Molen Polder 132/ Driessenpolder, Wolvega/ Wolvegea (Wolvege)

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1832

verdwenen

1917

verbrand

opvolger

Wolvega (De Gooijer)

geschiedenis

Leeuwarder Courant 12 juli 1917:
Wolvega, 11 juli. De watermolen, staande in den polder van dr. Driessen nabij de Linde, is hedenmorgen door den bliksem getroffen en afgebrand.

NB In bijna alle molenboeken staat tot nu toe dat de molen in 1916 afbrandde en dat toen de achtkante molen werd geplaatst, dat is dus onjuist. Molens in Friesland in oude ansichten deel 2 vermeldt wel het juiste jaartal 1917.

Volgens de Nederlandse Molendatabase was de spinnenkop nog vrij nieuw toen hij verbrandde. Toch staat hij (of een voorganger?) reeds vermeld in het kadaster 1811-1832.
In 1917 werd de opvolger, de nog bestaande De Gooyer, verplaatst naar zijn huidige standplaats aan De Linde als poldermolen.
-----

De molen staat als rondje/achtkantje in het kadaster van 1811-1832.
In het kadaster van 1885-1887 staat de molen nog als Wolvega A 708.
Volgens de waterstaatskaart van 1926 bemaalde de nieuwe achtkante molen 80 ha.
-----

Bemaalde de polder 132 (90 ha), en verbrandde in 1916.
Bron: archief Ten Bruggencate.

De eigenaar (van de spinnekop en/of van de bovenkruier) was de heer De Driezen, hij deed de molen over aan It Fryske Gea.
In 1980 was G. Gooier te Wolvega molenaar van de bovenkruier.
Bron: Fries molenboek 1980.

In oktober 1941 werd de Driessenpolder opgemeten door de Heidemaatschappij ten behoeve van het 'Kamp Wolvega van de Nederlandsche Arbeidsdienst'. De N.A.D. is opgericht door de Duitse bezetter, die alle jonge Nederlanders verplichtte een half jaar de 'arbeidsdienstplicht' te vervullen en ze onder meer in de ontginning van moerasgebieden te werk stelde. De familie Driessen besloot echter de Driessenpolder te verkopen aan It Fryske Gea, en met behulp van een lening van Natuurmonumenten wist penningmeester Duintjer het geld bij elkaar te
krijgen.
Bron: Noorderbreedte 90.