Molen De Virgilius / De Suk / Het Serpent / De Bloeddief, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Virgilius / De Suk / Het Serpent / De Bloeddief
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04914 c
oude dbnr.
V4664
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04914 c De Virgilius / De Suk / Het Serpent / De Bloeddief (Zaandam-Oost)
Aquarel: Gerrit Mol

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
de Knie wz., ten noorden van het Kokspad
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam C (1) 402 Cornelis de Vries
geo positie
X: 116633, Y: 496507
N: 52.45498, O: 4.82277

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
De molen bezat een dubbel oliewerk met twee pelstenen, later had de molen alleen een dubbel werk. Na 1850 was de laad van de Vergilius zo ingericht, dat er met de molen in plaats van twee koeken, vier koeken per keer konden worden gemaakt.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Van de Virgilius is geen windbrief bewaard gebleven. Toch is het bouwjaar van de molen achterhaald. Dit viel te achterhalen door een verklaring die in 1668 werd afgelegd. “op 15 januari 1668 verklaart Jan Dirckse woonende in de Noort, out omtrent LXV jaren, gewesen eijgenaar van de halve olymolen genaempt de Virgilius, dat sijnen broeder Frans Dirckse Snip die de wederhelfte van de voorsz. Olymoole heeft toebehoort, sijn compararants halve moole van den jaere 1648, dat deselve nieuw is geset tot den jaere 1663 toe in huijre heeft gebruijckt bij ’t last vant saet dat daer op wierde geslagen (enz).”
De Virgilius werd dus in 1648 gebouwd door Jan en Frans Dirckse Snip. Het is niet duidelijk of de molen vanaf de bouw een pelwerk bezat of dat dit er later werd ingebouwd.
Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727, werd de lading van de Virgilius hierin verzekerd door eigenaar Willem Noome. De molen zelf zou pas op 16 februari 1771 bij het OC worden verzekerd.
Noome had de opstal van de molen waarschijnlijk elders goed verzekerd. De Virgilius heeft tot 1766 gewerkt met het pelwerk. In dat jaar werden de onderdelen van het pelwerk uit de Virgilius gesloopt en geplaatst in de nieuw gebouwde pelmolen “de Jonge Abraham”. Vanaf dan is de molen dus enkel en alleen ingericht als oliemolen.
Op 18 augustus 1768 sloeg de bliksem raak in de kap van de molen. Over schade of brand wordt verder niets vermeld.
Omstreeks de eeuwwisseling behoort de Virgilius toe aan Cornelis Walig, hij is ook eigenaar van de pelmolen “de Tol”, niet lang daarna verkoopt Walig de molen aan Cornelis de Vries, die ook eigenaar was van de oliemolen “het Honingvat” en de pelmolen “de Taanman”. Tijdens de Franse overheersing weet Cornelis de Vries zijn molenbezit aardig uit te breiden, hij werd namelijk ook eigenaar van de oliemolens “de Reinout”, “de Melkpot” en “de Kopermolen”.
Omstreeks de jaren veertig van negentiende eeuw komt de Virgilius in handen van Hendrik Willem Binkhorst.
Binkhorst was ook eigenaar van de Westzaandammer oliemolen “de Jasper”. Hendrik Binkhorst slaat aan het experimenteren in zijn beide oliemolens. In zowel de Virgilius als in “de Jasper” wordt de laad aangepast zodat er in plaats van twee koeken, nu vier koeken tegelijk geslagen kunnen worden. Voor deze uitvinding had Hendrik Binkhorst octrooi aangevraagd en gekregen. Hoe of wat er nu precies veranderd was aan de beide molens in niet geheel duidelijk. Boorsma vermeldt in zijn boek “Zaanse windmolens” dat de Virgilius zijn bijnamen, “de Bloeddief” of “het Serpent”, had te danken aan het systeem dat was uitgevonden door Binkhorst. Het schijnt dat de werkdruk in de Virgilius te hoog was en dat de olieslagers het tempo van de productie niet konden bijbenen. Boorsma vermeldde ook dat het systeem door bovengenoemde reden niet voldeed en dus weer werd verwijderd.
