Molen De Juffrouw / De Juffer, Naarden

Naarden, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Juffrouw / De Juffer
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07569
oude dbnr.
V7569
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 07569 De Juffrouw / De Juffer (Naarden)
Detail kaart Frederick de Wit, 1698

locatie

plaats
Naarden
plaatsaanduiding
bastion Oude Molen (vh Amsterdams bolwerk)
gemeente
Gooise Meren, Noord-Holland
streek
Het Gooi
geo positie
X: 139500, Y: 478927
N: 52.29811, O: 5.15998

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Na de bouw van de vestingwerken in Naarden, worden volgens Pouw pas in 1648 de eerste vermeldingen gevonden waarin wordt gesproken over 'Coornmolens', drie in getal. Uit het artikel blijkt niet of dit drie vermeldingen zijn of drie molens. In 1649 publiceert Ioan Blaeu zijn kaart van Naarden waarin op de wallen drie standerdmolens worden weergegeven op de bastions Oud Molen, Nieuw Molen en Turfpoort (huidige namen van de bastions). De kaart is later opgenomen in de atlas van Frederick de Wit.

Het bastion Oud-Molen had in de 16e eeuw nog de naam ’Amsterdams bolwerk’. Het lag immers bij de toegang tot de vesting vanuit Amsterdam.

In een verzoek gedaan op 27 februari 1663 vraagt men toestemming om de molen op het bolwerk aan het einde van de Cattenhaeg (het huidige bolwerk Nieuw Molen aan het einde van de Cattenhagestraat) af te breken. Uit een schilderij van Adam Frans van der Meulen uit 1672 (Rijksmuseum) blijkt dat de molen ook daadwerkelijk verdwenen is.

Uit een windrecht-heffingslijst, gedateerd 10 oktober 1665, blijkt dat Naarden toen een viertal windmolens moet hebben gehad. Dit waren respectievelijk de twee korenmolens ’De Juffrouw’ en ’De Joncker’, een volmolen ’De Wildeman’ en nog een molen, waarvan de functie niet is vermeld (niet zeker of dit klopt, op onderstaande lijst staan maar 3 molens in en rond Naarden. Red). Uit het artikel van Pouw blijkt dat dit waarschijnlijk een tweede volmolen was buiten de stad. De namen van de twee overgebleven korenmolens op de bastions Oud Molen en Turfpoort zijn daarmee bekend.

Op 10 oktober 1665 werd voor de erfpachtsom van 4 pond een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen (genaamd De Joffrouw) te Naarden, binnen de stad, verstrekt aan Claes Elbertssen en Aelbrecht Hendricxen. Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens). De molen bestond toen al. Het betrof een ambtelijke inhaalslag,op dezelfde dag werd aan nog twee molens in Naarden een windbrief verstrekt.

Toen de molen op het Amsterdams bolwerk aanleiding gaf tot een ruzie is de naam van het bastion veranderd. Rond 1677 zouden de vestingwerken voor de tweede keer een ingrijpende verbouwing ondergaan en er kwam een plan om die bestaande standerdkorenmolen te slopen en te vervangen door een achtkante korenmolen. Deze molen zou dan een nieuwe plek op het bastion moeten krijgen. Over die plek konden de molenaar en Adriaan Dortsman het niet eens worden. Dortsman was architect te Amsterdam en controleur van de kleine fortificatiën in Holland; in die laatste functie hield hij toezicht op de verbouwing van Naarden. De standerdkorenmolen bleef uiteindelijk staan en de naam van het bastion is toen ’Molenbolwerk' geworden. Vermoedelijk werd het vervolgens Oud-Molen genoemd, omdat deze molen rond 1720 door verval verging en op het naastliggende bastion, dat nu Nieuw-Molen heet, reeds een moderne korenmolen was gekomen, die het tot het begin van de 19e eeuw heeft volgehouden.

Uit een stuk van het jaar 1721 blijkt dat molenaar Jan de Jong een tweetal windkorenmolens nalaat. De eerste staat op het bolwerk ten westen en een kennelijk sterk vervallen exemplaar op het bolwerk ten noorden van de stad. De molens worden getaxeerd op respectievelijk ƒ 4.000 - en ƒ 300,-. De laatste zal dus wel niet meer in gebruik geweest zijn.

Uit de gebeurtenissen van 1677 en 1721 kan geconcludeerd worden dat de molenaar waarschijnlijk in of kort na 1677 wel een nieuwe molen heeft gebouwd maar niet op het noordelijke Amsterdams bolwerk, maar op het naastgelegen westelijke bastion Nieuw Molen. Hiermee was hij eigenaar van twee molens (een oude standerdmolen een een nieuwe stellingmolen) die uiteindelijk eigendom van Jan de Jong zijn geworden.

Een aanvraag tot het herbouwen van een molen tot runmolen bevindt zich nog in het stadsarchief. Het betreft hier de molen ’De Juffer’ op het Amsterdamse bolwerk. Er wordt gevraagd op 23 februari 1697 om
toestemming deze molen te mogen verbouwen tot een runmolen. De plannen verkregen de goedkeuring van de vroedschap. Of de molen inderdaad eikenschors is gaan malen, blijkt niet uit de resolutieboeken. 'De Juffer' is zonder twijfel dezelfde molen als 'De Juffrouw' uit 1665. Daaruit volgt tevens dat de molen op bastion Turfpoort 'De Joncker' was.

Bron: "Molens in en rond Naarden" door G.J. Pouw en "Bastion Oud-Molen te Naarden" door
C. van den Bout en R.J.W.J. Meyer, beide artikelen in "Tussen Vecht en Eem", 1989 nr. 2.

aanvullingen

trivia
Voor zijn kaart van Naarden gebruikte Frederick de Wit in 1698 een licht aangepaste etsplaat van de atlas Van Loon uit 1649. Hij bevindt zich in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek.