Deze in 1729 door Herbert Ruts en Maerten Broeksmit gestichte molen veranderde diverse keren van naam.
Rond 1782 heette de molen De Ooievaar.
Rond 1816 heette de molen De Esseboom.
Rond 1846 heette de molen De Lindentak.
In 1867 werd de naam De Middelburg I.
In 1905 werd de molen aangekocht door de gemeente Dordrecht.
In februari 1906 was de molen verdwenen. Mogelijk ten gevolge van kruiend ijs was de molen opgelicht en zo zwaar beschadigd, dat hij gesloopt moest worden.
Bron o.a.: "Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht", C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.
Uit stamboomgegevens van mijn familie van moeders kant is gebleken dat Pieter de Jager (1846-1917) vanaf 1884 tot ? eigenaar was van deze paltrokmolen. De zoon van Pieter de Jager, Huig de Jager (mijn overgrootvader) zou volgens mondelinge overleveringen ook molenaar/eigenaar zijn geweest.
Info: Robert Rongen, 11 februari 2021.
De molen stond aan het einde van de 's-Gravendeelsedijk tussen 'het Klaverblad' en de boezemsluis van de Wieldrechtse polder en is daarmee van zuid naar noord gezien de eerste molen.
Ten-Bruggencate had deze molen niet gezien waardoor de telling bij hem anders loopt.
Ansichtkaart, collectie DVM
Rond 1782 heette de molen De Ooievaar.
Rond 1816 heette de molen De Esseboom.
Rond 1846 heette de molen De Lindentak.
In 1867 werd de naam De Middelburg I.
Hendrik Dirk Kruseman van Elten tekende de molen in 1881: Stedelijk Museum Alkmaar, inventarisnummer 020305.