Molen Grutterij van Nienhuis, Monnickendam

Monnickendam, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Grutterij van Nienhuis
modeltype
rosmolen
functie
grutmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08463
oude dbnr.
V8463
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 08463 Grutterij van Nienhuis (Monnickendam)
Foto: n.n., Gruttersteeg 51

locatie

plaats
Monnickendam
plaatsaanduiding
Kerkstraat 53
gemeente
Waterland, Noord-Holland
streek
Waterland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Monnickendam A (1) 146 Arend van den Berg, grutter
geo positie
X: 131083, Y: 496875
N: 52.45911, O: 5.03532

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
1937 - 1940 gesloopt
geschiedenis
Op 25 mei 1683 (ORA 3574) kocht Mighiel vander Schuure een huis en erf aan de Kerkstraat. Dat hij daar grutter was of werd blijkt uit een akte van 3 april 1687. Aangezien zijn weduwe Welmoet Jans Hooft toen nog in het bezit was van een ledig erf op het Weezeland waar voorheen "'n huys en erve, mitsgaders gruttersschuyr en de grutmolen" had gestaan (verp. nr. 587, nieuw 424)" tegenover 't Stadts Grootschool (zie ORA 3574 dd. 20-8-1671 en 4-3-1682 en ORA 3575 dd. 4-3-1688), is het zeer aannemelijk, dat Michiel van der Schuere de grutterij overplaatste van 't Weezeland naar de Kerkstraat.

Op 6 juni 1693 verkocht de weduwe de grutterij aan Pieter Jacobsz Grutter: "in het Kerckstraet gebruijkt tot een grutmolen ende stallinge ... met alle gereetschappen ende toebehoren vande grutterije als de Molenstenen, Buijlkisten, de Eest, Paerden, Sacken ende Backen met wat dies meer magh sijn." Pieter Jacobsz Grutter was degene, die de grutterij uitbreidde met een tweede pand naast de molen, doch op 4 juni 1701 werd hij begraven.

Op 13 augustus 1701 verkocht de eerbare weduwe Neeltje Claes het bedrijf aan Jan Jacobsz Catwoud. Zijn broer Jacob Jacobsz werd ook grutter, zie Tenbruggencatenummer 08466. En op 7 huizen afstand was vanaf 1669 nog een concurrent gevestigd, zie Tenbruggencatenummer 08462.

Na de dood van Jan Jacobsz Catwoud in 1719 volgde zijn zoon Jacob Jansz hem op, maar verkocht het bedrijf op 6 nov. 1723 aan Jan Walbeek, gewoond hebbende tot Haarlem, voor ƒ 1200. Deze verkocht het op 28 april 1729 door aan zijn schoondochter Eefje Braer. 37 jaren werd de gruttersnering door 't echtpaar Dirk Walbeek, Schepen van Monnickendam, en juffrouw Eeffie Braer uitgeoefend en toen vonden ze 't kennelijk welletjes.
Op 17 juni 1766 werd de in de Kerkstraat gelegen gorterij met alle desselfs gereedschap, alsmede 'n pakhuis daarnaast verkocht aan Jan Koelemeij, voor ƒ 3000, maar de verkopers mochten wel de benedenverdieping van het pakhuis blijven gebruiken. Dat bleef ook zo na de verkoop voor ƒ 3600 aan Jacob Jacobsz Teerhuijs op 2 februari 1773.

Op 23 maart 1774 deed Jacob Teerhuijs de gehele gruttersnering over aan zijn zuster Aafje Teerhuijs:
"Een huijs en erve staende (aan de oostzijde) in de Kerkstraat, en (aan de westzijde) een grutterij met desselfs moolen en vaste gereedschappen, mitsgaders een pakhuisje daarnaast, beijde met hunne erven, "onder conditien als in 't transport dd. 17 juni 1766 staat geregistreert dat Dirk Walbeek en Eefje Braer, welke laatste reets is overleden en dus Dirk Walbeek alleen sijn leeven lang geduurende tot sijn vrije gebruijk sal behouden de erven agter de gorterij en pakhuijs en het agterste vertrek van het pakhuijs alleen".
Verkocht voor de somma van ƒ 3000, Dirk Walbeek werd op 11 november 1786 begraven.

Aafje Teerhuijs trouwde op 1 mei 1774 met Hendrik Scholtens j.m. Op 11 juli 1795 volgde weer een verkoop van de grutterij door 'n Jannetje Scholtens, "5/6 portien in 'n huis en erve geapproprieert (ingericht) tot een gorterij met pakhuis daarnaast", voor de somma van ƒ 1083 aan Eefje Wijnstok, tweede vrouw van de dan al overleden Hendrik Scholtens. Zij trouwde zelf weer opnieuw op 13 mei 1798 voor de Municipaliteit (Frans woord voor Gemeente Bestuur) der stad Monnickendam met de grutter Joost Karres j.m.

Het gruttersbedrijf ging toen hard achteruit, en hierna werd de grutterij vlak achter elkaar zeven keer verkocht tot deze laatst overgebleven Monnickendamse grutmolen op 7 juli 1832 voor ƒ 4000 in handen kwam van Abraham Nienhuis.

Opregte Haarlemsche Courant, 29 april 1837:
"Er wordt gevraagd: Een Gruttersknecht, zijn Werk verstaande, om hoe eerder hoe liever in dienst te treden; iemand hiertoe genegen, vervoege zich in persoon bij A. Nienhuis, Grutter te Monnickendam."

Bij de dood van Abraham Nienhuis op 25 oktober 1878 volgde zijn zoon Cornelis (geboren in 1832) hem op. De laatste grutter in bedoelde grutterij was Jan Nienhuis, geboren 8 juli 1871, zoon van Cornelis.

Door afbraak ging de grutmolen tussen 1937 en 1940 ter ziele. Het initiatief van het gemeentebestuur om de steeg, die langs het perceel van de inmiddels verdwenen laatste gruttersmolen van Monnickendam ligt, hiernaar te vernoemen kunnen we zeer waarderen. Zo blijft er iets tastbaars over van de plaatselijke geschiedenis, die economisch niet meer haalbaar bleek.

Bron: "Waar 't paardje de molensteen in beweging bracht", artikel door L. Appel in Jaarboek 1979 van Vereniging Oud Monnickendam.