Molen op de Kloosterdwinger, Dokkum

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1616

verdwenen

1708

gesloopt

geschiedenis

In 1582 werd de aanleg van de nieuwe vestingwerken rond Dokkum afgerond. Op de eerste kaart met die nieuwe vestingwerken van Nicolaes Geilekerck (en Ubbo Emmius?) uit 1616 staat deze molen voor het eerst ingetekend. Deze molen op deze positie dateert dus in ieder geval van na 1582. Voor 1582 stonden er in Dokkum al een aantal korenmolens die zijn verdwenen rond 1582. Waarschijnlijk zijn ze naar de nieuwe vesting geplaatst. Deze molen staat het verst weg van de 3 verdwenen molens en is dus mogelijk een nieuwe molen of een molen van buiten Dokkum. Het is echter ook mogelijk dat de Oostermolen dbnr. 11591 hier naartoe verplaatst is. Maar het meest waarschijnlijk is dat die naar de dwinger bij de Aalsumerpoort is verplaatst, dbnr. 7802. Bewijzen hiervoor ontbreken vooralsnog.
-----

In 1712 besloten de Staten van Friesland, dat er een aantal molens in de provincie zou moeten verdwijnen. In Dokkum had men de noodzaak daarvan al eerder ingezien, want in 1708 gaf de magistraat order om de molen "op de dwinger achter het klooster" af te breken. De daarbij vrijgekomen grond kreeg burgemeester Julius Schelto van Aitzema in gebruik onder voorwaarde dat hij de beplanting van dat bolwerk op zijn kosten zou onderhouden en waar nodig aanvullen.

In de 20e eeuw stond op die plaats de oude gasfabriek tot het gemeentebestuur, na de verplaatsing daarvan, de van Aitzemadwinger weer in zijn oude glorie herstelde.

Bron: Noord-Oost-Friese korenmolens en hun molenaars, W.T. Keune, 1970.