Molen Het Hert / Het Hart, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Hert / Het Hart
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03940 z
oude dbnr.
V2312
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis
media-bestand
Molen 03940 z Het Hert / Het Hart (Dordrecht)
uitsnede

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
Noordendijk-binnendijks
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
streek
Eiland van Dordrecht
kadastrale aanduiding 1811-1832
Dordrecht B (3) 410 Willem Willemse van der Koog, houtzaagmolenaar
geo positie
X: 106700, Y: 424990
N: 51.81144, O: 4.68680

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
zeskante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Bron: Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.

Eigenaren:

1827: Maarten van der Koogh en zijn broer Willem waren als vennootschap onder firma M. & W. van der Koogh al jaren bezig om een nieuwe molen te mogen bouwen. Na eerdere weigering probeerden zij het in 1827 opnieuw. Zij wilden Het Varken slopen en aan de overkant van de dijk, buitendijks, een houtzaagmolen bouwen. De firma Boonen en Van Hoogstraten & Zoon, commissionair van de Rijnsche houtvlotten protesteerde. Zij hadden deze grond in erfpacht en werd gebruikt om hout ter veiling op te leggen, zij zouden ernstig in het uitvoeren van hun bedrijf belemmerd worden. Dit grote bedrijf werd in het gelijk gesteld en de toestemming van de bouw van de molen kwam er wel, maar de molen moest gebouwd worden op de fundamenten van de oude volmolen Het Varken aan de binnenzijde van de dijk. De molen werd gebouwd en de heren gingen over op het zagen van hout. Daaraan waren regels gebonden. Zo mocht de doorgang over de dijk niet belemmerd worden door lange stukken hout, touwen of kettingen.

1828: Doordat beide heren al wat ouder waren verkochten zij de molen al na een jaar aan de zoon van Maarten, de houtzaagmolenaar Willem Willems van der Koogh, die eigenlijk al de leiding had bij de bouw van de molen. Hij en zijn echtgenote sloten een lening af voor de aankoop van Het Hert en stelden deze molen daarbij als zekerheid

13-04-1830, Arnhemsche courant, 
DORDRECHT, den 9den April.
Gisteren avond hebben wij hier, bij stil weder, een ongemeen zwaar en langdurig onweer gehad , bij welke gelegenheid de bliksem , even buiten deze stad, den houtzaagmolen het Hart op den Noorderdijk getroffen heeft, waarvan eene roe met het daaraan zich bevindende zeil , benevens de as, spil, palbalk en luistijl verbrijzeld zijn. De bliksem is verder het touw van de luireep gevolgd, hetwelk mede door verzenging zeer beschadigd is. Voorts zijn , aan dien kant van den molen langs welken de bliksem zijnen loop genomen heeft , meest al de glazen beschadigd en uit de vensters gesprongen. Opmerkelijk is het, dat de bliksem niets van het ijzerwerk in den molen schijnt aangeroerd de hebben , en zijne vernielende kracht alleen aan het hout zigtbaar is. Voorts heeft de bliksem noch brand verwekt, noch iemand der bewoners eenig letsel toegebragt.

13-04-1830, Arnhemsche courant

DORDRECHT, den 9den April.
Gisteren avond hebben wij hier, bij stil weder, een ongemeen zwaar en langdurig onweer gehad , bij welke gelegenheid de bliksem , even buiten deze slad, den houtzaagmolen het Hart op den Noorderdijk getroffen heeft, waarvan eene roe met het daaraan zich bevindende zeil , benevens de as, spil, palbalk en luistijl verbrijzeld zijn. De bliksem is verder het touw van de luireep gevolgd, hetwelk mede door verzenging zeer beschadigd is. Voorts zijn , aan dien kant van den molen langs welken de bliksem zijnen loop genomen heeft , meest al de glazen beschadigd en uit de vensters gesprongen. Opmerkelijk is het, dat de bliksem niets van het ijzerwerk in den molen schijnt aangeroerd le hebben , en zijne vernielende kracht alleen aan het hout zigtbaar is. Voorts heeft de bliksem noch brand verwekt, noch iemand der bewoners eenig letsel toegebragt.

