Molen Beitschatsmolen, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Beitschatsmolen
modeltype
Wipmolen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06648 g
oude dbnr.
V4666
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 06648 g Beitschatsmolen (Harlingen/ Harns)
Atlas van Schotanus (1718), kaartfragment gem. Barradeel./LvdDrift

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
Bolswardervaart oz., 0,5 km z. der kerk
gemeente
Harlingen, Fryslân
geo positie
X: 157336, Y: 575768
N: 53.16861, O: 5.42214

constructie

modeltype
Wipmolen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Deze houtzaagmolen werd in 1662 gebouwd aan de oostkant van de Bolswardervaart buiten de Kerkpoort. In dat jaar leenden Seerp Sijbes en zijn vrouw Fedtie Sierdts geld 'tot opbouwinge van ons nieuwe molen'. De molen staat op een kaart uit ca. 1667, getekend door Claes Piekesz. d'Graad. Seerp werd zaagmolenaar en samen met zijn vrouw was hij eigenaar van de helft van de molen. Zij woonden ook bij de molen. De andere helft was eigendom van Reijn Lolckes, vroedschap van Harlingen. Het land waar de molen op stond was gepacht van Claes Gerrijts. In die grondpacht werd gedurende het bestaan van de molen veel gehandeld dus regelmatig werd de pacht geïnd door nieuwe eigenaars.

In 1671 was de weduwe van Reijn, Trijntje Sipkes eigenaar van een molenhelft. De andere helft van Seerp en zijn vrouw (beiden overleden?) werd dat jaar verkocht. In 1688 was Sijbren Dircx Longerhouw, schoonzoon van Trijntje, eigenaar van die helft. In dat jaar verkochten Trijntje en Sijbren de molen aan Schelte Taetses, houtmolenaar te Workum.

In 1693 ruilden de toenmalige eigenaars van de molen, broers Rintie en Schelte Teetses, met een neef van hun vader, Cornelis Scheltes, van zaagmolen. Cornelis was tot dan eigenaar van de meest zuidelijke zaagmolen van Harlingen bij het Beitzegat. Van die molen had Cornelis zijn bijnaam 'Beitsegat' wat later werd verbasterd tot de familienaam Beitschat, in ieder geval gevoerd door zijn zoon Jan. Ook na Cornelis bleef de molen lang in het bezit van de familie Beitschat en dus werd de naam van deze molen uiteindelijk Beitschatsmolen. De naamloze zuidelijke zaagmolen bij het Beitzegat was overigens al veel eerder, in of voor 1700, verdwenen dus dit leidde niet tot een naamsverwarring.

Naast Jan werkten ook Cornelis' zoons Schelte, Abraham en Jacob in het bedrijf. Door vererving kreeg de molen steeds meer deeleigenaars. In 1751 verkocht Cornelis Gerbens uit Pietersbierum 1/16 deel van de molen aan Jan Rienks. Dat was feitelijk een verkoop binnen de uitgebreide familie. Abraham was op dat moment de exploitant van de molen.

In 1775 wilde Maike Jans Beitschat haar 1/16 aandeel in de molen buiten de familie verkopen aan stadsbouwmeester Willem Douwes, maar bloedverwant Cornelis Jans Beitschat maakte gebruik van zijn recht van eerste koop en de molen bleef nog in de familie. In 1775 lukte het Willem uiteindelijk wel een aandeel (31/80) in de molen te kopen. Later verwierf hij nog 1/16 aandeel. Uiteindelijk werd ook het aandeel (18/80) van Cornelis Jans Beitschat buiten de familie verkocht aan Tjitske Claasses Bakker, vrouw van Cornelis Ennes Wijga.

Toen sloeg het noodlot toe. Op 28 oktober 1781 werd de Beitschatsmoolen / Beitscats Moolen / Beitschats zaagmolen door een felle brand in de as gelegd. Aan deze brand herinnert de gevelsteen die zich in het Hannemahuis bevindt.

Het zaagbedrijf maakte echter een doorstart onder leiding van Willem Douwes. In 1782 werd De Phoenix op dezelfde plaats herbouwd.

Bron:
Molens in en om Harlingen een rijke historie, door Tj. Severein, 1990. En Aanvullingen en correcties ... daarop, 2006. Verzameling H. van der Kaay.
molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen 2016.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is gebaseerd op de positie van de opvolger op de kadastrale kaart van Gem. Sexbierum uit 1826 /1827. De molen stond oorspronkelijk buiten gem. Harlingen, in Barradeel gem. Almenum.