Ansichtkaart, serie 80, nr 30
*Eigenaren:
1717-1731: Gijsbert de Lengh ½, Roelant Kuyter ½ ; Gijsbert de Lengh en Roelant Kuyter vroegen in 1717 toestemming aan om een houten achtkante molen te mogen bouwen. Zij kregen toestemming om de molen aan het Kromhout te bouwen.
1731-1736: Gijsbert de Lengh ½, Margareta Staelsmit (weduwe van Roelant Kuyter) ½
1738: Gijsbert de Lengh, getrouwd met Margareta Staelsmit, gehele molen
1738: In 1738 werd de molen verkocht aan Pieter Abrahamsz van Oossanen
<1768: Christina Schouten, weduwe van Dirk Calis ½
1768-1781: In 1768 volgden er enige verkopingen, waarna Hendrik Baggerman de molen voor de helft in het bezit kreeg, de andere helft kwam in handen van Jacob van der Kaa, Arij Kool, Jan Schouten en Paulus Jan Clos
1781: Nierhof, Schouten en Comp.
<1784: Jacob van der Kaa, Arij Kool ¼
1784: Jan Schouten jr. ¼
1785: In 1785 was de molen van Jan Schouten sr, Jan Schouten jr en Jan en Nicolaas Nierhof, handelend onder de firma Nierhof en Schouten en Co.
<1788: Jan Schouten sr. als firma Nierhof Schouten en Comp. ½, Jan Schouten jr. ¼, Paulus Jan Clos ¼
1788-1803: Martinus Johannes van Eyck ½, Samuel van Eyck ½
In 1788 verkocht Jan Schouten de molen voor de helft aan Jan Schouten jr en sr en Paulus Jan Clos.
1803-1824: Samuel van Eyck
1824-1834: In 1824 kwam de molen in handen van de houtkoper Arnoldus de Groot. De molen verkeerde in goede staat, hij was geheel opnieuw bekleed en er waren reparaties uitgevoerd die ongeveer ƒ 10.000 hadden gekost. In 1824 waren een nieuwe as en roe aangebracht. Na Arnoldus ging de molen over op zijn zoons Jan en Arnoldus de Groot, later alleen in eigendom bij Arnoldus. Na zijn overlijden en dat van zijn vrouw besloten hun drie kinderen dat Johannes Cornelis de Groot de houtkoperij en houtzagerij voort zou zetten onder de oude firmanaam Arnoldus de Groot & Zonen.
1834-1858: Jan de Groot ½, Arnoldus de Groot jr. ½
1858-1874: Arnoldus Arnoldusz de Groot als firma Arnoldus de Groot & Zonen
1879-1881: Catharina Elisabeth, Maria Arnoldina, Johannes Cornelis de Groot
1881-1895: Johannes Cornelis de Groot als firma Arnoldus de Groot & Zonen.
Tijdens een zware onweersbui in 1881 sloeg de bliksem in een van de wieken van De Arend, maar veroorzaakte geen brand.
Met het inzakken van de houten scheepsbouw nam het aantal opdrachten voor de molen af.
In juli 1895 werd de molen gesloopt. 't Kromhout is er nog steeds in Dordrecht.
In november 1895 verkocht Johannes Cornelis de Groot een erf aan het Lange Kromhout.
Bronnen onderstaande tekst: Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.
Mw H.W.G. van Blokland-Visser, Papendrecht, januari 2016
07-07-1868 Middelburgsche courant
Het onweder jl. Vrijdag morgen boven Dordrecht losgebarsten, heeft eenige schade veroorzaakt. De bliksem is namelijk geslagen in den top van eene roe van den molen den Arend, toebehoorende aan de heeren A. de Groot
collectie Jan H.J. Willemsen
't Kromhout als straatnaam.
Uit kadastrale akten blijkt dat hier De Zwarte Arend stond. Deze was eerder dat jaar gesloopt. Hoewel deze molen te boek staat als De Zwarte Arend, wordt deze in akten meestal De Arend en ook wel De Sukkelaar genoemd.
Deze molen was de enige molen van Dordrecht die 'kromhout' zaagde, dat werd gebruikt voor de scheepsbouw. Van dit kromhout werden spanten gemaakt. De kromme stammen konden niet recht over de slede langs het zaagblad getrokken worden zoals bij rechte bomen, maar moesten tijdens het zagen steeds worden verhaald. Deze molen was de enige molen waarbij dit kon. Het ging vrij langzaam en de bijnaam van de molen was dan ook De Sukkelaar.
