Molen De Roohoorn / De Roode Hoorn, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Roohoorn / De Roode Hoorn
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
snuifmolen, zaagmolen, krijtmolen, specerijenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04910 x
oude dbnr.
V4184
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04910 x De Roohoorn / De Roode Hoorn (Zaandam-West)
Foto omstreeks 1895, verzameling F.Rol

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
Ten westen van de spoorlijn, in het verlengde van het Blauwe Arendspad.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam G (1) 515 Lambert Kramer, koopman
geo positie
X: 115464, Y: 496350
N: 52.45349, O: 4.80559

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als lattenzager
versieringen
Als wetenswaardigheid over deze molen, meldt Pieter Boorsma in zijn boek “Zaanse windmolens” het volgende:
“Toen het Hoorntje te Zaandam, nog goed onderhouden, groen geverfd, in “volle fleur” was, stond op het eind van zijn westerschuur een spin, welks staart den vorm eener posthoorn had."
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken en verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis
De Roohoorn werd als snuifmolen gebouwd in 1752 op het erf waar eerder de paltrok wagenschotzager “de Roode Hoorn” had gestaan. Deze molen was met erf in 1731 gekocht door Jan Tijsz. Nierop voor Fl.700,-. Waarschijnlijk heeft Nierop kort hierna de molen laten slopen. Op 29 januari 1750 verkoopt Nierop het erf van de molen aan Jan Bastiaansz. uit Koog aan de Zaan, voor een bedrag van Fl.33,-. Jan Bastiaansz. bouwde op het erf de snuifmolen die de naam kreeg van de paltrok.
De windbrief voor de Roohoorn werd op 23 maart 1752 uitgereikt aan Bastiaansz. Mogelijk is het deze Jan Bastiaansz. geweest, die in 1772 de snuifmolen “de Huisvrouw” liet bouwen aan het Mr. Keesenpad in Zaandam. Omstreeks de eeuwwisseling van 1800 komt de Roohoorn in bezit van Klaas Keyzer. Deze Keyzer was een ondernemer die met de meest uiteenlopende zaken zijn geld verdiende. Voor de productie van snuiftabak had Keyzer, naast de Roohoorn nog twee molens nl. “de Gekroonde Liefde” en “de Kanarievogel”. Naast deze snuifmolens bezat hij nog de oliemolen “de Jasper”, verder had Keyzer aandelen in diverse schepen, een aantal pakhuizen, land en vee. Na zijn overlijden in 1812 werd zijn gehele bezit omschreven in zijn boedelscheiding. Hierin waren ook zijn snuifmolens getaxeerd. De waarde van de Roohoorn bedroeg Fl.600,-, wat niet erg veel geld was voor een snuifmolen, zeker niet omdat de waarde van het erf ook bij dit bedrag in zat. De oppervlakte van het land was 1 hectaren en 20 are. De geringe waarde van de snuifmolens was te wijten aan het continentale stelsel van Napoleon, wat de handel met Engeland en de overzeese gebiedsdelen verbood. Hierdoor was het moeilijk om aan tabak te komen, het gevolg hiervan was, dat tijdens de Franse bezetting, een groot aantal snuifmolens en tabakstampers werden gesloopt. De Roohoorn was een der weinige snuifmolens die deze tijd wel overleefden. In 1867 komt de Roohoorn in bezit van Cornelis Nicolaas de Wilde en Jan Lammertsz. Kramer.
In het midden van de jaren zestig van de negentiende eeuw werd de spoorlijn Uitgeest-Zaandam aangelegd. Een aantal molens stond precies op het tracé van deze lijn en moest dus verdwijnen. Zo werden de papiermolen “de Hobbezak” in Zaandijk en de paltrok “de Groene Jager” op de Koog in 1868 gesloopt. Wat tegenwoordig gebeurt met de aanleg van de HSL, dat molens in hun geheel moeten worden verplaatst is niets nieuws.
Ook de Roohoorn stond de vooruitgang in de weg en moest dus verdwijnen. De eigenaren van de molen kregen een geldbedrag uitgekeerd om de molen te verplaatsen. De Roohoorn was een kleine molen die op een lage schuur stond, de vlucht van het molentje schat ik op 10 meter. Naast de standplaats van de Roohoorn werd een nieuwe fundering geslagen, waarna de molen met schuur en al naar deze nieuwe plek werd gerold. Dit gebeurde in 1868.
In 1876 kocht Cornelis de Wilde de helft van de Roohoorn van zijn partner Jan Kramer voor Fl.1000,-, het maken van snuiftabak was in die tijd niet erg lonend meer, omdat tabak snuiven uit de mode raakte. De Roohoorn bleef tot 1880 in bedrijf als snuifmolen, in welk jaar de molen door de Wilde werd verkocht. Door de nieuwe eigenaar werd het molentje ingericht als lattenzager en enkele jaren later werd de molen gebruikt voor de productie van stopverf. Dit werd verkregen door het mengen van gemalen krijt met lijnolie. De laatste functie die de Roohoorn bekleedde was die van specerijenmolen. Dit werk bleef hij verrichten tot 1904. In dat jaar werd de Roohoorn afgebroken en herbouwd op de schuur van de in 1895 gesloopte oliemolen “de Zwarte Ruiter” in Zaandijk. Zijn nieuwe werk bestond uit het vermalen van marmer tot marmerslijp. Het molentje is daar, nadat het zwaar vervallen zonder wiekenkruis stond, in 1933 gesloopt.


Bronnen:
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz.51-52/44-46
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz.109
- “Zaanse windmolens” P. Boorsma 1939 blz.72-73
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Snuifmolen, later lattenzager, stopverfmolen en specerijenmolen “de Roohoorn” of “de Roode Hoorn”, kleinere achtkante bovenkruier op schuur, te Zaandam-West ten westen van de spoorlijn in het verlengde van het Blauwe Arendspad. Bouwjaar 1752, in 1904 afgebroken en verplaatst naar Zaandijk.