Ron Couwenhoven betwijfelt dat in zijn boek “het Olieslagerscontract”. In 1854 werd de verzekering van zowel “de Jasper” als de Virgilius verhoogd, door de (dure) aanpassingen die waren gedaan door Binkhorst. In 1856 ging de waarde van de Virgilius naar Fl.10000,- en in 1859 werd ook “de Jasper” voor dit bedrag bij het OC verzekerd. Doordat de beide molens ook meer grondstoffen gingen verwerken, werd ook de verzekering van de lading aangepast. Deze waarden zijn nooit meer naar beneden gebracht. Vermoedelijk heeft het Binkhorst-systeem dan ook tot het einde van beide molens dienst gedaan. Als het systeem uit de molens was verwijderd zou de verzekerde waarde van de molens zeker omlaag zijn gegaan. Vreemd genoeg is de uitvinding van Binkhorst in geen enkele andere Zaanse oliemolen toegepast, volgens Binkhorst zelf had dit te maken met de grote kosten die daarmee gemoeid waren.
Hendrik Binkhorst blijft met zijn beide oliemolens tot 1869 werken. Daarna doet hij de zaken over aan zijn zoon, Lucas Binkhorst, omdat zijn gezondheid het laat afweten. De Jasper blijft wel eigendom van Hendrik Binkhorst.
Vermoedelijk werd de Jasper na het overlijden van Hendrik Binkhorst in 1873 verkocht aan Abraham Prins.
De Vergilius blijft in handen van Lucas Binkhorst, die tot 1879 blijft olie slaan met de molen. Op 1 maart van dat jaar werd de molen geveild. Bij de omschrijving van de molen werd genoemd dat de schuren een opslagcapaciteit hadden van 35000 hectoliter zaad, 700 hectoliter olie en 55000 veekoeken. De molen werd echter opgehouden. Vermoedelijk wordt de molen niet lang daarna uit de hand gekocht door Klaas Klaasz. Honig, die bezig was zijn bezit uit te breiden. Van zijn vader Klaas Cornelisz. Honig had zoon Klaas reeds “de Strijd”, “de Dood” en “de Windhond” gekregen, later kocht hij ook “de Zeef” die was gelegen aan de Noordervaldeursloot. Na het overlijden van Klaas Klaasz. Honig in 1887 kwam de Virgilius tot stilstand en op 24 december van dat jaar werd de molen uit het OC geschreven. Door de zoon van Klaas Honig, Meindert Honig, werd de molen toen te koop aangeboden. Op 11 februari 1888 kwam de Virgilius in veiling en werd hij gekocht door de molensloper Cornelis Zemel, voor een bedrag van Fl. 1185,-. Niet lang daarna werd de molen gesloopt.
Op 18 april 1890 werd het volgende te koop aangeboden: ”een aanzienlijk partij afbraak grootendeels afkomstig van molens (in dit geval veel van de Virgilius), bestaande in : beste balken, ribhout, platen, eene partij nieuw gezaagd hout en eene partij eiken en greenen brandhout”. Het erf van de molen werd op 5 maart 1896 verkocht door de weduwe van Cornelis Zemel, Geertje Rijks. De nieuwe eigenaar van het land werd V. Breet, voor ƒ 98.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 136
- “Het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 50/ 83-86/ 106
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 330-331
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.138-139
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 217-218
F. Rol.
nog waarneembaar
De steen, een kantsteen met een vierkant gat, is door Wim Huisman gevonden. Deze steen ligt vlak bij het clubhuis van duikteam Murene bij het Kon. Julianaplein. De molen die het dichtstbij de locatie van deze molensteen stond, is deze molen, maar helemaal zeker is het dus niet.
Wim Huisman, 18 december 2015.

aanvullingen

trivia
De bijnamen van de Virgilius kreeg hij pas na 1850. Toen werd de laad van de molen zodanig veranderd dat het mogelijk was om in een keer 4 koeken te persen in plaats van de gebruikelijke twee. Voor het personeel op de molen betekende dit dat zij ook veel harder moesten werken dan hun collega olieslagers. Ondanks het feit dat de olieslagers meer betaald kregen was het dus niet aangenaam vertoeven op deze molen, wat hem dus de (begrijpelijke) bijnamen “de Suk”, “het Serpent” en “de Bloeddief” opleverde.

De locatie is gebaseerd op de kaart van Oostwoud en Van Heteren uit 1794.