: 4.35381

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

01-07-1611: Op 1 juli 1611 koopt Wier Gerritsz van Overmeer de brouwerij genaamd "Kith" in de Culck (Kolk) voor 3000 gulden. De kith of kithara is een type harp uit de Griekse oudheid.

1613: In 1613 koopt Jacob Pietersz een huis en erve, genaamd "Kith" in de Culck. Tussen 1613 en 1624 koopt de korenkoper Willem Jansz van Zanten dit pand aan de Culck. Zijn zoon IJsbrandt Willems van Zanten erft het huis in 1633.  In 1639 wordt zijn dochter Machteld geboren. Zij trouwt in 1658 met Nicolaes Croeser, een doctor medicinae. Hij is later lid van de Raad van Veertig van Delft en schepen van Delft.

1701: Op 1701 koopt Cornelis Jans Kleij, grutter, het huis genaamd "de Vergulde Kith" aan de zuidzijde van de Kolk. Dit is de eerste vermelding van een grutter die werkzaam is in dit pand. 

1721: In 1721 is het pand in eigendom van Pieter Jansz Tetterode, meestergrutter, en Cornelia Westermeer. Hierna verkoopt Pieter Tetteroo in 1723 aan de meestergrutter Frans Leckerkerk een huis, erf en grutterije met alle toebehoren, gelegen aan de Kolk, zuidzijde, geheten "de Vergulde Kith". 

1734: In 1734 neemt Joris den Ouden de grutterij over. Zijn zoon Willem neemt het bedrijf over na de dood van zijn vader in 1742. Hij trouwt in 1762 met Cornelia van Rijp. Na zijn overlijden in 1768, hertrouw Cornelia met de grutter Johannes Nieuhuis in 1771.

07-05-1783: Op 7 mei 1783 lenen de Delftse grutters Gerrit van der Doe, Adam de Lange, Gerrit van der Stok, Pieter Hommes, Johannes Nieuhuis, Pieter Fauel, Johannes Duijvesteijn, Quirijn Ketelaar en Cornelis van der Palm, 5000 gulden van Cornelis van Duijn. Deze grutters hebben dit bedrag geleend om gezamelijk "de Huisinge, grutterije en Erve, genaamd de Alkmaarse Grutmoolen, staande en gelegen op de Voorstraat" te kopen voor de somma van 4600 gulden. De extra vierhonderd gulden van hun lening wordt gebruikt om de rente van the geleende bedrag af te betalen. Bovendien zijn zij overeengekomen om, voor elke last boekweit die jaarlijks wordt gebroken in ieders grutterij, vijftig stuivers te betalen voor de betaling van de rente en de aflossing van de schuld. Zolang de schuld niet is afgelost zal geen enkele grutter zijn grutterij mogen verkopen. Door de afname in vraag was het inkomen van de grutters omlaag gegaan. Door een grutterij uit te kopen, konden de resterende grutters hun inkomen verbeteren.

1819: In 1819 stopt Johannes Nieuhuis met zijn werkzaamheden in de grutterij en verhuist naar Voorburg. De grutter Arie Binneweg neemt het werk over. Rond 1823 wordt het bedrijf overgenomen door de meester grutter Cornelis van Voorst uit Maartensdijk. 

1831: In 1831 biedt hij de Amsterdamsche grutmolen in een advertentie te koop aan. Het betreft een "hecht, sterk en van onderscheiden zoo behangen als onbehangen Beneden- en Boven- Kamers voorzien HUIS en ERVE, thans genaamd DE AMSTERDAMSCHE GRUT-MOLEN, geapproprieert tot eene Grutterij, tot welke Affaire, die daarin sedert onheugelijke jaren met het beste succes is geëxerceert, zoo ook tot het uitoefenen van vele andere Beroepen en Bedrijven, hetzelve Huis bijzonder goed is geschikt en gesitueerd, staande en gelegen aan de Zuidzijde van de Kolk, Wijk 6 N°. 259, te Delft. En N°. 2. Een hecht en sterk PAKHUIS, PAARDENSTALLING, ZOLDERS en ERVE, staande en gelegen aan de Oostzijde van het Oude Delft Wijk 6. No. 199, te Delft. Welke Panden thans aan eikanderen verheeld, en in de 'rondlasten over dezen jare aangeslagen tot f 43,60 met en benevens de GEREEDSCHAPPEN en andere roerende GOEDEREN tot uitoeffening der Grutterij". De grutterij wordt in 1831 overgenomen door Johannes Visser uit Overschie. Hij overlijdt in 1854. 

Zijn weduwe Anna Zeeuw zet het bedrijf voort met hulp van de grutters Willem van Geer, komende uit Rotterdam, en Willen Nakken, komende uit Nijmegen. Hendrik Visser, de zoon van de overleden Johannes Visser, werkt in 1874 in de grutterij, maar deze staat opnieuw te koop. Het is nog steeds een functioneel bedrijf want de advertentie beschrijft een grutmolen, eest, buil en maalsteenen.

11-03-1874: Op 11 maart 1874 verschijnt een advertentie in de Delftsche Courant met de volgende tekst: "Door den Notaris J. Vorstman , te Delft: Het Winkelhuis, genaamd » de Amsterdamsche Grutmolen," aan de zuidzijde van de Kolk, wijk 6 n°. 259; in veiling en verhooging ƒ5000; opgehouden. Het Pand, ingerigt tot grutterij, met Paardenstal en Wagenhuis, aan de ooostzijde van het Oude Delft, wijk 6 n°. 199; in veiling ƒ2950 en daarvoor verkocht, aan de heeren P. Scholten en J. P. Henneveld; Het Winkelhuis, aan de z.z. van de Kolk, wijk 6 n°. 261; en Het Pakhuis met Bovenwoning, aan de z.z. van de Kolk, wijk 6 nr 259; gecombineerd verkocht voor ƒ7600, aan den heer B. J. van Grunsven , alhier".

Hierna stopt de gruttersmolen en komt Hendrik Visser voor in de gemeentelijke adminisratie als winkelier in kruidenierswaren. In het Stadsarchief van Delft bevinden zich twee foto's die een restant laten zien van een zogenaamde paardenomloop voor voortbeweging van de molensteen ten behoeve van de grutterij van Cornelis van der Voorst. Achter het pand Oude Delft 228 - 230.

Naast dit pand was een gang die als achteringang van de Amsterdamsche Grutmolen functioneerde voor de aan- en afvoer van goederen, paarden en paardemest. (Beeldbank, Stadsarchief Delft, nr 23994 en 23996, 11 augustus 1977, fotograaf onbekend, auteursrechtelijk beschermd).

nog waarneembaar

aanvullingen

trivia

Vanuit de Kolk vertrokken vroeger de schuiten naar Amsterdam, hij heette dan ook wel 't Amsterdamer Veer. Vermoedelijk werd de grutterij daarnaar vernoemd.