Molen Java, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Java
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06648 h
oude dbnr.
V4665
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
westzijde Bolswarder vaart, midden tussen De Standvastigheid en De Eendracht
gemeente
Harlingen, Fryslân
kadastrale aanduiding 1811-1832
Sexbierum A (3) 563 Erven Abraham Frederiks de Ruiter (*)
geo positie
X: 157258, Y: 575423
N: 53.16551, O: 5.42097

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Rijstpelmolen
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
23 el 8 palm (ruim 16 meter *)
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Nadat zijn oude pelmolen in de nacht van 4 op 5 november 1808 door brand was verwoest, kocht Johannes Arjens van der Werf op 30 mei 1809 op een veiling pelmolen De Eendragt uit Oostzijderveld bij Zaandam. In zijn opdracht werd de molen afgebroken en per schip naar Friesland gevaren. Toen de bouw van een woon- en pakhuis werd aanbesteed op 23 mei 1810 was de molen al gereed.

In 1830 deed Johannes de dagelijkse leiding van de molen over aan zijn schoonzoon Simon Wiarda. Op 12 juni 1835 zette Johannes de molen te koop in de Leeuwarder Courant. De omschrijving was zeer uitgebreid:
"Een' kapitalen, In het jaar 1810 nieuw gestichten PELMOLEN, met WOONHUIS en PAKHUIS, Ingerigt tot berging van 55 à 60 lasten Graan, zoo wel gefabriceerd als ongefabriceerd, TUIN en verdere annexen, staande en gelegen aan de Bolswarder Vaart onder Almenum, om Zuid van Harlingen, gekwoteerd met nummer 104, bij den Heer Johannes A. van der Werf, als eigenaar in gebruik, en steeds met het beste succes gedreven; zijnde de Molen in allen opzigte zwaar gebouwd en betimmerd, de Kruisbalken ieder met twee zware Atkers [ankers, Red.] door de Stijlen, met Plaat en dubbelde Splissen gesloten; het onderste achtkant met dubbelde Kruisen en Banden; De Hekradszolder, de voornaamste plaats waar kracht geoefend moet worden, voorzien van twee laag Kruisbalken digt op elkander, waarin de IJzerbalken sluiten en de Donsbalk zich vereenigt; de Looi- en Kapzolder sterk betimmerd , met twee rondloopende zware eiken Banden om de Stijlen gekeept, en met Bouten gesloten. Voorts is de Molen onder de Stelling hoog 9 el 6 palm, het vierkant buiten het Stijlwerk om, met eenen steenen muur omtrokken, tot aan het Rietdak toe met 2, 1½ en ½ steen; hebbende 23 el 8 palm vlugt, en een extra best gaand Werk, met twee paar 18½ palm en 33½ duims Steenen, en diverse dubbelde Zeverijen, en is beneden van het eerste tot het tweede Taflement, binnen de Stijlen wijd 9 el 6 palm en 9 el 3 palm; en zeer geschikt om, (onverhinderd de Pelderij), een compleet Oliewerk te bevatten en aan den gang te hebben. De Molen met het Pakhuis, den 1 Augustus 1835, en de Huizinge na verloop van der Knechten diensttijd, vrij te aanvaarden."

De molen werd verkocht aan de firma Barend Visser en zoon. Op dat moment werd deze zeehandelsfirma gerund door Margaretha Hendrika Menkes en haar zoons Arius Johannes Rodenhuis en Ypeüs Pieters Rodenhuis.

De rijstmolen werd in 1855 verkocht aan de firma Sjoerd Hannema, toen gerund door broers Jacobus Sjoerds en Leendert Hannema. Molenaar was toen waarschijnlijk Cornelis Burgersdijk uit 's-Gravezande die al sinds 1840 in Almenum woonde. Zin zoon Hendrik Cornelis werkte in 1849 als rijstmolenaarsknecht bij zijn vader en leende van de firma Barend Visser geld om in Witmarsum de koren- en pelmolen De Onderneming te bouwen.

De firma Sjoerd Hannema had naast de molen ook een zoutziederij en een distilleerderij, nu onderdeel van gemeentemuseum Het Hannemahuis. In 1856 werd de naam van de molen, Java, voor het eerst gebruikt in een advertentie voor rijstmeel.

Een windhoos op 5 augustus 1857 richtte schade aan aan de molen: de stelling vloog eraf en de planken werden 200 meter weggeslingerd.

In 1858 overleed Jacobus en werd zijn molenhelft uit de nalatenschap gekocht door Leendert. Kort daarvoor waren er in verband met het (tijdelijk) uitvallen van de Bildtpoortsmolen ook stenen voor het malen van graan in de molen aangebracht.

