Molen De Eendracht / Eendragt, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
De Eendracht / Eendragt
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06648 i
oude dbnr.
V2461
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 06648 i De Eendracht / Eendragt (Harlingen/ Harns)
Fotoarchief NSR

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
ongeveer 100 meter van De Java aan de westkant van de Bolswardervaart
gemeente
Harlingen, Fryslân
kadastrale aanduiding 1811-1832
Sexbierum A (3) 566 Okke Jacobs Bijlsma, houtkooper
geo positie
X: 157250, Y: 575324
N: 53.16462, O: 5.42085

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
3 zaagramen
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Stichter van de molen was waarschijnlijk Schelte Teetses uit Workum, een broer van Rintse Teetses van de Houtzaagmolen op de Grettingabuut. Schelte kocht in 1642 een stuk land waar later Schelte houtmolen stond (geproclameerd 1656). In 1650 werd Schelte 'houtmolenaar' genoemd. Schelte overleed rond 1655 en zijn weduwe Goijck Cornelis nam de molen over. Voor 1669 was Goijck overleden en waarschijnlijk beheerde de familie de molen. Rond 1700 was Pijter Cornelis, een kleinzoon van Schelte, waarschijnlijk molenaar op de molen.

In 1711 was Sijbren Gerrits (getrouwd met Goijke Teetses, een kleindochter van Schelte en Goijck), eigenaar en Freerk Pieters gebruiker. Zoon Gerrit Sijbrens kocht in 1752 een deel in de molen van andere erfgenamen in de familie en werd uiteindelijk enig eigenaar van de molen. Zijn dochters Taetske en Oecke erfden de molen.

In 1794 werd de helft van de molen door Taetske Gerrits van der Molen verkocht aan de kooplieden Ane Binses en Jelmer van der Zee uit Workum. In 1801 kocht Thomas Jacobs Bijlsma die molenhelft. In 1802 werd de andere molenhelft door Tjalling Feddes Wijnaldum (getrouwd met Oecke) verkocht aan Okke Jacobs Bijlsma en Ymk Wabes Westra uit Koudum.

Okke werd in 1809 genoemd als uitbater van de molen. Hij was ook deeleigenaar van andere molens. In 1810 kocht hij de molenhelft van zijn broer Thomas. Bij de kadastrale registratie in 1832 was Okke de enige eigenaar. Hierna deed hij het beheer van zijn vier molens (De Eendracht, De Arend, De Valk en De Vrede) over aan zijn zoon Jacob Bijlsma en zijn schoonzoon Sietse Beitschat.

Bij een boedelscheiding van de familie Beitschat in 1871 werd de molen eigendom van Simon Sytzes Beitschat. Zoon Germen exploiteerde het zaagbedrijf. Na het overlijden van Simon in 1897 werd hij mede-eigenaar.

Rond half vier in de ochtend van 13 augustus 1901 sloeg tijdens een hevig onweer de bliksem in de molen en werd De Eendracht door brand verwoest. De naburige molen De Arend vatte door rondvliegende vonken eveneens vlam, maar deze brand kon snel worden geblust.

Het huis (bestaande uit twee woningen op afbraak te koop), erf, grond, houtkolk en molenterrein werden door Germen en zijn zus Sytske op een veiling verkocht aan Neeltje Breed (zie onder).

Bron: "molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht", drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.

aanvullingen

trivia
Op de foto staan de volgende molens van links naar rechts: De Vrede, De Arend, De Eendracht, Molen van Westendorp en de Standvastigheid.
-----

Op woensdag 19 maart 1902 vond er een finale veiling plaats waarbij de percelen van de gemeente Sexbierum, sectie A, nrs 568, 569, 571, 846 en 566 door de heer Germen Simons Beischat en mejuffrouw Sijtske Simons Beischat werden verkocht aan mejuffrouw Neeltje Breed, weduwe van de heer Klaas Ruiter.
De koopakte werd opgemaakt door notaris S. Okkinga op 15 augustus 1902. De woningen zijn later weer aan anderen verkocht. Zo ook aan Nanne Terpstra, wiens dochter mevr. Vellinga-Terpstra in het bezit is van genoemde koopakte.

Bron: "Molens in en om Harlingen een rijke historie", door Tj. Severein, 1990. En "Aanvullingen en correcties …" daarop, 2006. Verzameling H. van der Kaay.
-----

Middelburgsche Courant, 14 aug. 1901:
"Bij Harlingen sloeg Maandagmorgen, tijdens een hevig onweder, de bliksem in een houtzaagmolen. De molen brandde geheel af."