Molen De Oude Molen / Altena, Ugchelen

Ugchelen, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
De Oude Molen / Altena
modeltype
Watermolen
functie
papiermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
beek
Koppelsprengen / Steenbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03523
oude dbnr.
V808
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03523 De Oude Molen / Altena (Ugchelen)
Foto van C. Vrolijk, maart 2003

locatie

plaats
Ugchelen
plaatsaanduiding
Hoenderloseweg 145 v/h aan de Koppelsprengen en aan de Steenbeek
beek
Koppelsprengen / Steenbeek
gemeente
Apeldoorn, Gelderland
streek
Veluwe
kadastrale aanduiding 1811-1832
Beekbergen I (3) 296 Janna Pol, zonder beroep
geo positie
X: 191639, Y: 465852
N: 52.17959, O: 5.92289

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting
n.v.t.
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
1983 rad weg 1993 verbrand
geschiedenis
'In 1613 kregen Marten Orges en zijn vrouw Geertgen Schut(ten) de erfpacht van het water voor een papiermolen in Ugchelen.
Niet Orges zelf maar Jacob Jacobs, zoon van Jacob Lucas, Geertgens eerste man, bouwde er de eerste Ugchelse papiermolen.
De molen werd gelegd op de Steenbeek.
Een andere watertoevoer liep onbenut beneden het rad in deze beek uit en toen in 1639 het Hamermolentje daarop werd aangelegd en door sprengenaanleg en -uitbreiding werd verbeterd kreeg ook de Oude Molen de beschikking over nieuwe watervoorraad: de Koppelsprengen.
Bij de bouw van de molen Het Voorslop in 1646 moest de onderbeek daarvoor worden verdiept en zo kon de Steenbeek nu niet meer op het rad van de Oude Molen komen. Mogelijk stamt uit die periode het gebruik van de Steenbeek 'op het halve rad (1)' van deze molen.

Tot midden 19e eeuw bleef de molen in bezit van de familie Schut, afstammend van Jacob Jacobs, die de achternaam van zijn moeder - Schut - had aangenomen.
In die periode kwam de naam 'Altena' in zwang. Jan Terwel, getrouwd met Maria Johanna Schut, was er in 1859 papierfabrikant.
Later blijkt de molen eigendom te zijn van H. Geurts met papiermaker J.L. van Delden, welke laatste volgens Hardonk nĂ¡ Terwel op de molen zat.
In 1876 brandde de molen af en 1880 richtte Johannes Lambertus van Delden in de herbouwde molen een wasserij in.
In 1891 kocht Johann Gottlieb Preller de wasserij. In 1911 werd er een ketelhuis bij gebouwd voor een stoommachine van 12 pk met een ketel van 7 atm.
Het rad heeft in de jaren 1940-'45 dienst gedaan voor de opwekking van elektriciteit.
Het kwam in de jaren-1950 stil te staan; het was in zeer vervallen toestand nog lang aanwezig en ook de Steenbeek 'op het halve rad' is er nog. De goot hiervan lag in 1964 half in de beek en is nadien verdwenen. 1n 1993 ging het hele gebouwencomplex door brand verloren.'

(Tekst ontleend aan Op Kracht van Stromend Water, negen eeuwen watermolens op de Veluwe van H. Hagens)

Bijzonderheden:
In 1613 gebouwd als papiermolen.
Vanaf 1893 wasserij.
Het waterrad, dat in 1983 nog deels aanwezig was, was een combinatie bovenslag/middenslag, zoals nu nog te vinden is op de Bovenste Plasmolen in Plasmolen/Mook (L.). Na voortschrijdend verval is de molen uiteindelijk verbrand.
Het gebouwtje op de foto is niet de molen, maar een na de brand nieuw opgericht gebouw.
De molen stond achter de fotograaf. In 1983 was er nog een waterrad in vervallen toestand aanwezig, het lijkt er sterk op dat alles snel zal gaan verdwijnen.
De waterval is er nog.

Olaf Duinmaijer.
nog waarneembaar

aanvullingen

trivia
Papiermolen, vanaf 1893 als wasserij in gebruik

De molens op de Uchelse beek (met vertakkingen Schoolbeek en koppelsprengen) en de Winkewijert zijn vanaf 1612 gesticht.
Deze twee beken komen boven de Tiemensmolen tezamen om vervolgens bij 't Hul in de Dorpsbeek te stromen.
De Winkewijert had een verbinding bij Hattem met de Kayersbeek, die door Wormen heen liep en pas na de Vlijt in de Grift kwam.
De 5 molens gesticht voor 1630 zijn; Winkewijert-, Tiemens-, Hattem-, Base- en Altena-molens.
Na 1630 tot 1748 zijn nog de volgende 8 molens gesticht; Hamermolen, Voorslop, Steenbeek, Kayersmolen, Bouwhof, Methusalem, Eendracht en 't Liertje, totaal dus 13 molens.
En natuurlijk in 1672 de windmolen bij de oude Molen.

Bron: onbekend.