Molen De Grauwe Eend, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Grauwe Eend
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04910 z
oude dbnr.
V1767
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04910 z De Grauwe Eend (Zaandam-West)
Foto: ansichtkaart K.Tanger nr 244

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
Aan het einde van de Westzijde, ten zuiden van de spoordijk, iets ten westen van de weg.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam G (1) 496 Dirk Dekker, koopman
geo positie
X: 115857, Y: 496322
N: 52.45326, O: 4.81137

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van de paltrok de Grauwe Eend is niet gevonden. De molen wordt voor het eerst genoemd op 22 oktober 1711 toen Gerbreg Andries de molen voor ƒ 1040 verkocht aan Dirk Jansz. Jongejan. Gerbreg Andries was de weduwe van IJsbrant Jansz. Jongejan, de broer van Dirk Jansz. Jongejan. Beide broers runden de molen gezamenlijk in een compagnie. Op 20 juli 1712 werd deze compagnie ontbonden, de Grauwe Eend kwam toen onder het beheer van Dirk Jansz. Jongejan, die dus kort daarvoor de gehele molen had verworven.
Dirk Jongejan bleef tot zijn overlijden in 1726 met de molen werken, daarna werd de molen verkocht aan Claas Baertsz. Boer, die de Grauwe Eend op 5 juni 1728 tegen brand liet verzekeren.

De molen zou een behoorlijke poos in handen blijven van de familie Boer, die zich ook wel Calf noemden. In 1770 kwam de molen na het overlijden van Aris Boer, een van de zonen van Claas Baertsz. Boer, voor ƒ 4500 in bezit van Cornelis Cardinaal, deze zou later ook met de Koger oliemolen “de Reus” werken.

Cornelis Cardinaal stierf in het jaar 1804, de Grauwe Eend werd toen gekocht door de Amsterdammer Abraham Vermooten, die de molen echter in 1805 met winst weer verkocht aan de Zaandammer Jacob Groot.
Jacob Groot werkte ook met de bovenkruier “de Walrot”, die iets zuidelijk van de Grauwe Eend aan de Zaan stond. In de tijd van het Koninkrijk Holland ging het zeer veel industrietakken in de Zaanstreek niet voor de wind. Door een gebrek aan grondstoffen en een verbod op handel met Engeland stonden er zeer veel molens stil. Vooral pelmolens en snuifmolens hadden het zwaar te voorduren. Diverse molens werden toen afgebroken en naar elders in Nederland verplaatst.
Ook met de houtzagerij ging het slecht. Over de molens van Jacob Groot schreef Willem in zijn boekje “De Windmolens aan de Zaanstreek” het volgende:
“Ook tijdens de Fransche overheersching liet men veel molens stilstaan, zooals de Rot en de Eend en vele andere, waarvan de Baas zei "laat de Rot rotten en de Eend ruijen". Deze twee molens werden door het volk uit gebrek aan brandhout zoo toegetakeld, dat de Eend geheel overzij lag en de Rot niet minder”.
Nadat de Fransen waren vertrokken was er binnen korte tijd weer volop werk en werden de molens hersteld.

Opregte Haarlemsche Courant, 10 juli 1832:
"MEINDERT van ORDEN, Makelaar, presenteert op Zaturdag den 14den Julij 1832, 's avonds ten 6 ure, in het Logement de Otter, te Zaandam, te verkoopen: Eene kapitale, hechte, sterke en sedert kort bijna geheel vernieuwde HOUTZAAG - MOLEN, genaamd DE GRAAUWE EEND, met deszelfs Gereedschappen volgens Inventaris, Schuren en verdere aanhoorigheden; benevens een HUIS en ERVE, alles staande en gelegen te Zaandam in 't 2e Kanton."

In 1845 kwam de Grauwe Eend te werken voor Meindert Jansz. Noomen, hij liet de molen op 1 januari van dat jaar tegen brand verzekeren. In 1851 emigreerde Noomen naar Zuid-Afrika en werd de molen opnieuw verkocht aan Eliken de Vries (*).
In 1876 kwam de molen voor een bedrag van ƒ 1800 in bezit van Gerrit van den Dungen. Hij bleef tot omstreeks 1898 met de Grauwe Eend zagen, daarna viel ook het doek voor deze paltrok. In november 1898 werd de Grauwe Eend, die al enige maanden stilstond, gesloopt. Later werd er op zijn erf een houthandel gevestigd, een houtloods van de molen bleef daar dienst doen. Deze loods verdween in 1945, de houthandel vijf jaar later. Het erf van de Grauwe Eend werd begin 1980-er jaren bebouwd met huizen, de uitbreiding van de Schildersbuurt in noordelijke richting.

Bronnen:
“De Windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs Pzn. 1918 blz. 32-33/ 42
“de Zaende” 1e jaargang 1946 blz. 281-293
“de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 337
“het Molenmagazine” nr.3 november 2002 R.Couwenhoven blz. 25-28
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 77
“Zaandam, 150 jaar stad” o.a. Dr.S.Hart 1962 blz. 35-39
informatie F.Rol
-----

(*) Toen Noomen naar Afrika ging verkocht hij de molen aan Eliken de Vries. Deze trouwde met Antje Hamming, na het overlijden van Eliken hertrouwde Antje met Van Dongen. Eliken was een broer van mijn betovergrootvader.
Ans Meijlink, 13 juli 2014

aanvullingen

trivia
De Grauwe Eend was een van de weinige linkse paltrokken in de Zaanstreek, dit hield in dat wanneer men voor de molen stond de kraan zich aan de linkerkant van de molen bevond. De balken gingen dus van rechts naar links door de molen. De andere twee molens die zo waren ingericht waren “de Notenboom” op het eiland in de Voorzaan en “de Dienst Jacobs” die ongeveer 300 meter ten zuiden van de Grauwe Eend stond.
-----

De geschiedenis van deze molen wordt door Ron Couwenhoven zeer uitgebreid beschreven in zijn uitgave “het Molenmagazine” nr. 3, november 2002. Het is te bestellen via de website www.duizendzaansemolens.nl.