Molen Tedingerbroekpolder, Westmolen, Voorburg

Voorburg, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Tedingerbroekpolder, Westmolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06498 z
oude dbnr.
V573
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 06498 z Tedingerbroekpolder, Westmolen (Voorburg)
Foto: P. Grund, juni 1976, coll. DVM

locatie

plaats
Voorburg
plaatsaanduiding
waar nu het Prins Clausplein ligt
gemeente
Leidschendam-Voorburg, Zuid-Holland
streek
Haaglanden
kadastrale aanduiding 1811-1832
Stompwijk F (2) 372/487 De Polder Tedingerbroek
geo positie
X: 85210, Y: 453343
N: 52.06398, O: 4.36945

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1873 onttakeld 1977 restant gesloopt
geschiedenis

Reeds in een rekening uit 1610 wordt melding gemaakt van deze molen, die toen Kerckmolen of Dorpwatermolen werd genoemd, werd bemalen door Pieter Willemsz. Luyckenaar.

De Tedingerbroekpolder bestond waterstaatkundig uit een bovenpolder uit twee op zichzelf staande droogmakerijen, gescheiden door de spoorlijn 's Gravenhage-Gouda. In de tweede helft van de negentiende eeuw bestond dit gebied uit geheel uitgeveende plassen, die met de huidige bovenpolder één grote polder vormden die door twee molens werd bemalen, de West- en de Oostmolen.
De molens bestonden reeds in 1611, sloegen via twee vrij lange voorboezems uit op de Vliet.

De Westmolen stond ter hoogte van de Voorburgse Kerkbrug.

Tedingerbroekpolder 1605-1976

Tot 1873 werd de polder bemalen door twee watermolens, gelegen aan twee dwarstochten die een verbinding vormden tussen de Bovenwatering en de Vliet, op welke laatste de molens hun water uitsloegen.
Mathijs de Been van Wena heeft ze in 1606 afgebeeld op de geschilderde wandkaart van Delfland. Ook op de kaart van Floris Balthasars (1611) en die van de gebrs. Kruikius (1712) zijn ze ingetekend. Ze waren bekend als de Oostmolen en de Westmolen. De eerste bevond zich ter hoogte van de (op de 'Kruikius' kaart van 1712 vermelde) Oostbuurt, bij het buitenverblijf Leeuwesteyn. De tweede lag tegenover het dorp Voorburg en werd ook wel de Dorpsmolen of Kercksmolen genoemd. Deze werd tevens benut als seinmolen.

De droogmaking van de uitgeveende plassen binnen de polder, waartoe in 1870 concessie werd verleend, vereiste een krachtiger bemaling, zodat de molens buiten bedrijf gesteld en afgebroken werden. Het droog te maken, verveende gebied besloeg ca. 550 ha. Dit doel werd bereikt in 1873, na de bouw van twee stoomgemalen. 2) De Oostelijke en Westelijke Droogmakerij konden toen worden verkaveld en de gronden bebouwd. De gemalen werden doorgaans aangeduid als gemaal I en gemaal II.
Beide droogmakerijen kwamen gereed in 1873 en werden bemalen door stoomgemalen, de molens verloren toen hun functie.

De molen werd afgebroken toen beide droogmakerijen in 1873 gereed kwamen.

aanvullingen

trivia

Nog tot 1977 heeft de bewoonde romp naast het sluisje gestaan op het huidige terrein van Starlift, goed zichtbaar vanaf de snelweg Utrecht-'s Gravenhage.