Molen De Hoop, Roelofarendsveen

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1687

verdwenen

1881

opvolger

Roelofarendsveen (De Jonge Willem / De Zonnemolen)

geschiedenis

Arnoldus van Rhyn (1774-1827) kocht in 1804 de ambachtskorenmolen "De Hoop" aan de Wijde-Aa bij het Paddegat te Woubrugge. Voor de opheffing der heerlijke rechten waren de inwoners van Woubrugge verplicht hier hun graan te doen malen. Het was dus een ban-(heerlijkheids)molen, het volk noemde hem dwangmolen.

Het merkwaardige bij deze molen was zijn ligging. Alleen over water kon graan worden aangevoerd en langs dezelfde weg als meel worden teruggehaald. Ook de nabijgelegen heerlijkheid Hoogmade, die vrijwel geïsoleerd lag, had gerief van de waterweg, die eveneens voor de bewoners van Woubrugge in dit waterrijke land het gemakkelijkst was.

Bron: "Het Zuid-Hollandsche korenmolenaarsgeslacht Van Rhijn en zijn molens", maandblad Sibbe 1942.
Gert Jan van Rhijn, 20 juni 2006.

De molen aan het Paddegat heeft er eeuwenlang gestaan.

De molen heeft o.a. de volgende eigenaren gehad:
Leendert Dircqsz. Hij deed de molen in 1631 over aan Jan Jansz. van Schagen.
In 1695 werd de molen door Jan en Willem van Schagen verkocht aan Ary Burgh van Kerckhoven.
In 1730 verkoop aan Dirk Vlasveld en Klaas van der Willik.
In 1737 aan Govert Cornelisz. van Royen.
In 1751 verkoop aan Lambert Struijven.
In 1804 gaat de molen van Dirk Struijven over naar Arnoldus van Rijn.
Zoon Arnoldus van Rhyn (1796-1861) volgde zijn vader als molenaar aan de Wyde-Aa op. Diens tweede zoon, Gerardus van Rhyn (1813-1852) werd eveneens molenaar op “De Hoop”.

Arnoldus van Rhyn (1832-1910) volgde zijn vader als molenaar op, en deed in 1881 de wipmolen afbreken en vervangen door een grondmolen. Het woonhuis werd in dat jaar ook vernieuwd.

Marlies Struyvé, 13 november 2009.