Op 16 augustus 1860 werd de molen door blikseminslag en brand geheel verwoest. De nabijgelegen cementmolen De Standvastigheid vatte ook vlam, maar kon direct geblust worden.De restanten van de Java, inclusief 2400 pond geborgen beschadigde rijst, werden op 22 augustus verkocht en leverden Leendert Hannema nog 696 gulden op. Molen, gebouwen en rijst waren deels verzekerd tegen brand.

Bronnen:
- "molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkarcht", drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.
- "Molens in en om Harlingen een rijke historie", door Tj. Severein, 1990. En "Aanvullingen en correcties …" daarop, 2006. Verzameling H. van der Kaay.

aanvullingen

trivia
*) De vlucht van de molen was 23 el 8 palm. De el werd oorspronkelijk lokaal vastgesteld, maar sinds 1725 werd de Haagse el gebruikt, 69,4 cm. In de nabijheid van Harlingen bestond echter ook de Workumse el van 70,9 cm. In het algemeen is 0,7 m dan een goede benadering. Er bestond een kleine palm (ca. 3 cm) en een grote palm (ca. 9,6 cm). Hier zal de kleine palm bedoeld zijn, want 8 grote palm is langer dan 1 el. De vlucht bedroeg dus ongeveer 23*0,7+8*0,03= 16,34 meter, maar met een onzekerheid van 1 tot 2 decimeters.
Bron: onbekend.

NB In de 19e eeuw was het ook gebruikelijk om 'el' te schrijven waar 'meter' werd bedoeld.

-----

Provinciale Drentsche en Asser courant, 11-08-1857

Te Harlingen brak, volgens de Leeuw. Ct., woensdag namiddag een hevig onweder los Na eenige donderslagen, begon eensklaps de lucht hevig le werken en stak er een storm op, zooals men er dien zelden ondervond. Te gelijker tijd trok een windhoos in de nabijheid van den Steenen Man, uit zee, over den zeedijk en ontlastte zich daar gedeeltelijk van water en slingerde de planken van eenige stapels bij den houtmolen van den heer Posthuma tot 100 voet hoog in de lucht.

Vervolgens werden de plateel-bakkerij en de knechtswoningen van den heer v. Hulst beschadigd; het grootste deel der pannen van de pannen-estrik-fabriek van den heer Fontein Tuinhout weggenomen, en de zwichtstelling van een rijstmolen van den heer Hannema weggeslagen, zoodat de planken ongeveer 200 ellen verder op den straatweg nedervielen. Daar trok de hoos over de Bolswardervaart en sloeg de houtschuur van den heer Bijlsma plat tegen den grond; brak de zwichtstelling van den houtmolen van den heer Beitschat en spleet de wieken; ligtte wat verder een rijtuig vanden straatweg en wierp dit in de ringsloot, zonder iets te breken, zoodat de reizigers, die juist vooraf van het rijtuig waren gesprongen, weldra ongehinderd hunnen weg konden voortzetten. Nu nam de hoos meer de rigting naar de buurt van Almenum, beschadigde aldaar vele fabrieken en verscheidene woningen. schudde den houtmolen van den heer S. van de Wint, onder Midlum, zoodat deze dreigde in of om te storten, nam eenige honderde pannen van de houtschuur mede, en brak de helft der zwichtstelling van den hout- en roggemolen van den heer T. van Arum af. In de nabijheid bevond zich de trekschuit van Hariingen op Leeuwarden, die letterlijk eenige malen in het rond slingerde, terwijl een diep geladene turfschuit mede rondzwaaide Het meest van alles ondervond het bijna voltooide kalkleschhuis, met daarin begrepen knechtswoning, bij de kalkbranderij van den heer A. Hoek. de kracht van hel natuurverschijnsel. Het geheele gebouw is bij den grond afgeslagen en in een puinhoop verkeerd. Nog werden aldaar een schuur en watermolen omgeworpen en liet tolhuis aan de vaart geweldig beschadigd. Tot op een half uur afstands van Hariingen heeft de hoos dus vreeselijk gewoed, en slingerde nog een paar rijtuigen van den straatweg van Harlingen op Leeuwarden. Terwijl dit gebeurde was te Hariingen het onweder zoo hevig, dat er tusschen half 5 uur tot tien minuten daarna geen seconde was, waarin de donder niet gehoord werd Gelukkig was het onweder hoog in de lucht en neen het aldaar geene schade aangerigt. —