 
1837: Het echtpaar sloot in 1837 nog een lening af en stelden de net gekochte zaagmolen De Nachtegaal als zekerheid en daarnaast ook de zaagmolens De Windhond en Het Hert die in deze akte Het Hart werd genoemd.

1857: Na het overlijden van Willem Willems in 1857 volgde zijn weduwe Magdalena Petronella Muller hem op,

1862: totdat zij en haar kinderen de molen in 1862 openbaar lieten verkopen. De uit Delfshaven afkomstige kistenmaker Jacobus Weber werd de nieuwe eigenaar. Na zijn overlijden ging de molen over op zijn weduwe Lena Vuijk.

1871: Nadat hun kinderen nog een aantal jaren gezamenlijk de molen in eigendom hadden, besloten zij in 1871 de boedel te scheiden. Cornelis Weber kreeg het eigendom van de molen toebedeeld.

15-08-1878, De Dordrechtsche courant
Dordrecht, 14 augustus.
Heden morgen omstreeks 10 ure is van den zaagmolen Het Hert, toebehorende aan den heer C. Weber, staande aan den Noordendijk alhier, tengevolge van een hevigen rukwind, eene der roeden afgewaaid en ongeveer 120 voeten vergeworpen.

1881: In de zomer van 1881 heeft tijdens hevig onweer de bliksem een van de wieken getroffen. Daardoor ontstond brand in de rieten kap en richtte schade aan in de molen. Een aantal werklieden die in de buurt waren blusten snel de brand, daardoor is niet de hele molen afgebrand.

19-10-1889, De Dordrechtsche courant
Heden morgen werd voor de regtbank alhier behandeld de zaak van het Openbaar Ministerie tegen C.W. , houthandelaar, wonende te Dordrecht, ter zake dat hij in Julij 1889 den Noordendijk onder Dordrecht, welke dijk dient tot waterkeering voor den polder, genaamd de Vier Polders, voor een groot gedeelte van Dubbeldam en voor een gedeelte van Dordrecht en derhalve ten algemeenen nutte gebezigd wordt, door zijne schuld heeft beschdigd, door uit een balkengat buitendijks balken langs het verhoogde talud van genoemde dijk over dien dijk naar den hem toebehoorenden molen het Hert binnendijks te slepen en door zijn werkvolk te doen slepen, door welke handelingen in den kruin van genoemde dijk vóór genoemde molen een paar gaten eof putten, ter breedte van ongeveer 2 meter, zijn ontstaan.
Het 0. M., het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achtende, beklaagde, ingevolge
art. 351bis van het Wetboek van Straftregt, eene hechtenis van zeven terwijl beklaagde's verdediger, mr. J. M. Rens, tot Vrijspraak concludeerde, op grond dat noch bekl.'s schuld noch de beschadiging van den dijk wettig en overtuigend bewezen was.

1890: Cornelis Weber liet Het Hert in maart 1890 openbaar verkopen. Het molencomplex bestond uit de molen, een molenaars- en knechtswoning, schuur en open loods, een tuinmanswoning, moesland en boomgaard aan de Noordendijk binnendijks en een balkgat buitendijks, en hooi- en rietland gelegen bij de molen.Henri Vriesendorp jr. en David Antoine Nicolaas Vriesendorp waren de kopers, zijnde de Firma Jacob Vriesendorp & Zonen. Deze firmanten verkochten de molen met alles wat erbij hoorde al na zeven maanden aan Teunis Wapperom Tzn. senior en junior.

1891: Deze melkboeren uit Papendrecht sloopten de molen in 1891 en bouwden op die plaats een huis waarin zij gingen wonen en gebruikten de schuur als stal.