Molen De Kaaskorf / De Bostelkuip, Leiden

Leiden, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Kaaskorf / De Bostelkuip
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen, moutmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11736
oude dbnr.
V2562
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 11736 De Kaaskorf / De Bostelkuip (Leiden)
Van Dulmenhorst en Dou, 1588-1597, reproductie 1874, noorden rechts

locatie

plaats
Leiden
plaatsaanduiding
aan het eind van de Cellebroedersgracht, thans Kaiserstraat op plaats toren zoologisch laboratorium
gemeente
Leiden, Zuid-Holland
streek
Leiden
geo positie
X: 93363, Y: 463305
N: 52.15448, O: 4.48653

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
gesloten voet
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Ir A.F. de Graaff (Leidsch jaarboekje 1962) meldt over deze molen het volgende (met dank aan H. van der Kaay): Aan het eind van de Cellebroersgracht (thans Kaiserstraat) stond de molen van Jan Symonsz (van Leeuwen) en Marijtje Roelen. In 1574 woonde Jan Symonsz nog in de omtrek van de Vrouwekerk aan de Haarlemmerstraat en had hij zijn molen buiten de Wittepoort. Deze molen werd in 1574 overgebracht naar het terrein waar nu het torengebouw van het Zoölogisch Laboratorium staat en waar toen op de hoek van de Blauwe Steeg de herberg De Cattendans was. In 1581 blijkt Jan Symonsz met Marijtje Roelen en zes kinderen te wonen in de Backersteeg, dus vlak bij de molen. Huisgenote was ook Trijntje Roelen, ongehuwde zuster van Marijtje; beide zusters waren oudtantes van Rembrandt van Rijn. Een kleindochter van Jan Symonsz en Marijtje Roelen, namelijk Lysbeth Symonsdr. trouwde in juni 1617 in de Pieterskerk met Rembrandt’s oudere broer Adriaan, haar achterneef. Ongetwijfeld is de jeugdige Rembrandt bij dit huwelijk aanwezig geweest.

G.C. Helbers (Leidsch jaarboekje 1926) meldt over deze molen het volgende: De Kaaskorf, korenmolen, veranderd in 1770 in den moutmolen de Bostelkuip, stond bij den vestwal aan het eind van de Cellebroersgracht (thans Kaiserstraat), gesloopt in 1778.

En verder: In de 18de eeuw was langzamerhand het aantal korenmolens te groot voor de behoefte geworden. Noodzakelijk dus, dat eenige verdwenen, wilden de andere molenaars kunnen blijven bestaan. In 1768 werd ook de Kaaskorf door ‘t korenmolenaarsgilde gekocht en omgezet in een moutmolen.

De molen staat op plattegrond 37 (detail boven), naar een stratenboek van Salomon Davidsz van Dulmanhorst en Jan Pietersz Dou, met titel: "Chaerte van de Celle broers graft beginnen an die stadsveste strecken tot die Segersteech". Kaart van de Cellebroersgracht (1587, bijlage XXX) en van het gedeelte Stadsvest / Segersteeg met afbeelding van een walmolen aan het eind van de Cellebroersgracht (1584, bijlage XXXI). Losbladige verzameling litho's in kleur door T. Hooiberg naar de kaarten van Salomon Davidsz van Dulmanhorst en Jan Pietersz Dou, uit: Chaertbouc van Straten binnen deser Stadt Leyden, met vermelding van de straat- en perceelbreedten, reproductie gemaakt voor W. Pleyte, Leiden voor 300 jaren en thans, 1874.

Uit de kaart blijkt ook dat 'Mari Ruelen weduwe van Jan Simonsz, molenaer' nog steeds in hetzelfde huis woont als in 1581, ten oosten van de molen aan de Molensteech (Bakkersteeg).

origineel zie Beeldbank Erfgoed Leiden PV902.37.



aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting.

-----

Oprechte Haerlemsche courant, 16 februari 1700
Saturdag, den 20 February, sal in 't Heeren-Logement aen den Burg binnen Leyden verkocht werden de Nieugetimmerde Neeringrijcke Steene Mout-Moolen staende binnen Leyden op de Vestwalle tusschen de Koepoort en 't groote Bolwerck, van outs genaemt de KaesKorff en nu de Bostelkuyp, welke tot een Koorn-Wint-Molen of anders tot een Mout- en Gepelde-Gerst-Molen geapproprieert mag werden.