Molen Nieuwe Zaagmolen, Enkhuizen

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1686

verdwenen

1807

gesloopt

geschiedenis

3 juli 1686 : De Heeren Burgerm. ende Regeerders des Stads Enchuijsen hebben aan Jan Backer cum socijs sullende aen het buijten water in gevolge van seker Resolutie van de Heeren Burgerm. en Vroetschappen deses Stads , timmeren een nieuwe Saeghmoolen , te mogen plaetsen op de werf laest zijnde gebruijckt bi Pieter Jacobsz. sal. en daer beneffens ook tot sijn gebruijck te mogen nemen de opganck komende aen de westzijde van gemelte werf tot aen de werf toe laest zijnde gebruijckt geweest bij Andries Bock , mits blijvende voor de Stad gereserveert soodanigen erfpaght als op de gemelte werf en opganck tot dees tijt toe moghte zijn geweest .

14 juni 1779 : De Heeren Burgemeesteren en Regeerders der Stadt Enkhuijsen hebben gequalificeert den Thesaurier Raamburg , om de Nieuwe Zaagmolen , staende op erffpagt en geleegen bij de Westerwerven belent ten oosten de werff van de Admiraliteijt , en staande nog ten name van Pieter Som , te transporteeren en over te boeken op den naam van Mr. Abel van der Willige , als op desselvs versoek zal geaccordeert zijnde.

12 december 1801 : J. Hunnink en L. van Wagtendonk, Makelaars zullen op Donderdag, den 24 December 1801, binnen Enkhuizen, in publieke veiling verkoopen: Een Capitaale zeer sterke en welgesitueerde agtkantige WIND-HOUT-ZAAGMOOLEN, genaamd de nieuwe Zaagmolen, met deszelfs, Woonhuizinge en verdere Getimmerte, staande en geleegen aan de St. Pietershaven aldaar.
Bron: Bibliotheca Enchusana.
-----

Op 20 januari 1807 deelden Hendrik Stoffels, Simon Moses en Jacob Ebbenhout aan het gemeentebestuur mede dat zij eigenaar van de molen geworden waren, in de hoop op betere tijden. Daar zij de toekomst echter duister inzagen, vroegen ze toestemming om de molen, staande aan de Pietershaven, te mogen slopen. Het gemeentebestuur had geen bezwaar en deelde mee dat de zaagmolen aan de Westerhaven afgebroken mocht worden.

Bron: "Steevast" 1986, jaaruitgave Vereniging "Oud Enkhuizen", met dank aan H. van der Kaay.