Molen Hanspoortermolen (2e), Dokkum

Dokkum, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Hanspoortermolen (2e)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07800
oude dbnr.
V7800
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 07800 Hanspoortermolen (2e) (Dokkum)
J. Smedema, 1788

locatie

plaats
Dokkum
plaatsaanduiding
op bolwerk Hanspoort
gemeente
Noardeast-Fryslân, Fryslân
streek
Dongeradeel
kadastrale aanduiding 1811-1832
Dokkum A (1) 622 Jacob Jans van der Werf, molenaar
geo positie
X: 195477, Y: 593570
N: 53.32703, O: 5.99471

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
In 1753 kwam de molen aan Dirk en Eeltie Eilderts.

Dirk overleed in 1771 en liet de molen na aan zijn weduwe.

Op een kaart van J. Smedema uit 1788 staat de Hanspoorter molen aangegeven als stellingmolen.

Dagblad van het departement Vriesland, 30 maart 1812:
“Men presenteert, publiek, by strykgeld, te verkoopen, een 'welbeklanten rogge en weit MOLEN, staande by de Hanspoort te Dockum, zynde een achtkant, het hok voorzien met twee paar steenen, molenaars! woning en verdere annexen. Wie hieraan gading maakt, kome, op woensdag, den 8sten april 1812, byde beschryving en opbieding, en, den 22sten april 1812, by de finale toewyzing: telkens des namiddags ten twee uren precies, ten huize van de wed. J. T. van der Werf, in het koffy-huis, op den Lagenweg, te Dockum. “

In 1842 ging de Hanspoorter molen door brand verloren. Pogingen van de molenbouwer Gerrit P. de Boer om op die plaats een nieuwe molen te mogen stichten mislukten door tegenkanting van de omwonenden.

Bron: "Noord-Oost-Friese korenmolens en hun molenaars", W.T. Keune, 1970.

aanvullingen

trivia
In 1828 kocht mijn betovergrootvader Jacob Jans van der Werf(f) samen met zijn toekomstige vrouw Kanke Alles Klaver en enkele anderen deze molen van zijn aangetrouwde oom Hendrik Derks Muller.
1828 Dokkum, notaris G. W. Posthuma
Koopakte met cessie
Betreft de verkoop van een molen te Dokkum, koopsom fl. 6.500,-
- Hendrik Muller te Groeve, gehuwd met Fokje Jans van der Werff, verkoper
- Jacob Jans van der Werff te Dokkum
- Kanke Alles Klaver te Dokkum
- Hendrina Geertruid Alles Suiderbaan te Dokkum
- Maaike Suiderbaan te Dokkum; en anderen
- Bote Suiderbaan, erflater
Bron: Toegangsnr.: 26, Inventarisnr.: 27021, Repertoirenr.: 150 d.d. 6 september 1828 (Bron www.Tresoar.nl zoekgegevens notariële archieven.)

Op 30-04-1829 trouwden Jacob Jans van der Werff en Kanke Klaver (Bron huwelijksakte www.Genlias.nl)
In de volkstelling van 1830 staat bij Jacob Jans van der Werff als beroep molenaar vermeld.
In het kadaster 1832 (gebouwen, eigenaren en percelen) staat Jacob Jans van der Werf als eigenaar van de korenmolen en als molenaar vermeld (Bron www.hisgis.nl Dok A 622)
Op 18 juni 1839 overleed Jacob Jans van der Werff en werd de volgende rouwadvertentie geplaatst
in de Leeuwarder Courant van 25 juni 1839: "Heden overleed in den ouderdom van 37 jaren, mijn hartelijk geliefde Man Jacob van der Werff, in leven Koopman, Zeemtouwer en Commis- saris van de Beurt- en Trekschepen alhier. – Ik verlies in hem en braven Echtgenoot en mijne 5 Kinderen, welke nog niet beseffen kunnen, wat zij verliezen, een zorgdragende Vader.
Dokkum K.A. Klaver
den 18 junij 1839 Wed. J. v.d. Werff"
(Bron www.archiefleeuwardercourant.nl)

Op woensdag 26 januari 1842 brandde de molen af. Hierover zijn 2 krantenberichten.
Leeuwarder Cournt, ? :
"DOKKUM, den 2 Februarij. Op Woensdag den 26 Januarij II., des avonds ten 11 ure, ontstond er brand in den molen van J.Gorter staande op een der bastions van den wal dezer stad, die door den hevigen wind zoodanig toenam, dat de molen in weinige oogenblikken in laaije vlam stond, en om 12 uren reeds geheel met de granen, kargereedschappen en paard eene prooi der vlammen was geworden; door den gunstigen stand des winds is overigens niet de geringste schade aan andere belendende gebouwen toegebragt."
(Bron www.archiefleeuwardercourant.nl)

Dordrechtse Courant, 3 feb. 1842:
"Te Dokkum is in den nacht tusschen den 26 en 27 Januarij, de pelmolen, toebehoorende aan de korenmolenaars van der Werf en Synje, staande op het bolwerk bij de Hanspoort, tot den grond afgebrand. Ongeveer ten half twaalf ure werd het onheil ontdekt, en eer men de noodige bluschmiddelen in werking kon brengen, stond reeds alles in lichte laaije vlam, die zoo hevig woedde, dat in minder dan een uur tijds, het geheel in de asch lag, zonder dat iets van alles wat zich in den molen bevond, benevens eene aanmerkelijke hoeveelheid afgemalen graan, alle molenkarren , gereedschappen, enz., ja zelfs het mede zich daarin bevindende paard, heeft kunnen gered worden. Gelukkig was de wind zoodanig, dat de massa vuur, van het rieten dak, waarmede de molen gedekt was, over de gracht naar buiten vloog, dewijl anders de aldaar in de nabijheid staande woningen zeer veel gevaar zouden hebben geloopen, in dat ongeluk te deelen. Naar men zegt, zou de brand ontstaan zijn door het harde malen in den vooravond. "

Tussen deze artikelen bestaat er een verschil wie de molenaar was. Volgens de Leeuwardercourant was dat J. Gorter en volgens de Dordrechtse courant waren dat van der Werf en Synje. In de overlijdensadvertentie van Jacob Jans van der Werff staat molenaar niet bij zijn beroepen vermeld.
Uit overlevering weet ik dat zijn vrouw na zijn overlijden de tabakshandel van haar man voortzette. Zij rookte pijp om de kwaliteit van de tabak te kunnen keuren hetgeen voor die tijd zeer bijzonder was.
Een verkoopakte van de molen heb ik echter ook niet kunnen vinden. Ik vermoed dat de molen nog eigendom was van de weduwe van der Werff en dat Gorter de molenaar was. Dat kan het verschil in de namen tussen de beide krantenartikelen verklaren. De naam Synje in de Dordrechtse courant zegt mij niets. Duidelijk is wel dat het een achtkante koren- pelmolen en dat hij rietgedekt was.
Later stond op de plaats van de molen een gasfabriek en nu is het een speeltuintje voor kleine kinderen.
J.R.O.W. Keizer, Oldenzaal, 6 juni 2009.