Deze molen komt nog niet voor bij de invoering van het kadaster in 1830.
-----
Lambert Eijntjes Eindhoven (1781-1870) had een zaagmolen in Blokzijl.
Omdat die molen afbrandde verkocht hij het erf aan Jan Loos en stichtte in 1825 een nieuwe houthandel met zaagmolen in Zwolle. Onder Zwolle sectie E no. 8 staat "zaagmolen, erf en schuuren" met een huurwaarde van 320 gulden (1832, oorspronkelijke aanwijzende tafel). Op de al eerder getekende minuutplan is dit later ingetekend (zie afbeelding).
Informatie van Dick Bunskoeke, 4 december 2008
Verbrand 13 juni 1901.
Bron: Vlissingse Courant 14 juni 1901.
Informatie van Erik Stoop
Na de molenbrand in 1825 te Blokzijl liet Lambertus Eindhoven (1787-1870) de molen en het gehele bedrijf aan het Zwarte Water bouwen ter hoogte van Frankhuis, bij de Ketelkolk aan het 'Twistvliet'. De grond werd in 1824 van Lucas Reuvecamp, in Dieze gekocht en grensde aan het stadsland 'Het Rot'.
In 1854 ging men over van windkracht op stoomkracht
In 1901 zijn de zaagschuren afgebrand.
Bron: Overijsselse Windmolens van toen en nu, blz. 346.
-----
Het afgebeelde "Schilderij maker onbekend" staat qua formaat nogal breder afgebeeld op pag 453 in "Ach lieve tijd - 750 jaar Zwolsen, Zwollenaren...."(z.j. uitg. Waanders Zwolle nl. in aflev. 19) Het bijschrift spreekt van de kolk Twistvliet aan het Zwarte Water bij Frankhuis met de houtzaagmolen van de Fa. Eindhoven, welke in 1901 afbrandde.
Op pag 443 van deze "Ach lieve tijd"-aflevering staat de naam van deze molen als "Aan 't Rot" vermeld.
Of de boven bij dbnr. 5401 vermelde overgang van de aandrijving van windkracht op stoom in 1854 technisch en/of zakelijk een succes werd (of eventueel als historische vermelding klopt) mag worden betwijfeld gezien het afgebeelde op pag 441 in de hiervoor genoemde "Ach lieve tijd"-aflevering. Daarop staat een schilderij van J.H. Eggelte uit ca. 1890 van het beeld vanuit het noordwesten op Zwolle van over het water van het Zwarte Water, waarop drie zaagmolens te zien zijn: links de Zaaier, in 't midden de Fortuin en rechts "Aan 't Rot". Deze laatste molen was de dichtstbijzijnde voor de schilder. En ofschoon een gedeelte van de molen (w.o. de staartbalk) door een op de zuidwestoever van het Zwarte Water staande boom niet zichtbaar is: er is evenmin iets van een schoorsteen of iets anders van een stoomaandrijving op het molenerf op te zien.
