Molen Eemshoornermeule, Leggeloo

Leggeloo, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Eemshoornermeule
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08763
oude dbnr.
V4920
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 08763 Eemshoornermeule (Leggeloo)
Detail van een manuscriptkaart in het Drents Archief (1754)

locatie

plaats
Leggeloo
plaatsaanduiding
aan de Oost-zijde van het dorp
gemeente
Westerveld, Drenthe
kadastrale aanduiding 1811-1832
Dwingeloo A (2) 224 Jan Jans Hessels, landb.
geo positie
X: 221091, Y: 541685
N: 52.85830, O: 6.36849

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De molen van Leggeloo wordt genoemd in de Estimate van meulens in het geheele landt, geschiet den 25 februarij 1645 en wordt daar vermeld als de Eemshoornermeule met als molenaar Lambert Roeloffs

in 1757 worden Michiel en Claas Pieters in de archieven genoemd als molenaars.

Vanaf omstreeks 1860 tot 1896 bemaalde Hendrik Stolte de Leggeler windmolen. Hendrik Stolte werd geboren te Nieuw Leusen op 18 juni 1842 en stierf te Leggeloo (Dwingeloo) op 10 feb. 1896 op de leeftijd van 53 jaren, zoon van Barteld Stolte en Cornelia de Graaf.

Na het overlijden van molenaar Stolte nam zijn vrouw het molenaarsvak van haar man over Jentje Vossebelt die later het molenbedrijf overdeed aan haar zonen Albert en Barteld Stolte. Vanaf 1903 werd de molen door C. Offerein bediend.
-----

We schrijven het jaar 1757. Een grote lege vlakte bij Leggelo(Leggeloo). Een kar ratelt, voortgetrokken door een paard, over de verbindings weg tussen Dieverden en de Heerlijkheid van Smilde. De lading, rogge en tarwe. Voor de gebroeders Michiel en Claas Pieters uit Eemster, molenaars op de Leggeler molen, is het een dagelijks ritueel. Maar deze dag zal slechte tijding brengen. Het bericht dat hen uit Hoogersmilde bereikt is dat een mulder aldaar een korenwindmolen wil bouwen en daar zelfs al mee is begonnen. Al snel worden andere molenaars uit Oldendiever en Dieverden bericht en zullen zij hun beklag doen bij de Heren van Hoogersmilde. Zij hebben het windrecht en zullen dit laten gelden.

Het verhaal hierboven is één van de bewijzen dat er in Leggeloo een korenmolen heeft gestaan. Het type molen is niet geheel zeker. Aan de hand van een kaart uit 1754 gemaakt door H. Withoudt kunnen we duidelijk een standerdmolen herkennen maar uit latere bewijzen blijken er verschillende molens te hebben gestaan.

Het eerste bewijs dat ik heb kunnen vinden stamt uit 1645. In de “Estimatie van meulens uit het geheele landt, geschied den 25 februarij”, wordt gesproken over de Eemshoornermeule met als molenaar Lambert Roeloffs. Dat hier over de Eemshoorn, het latere Eemster, wordt gesproken komt voort uit de ligging van de molen en de eigenaren hiervan. De locatie is namelijk tussen Leggeloo en Eemster in. De molenaars kwamen afwisselend uit Leggeloo en Eemster.

Het tweede stuk dat verwijst naar de molen van Leggeloo is het slepende windrechtconflict uit 1757. Dit is gevonden in de archieven van het Drents Archief te Assen en is goed leesbaar. Er worden hier verschillende gebeurtenissen genoemd en het geeft een goede indruk van die tijd betreffende windrechten en de rechtsgang (bron: Drents Archief toegangsnummer 0602 archieftitel Heren van Hoogersmilde).

Uit kadasterkaarten van Dwingeloo sectie A (leggelo) kunnen we uiteindelijk de exacte plaats van de molen bepalen. Hier is duidelijk de oude verbindingsweg te zien die langs de landerijen loopt. Met behulp van luchtfoto's uit 1989 was deze weg nog steeds te herkennen.

Honderd jaar na het windrecht probleem (rond 1860) duiken er meerdere stukken op betreffende de molenaars-familie Stolte te Leggeloo. Naast vader Hendrik en zijn zoon's Albert en Bartel, wordt ook moeder Jentje Vossebelt als molenaarster genoemd.

Hendrik Stolte wordt ook genoemd als molenaar in de boeken van Wouda, zeilmaker te Meppel.
Hieruit blijkt dat er verschillende maten zeilen werden besteld. Dit kan duiden op verschillende molens, maar ook op verschillende maateenheden. We zullen dit nooit kunnen bewijzen zonder verdere informatie.

Nadat Hendrik in 1902 overleed, is er geen vermelding meer van deze familie. De mondelinge overlevering vertelt dat de molen rond 1915 door de bliksem werd getroffen en afbrandde.

Dat de molen opnieuw werd opgebouwd, blijkt uit een vermelding van de Drentse Almanak uit 1936. Hier spreekt men over “achtkante gondmolen met stenen voet, riet gedekt. Bouwjaar en verdwenen onbekend”.
De laatste molenaar op deze molen was Cornelis Offerein, van hem is verder niets bekend.

Hoe het afliep in 1757? De molenaar uit Hoogersmilde mocht uiteindelijk zijn molen bouwen, maar mocht geen graan malen. Hij kreeg toestemming van de Etstoel (de toenmalige rechtbank) voor een eekmolen ten behoeve van de leerlooierijen in de omgeving.

Bron: Stellingnieuws 53, H. Splinter.
jnjv

aanvullingen

trivia
Volgens de boeken van Wouda, zeilmaker te Meppel huurde de molen de zeilen van 1874 tot 1888, Er werden gedurende de jaren twee maten zeilen gehuurd namelijk zeilen voor een vlucht van 70 voet en zeilen voor een vlucht van 78 voet.
-----

Schiedamsche Courant, 30 okt. 1895:
"Te Leggelo (gem. Dwingelo) sloeg de bliksem in een molen. Aan vijf menschen die allen boven waren, gelukte het zich te redden. De molen zelf brandde tot aan den grond toe af."