Molen De Zwaluw / Molen van Terlaak, Vlaardingen

Vlaardingen, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Zwaluw / Molen van Terlaak
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03505 q
oude dbnr.
V571
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 03505 q De Zwaluw / Molen van Terlaak (Vlaardingen)
Ansichtkaart, Serie 69 nr. 1

locatie

plaats
Vlaardingen
plaatsaanduiding
Zuidbuurt, waar nu Westwijk is, ongeveer waar nu de Prof.Rutgerstraat is.
gemeente
Vlaardingen, Zuid-Holland
streek
Delfland
geo positie
X: 81348, Y: 435919
N: 51.90689, O: 4.31688

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
geplaatst
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Zeilmaker Ary van der Windt diende op 12 december 1846 via burgemeester en wethouders van Vlaardinger-Ambacht en Geduputeerde Staten van Zuid-Holland aan de koning een verzoek in een molen te mogen bouwen. Van der Windt bezat een stuk weiland in de Aalkkeetbinnenpolder, dus grond had hij al. Hij was van plan zijn molen te plaatsen aan de Maassluissedijk, bij de (nog bestaande) boerderij "De Vergulde Hand".
Burgemeester en wethouders reageerden in eerste instantie niet enthousiast. Ze betwijfelden of er aan een korenmolen behoefte was in Vlaardinger-Ambacht. Er waren immers enkele molens aan de Galgkade in Vlaardingen en dichtbij de dorpskern van Ambacht stond de nog bestaande Aeolus (deze molen stond bij de gemeentegrens Vlaardingen - Vlaardinger-Ambacht). Er werden echter geen bezwaarschriften van omwonenden ingediend en ook kon het college geen sterke bezwaren bedenken om de bouw af te keuren. Aan koning Willem II werd dan ook geadviseerd het verzoek van Van der Windt in te willigen. Nadat de toestemming officieel werd gegeven, kon er met de bouw worden begonnen. Vreemd is dat Van der Windt toestemming kreeg om de molen in te richten als koren- en pelmolen, maar dat hij bij de bouw alleen een pelwerk liet aanbrengen. Toen hij later tóch een verzoek indiende om met de molen graan te mogen malen, zorgde dat voor enige verwarring bij Gedeputeerde Staten, want die toestemming was immers bij de bouw al gegeven.

Nadat Ary van der Windt overleed, werd door zijn weduwe Johanna van der Windt-Mojet het patentrecht betaald voor 1861 en 1862. Wat er in de jaren daarna met de molen gebeurde, is niet duidelijk.

Pas in 1870 werd door Willem George Frederik Terlaak weer patentrecht betaald. Hier werd de naam Terlaak voor het eerst genoemd. Het was voor de familie Terlaak een kwestie van overleven op de molen. Het grote gezin beleefde een paar armetierige jaren op de molen. Daar kwam nog eens een probleem bij: doordat de molen vlakbij de (hoge) Maassluissedijk stond, ving hij te weinig wind.

Voor George Terlaak zat er maar één ding op: verkassen! Terlaak diende daarom in 1872 een verzoek in om op een driehoekig stuk land aan de Zuidbuurtseweg een achtkante baliemolen te mogen bouwen. Van eigenaren van aanliggende percelen kwamen geen bezwaren naar voren. Op 20 april 1872 werd de aanvraag behandeld in het college van burgemeester en wethouders. De voorzitter zei tijdens de vergadering dat Gedeputeerde Staten mogelijk bezwaren zouden kunnen hebben tegen de eventuele verplaatsing naar de Zuidbuurtseweg, vanwege gevaar voor passerend verkeer op deze doorgaande weg. Terlaak woonde de vergadering zelf bij en wees het college op de nog bestaande De Hoop aan de Zuiddijk. Deze molen stond ook aan een openbare weg en leverde daar ook geen gevaar op voor het verkeer. Terlaak stelde een marge van ongeveer 14 meter tussen molen en weg voor. Bovendien lag er ook nog een sloot tussen, over dit water wenste Terlaak een vaste brug te bouwen voor aan- en afvoer van goederen. Terlaak kreeg uiteindelijk zijn zin, en mocht zijn molen verplaatsen en een brug bouwen, met de aantekening dat de brug niet mocht worden bereden door wagens met smalle vellingen. Vervolgens werd de molen in 1872 uit elkaar genomen en door de weilanden naar de Zuidbuurt vervoerd.

George Terlaak was een kundig timmerman en herbouwde de molen zelf, samen met zijn kinderen. Hier stond hij op de plaats waar later het Jachthuis werd gebouwd. Terlaak maalde ruim tien jaar met het molentje en werd in 1882 na een beroerte opgevolgd door zijn zoon Simon. George schreef in een brief aan zijn broers Daniël en Maurits het volgende: "Mijn gezin is groot en gezond en mijn zaakje is mooi, maar ik kon altijd meer malen als ik het maar had". George Terlaak overleed op 52-jarige leeftijd.

Aanvullingen geschiedenis:
In 1890 volgde Willem George Frederik zijn broer Simon op. Simon werd molenaar in Hoogvliet, in 1895 keerde hij terug naar Vlaardingen, waar hij toen de stadskorenmolen (Aeolus) kocht.

Nieuwe Veendammer courant, 14 december 1901
Te Vlaardingen sloeg Woensdagmiddag de bliksem tweemaal in den molen van S. TerLaak. Na den eersten keer verliet de vrouw met haar kinderen den molen. Bij den tweeden keer vielen de molenaar en drie zijner knechts bewusteloos neder. Zij zijn echter weer bijgekomen.
Ingezonden door Caroline Schaeffer, 27 mei 2021


In 1907 volgde gedeeltelijke afbraak van de Zwaluw. De overblijfselen werden in 1909 gekocht door de adjunct-directeur van de NV Hollandia te Vlaardingen, M.G. Wagenaar-Hummelink. Wat er met deze restanten gebeurde, is niet bekend.
Willem Terlaak, de oudste zoon van George, vertrok in 1902 naar Maasland om daar een motorische maalderij te beginnen (zie Tenbruggencatenummer 01535 b). Hij werd later eigenaar van molen De Hoop in Maassluis. Simon "Siem" Terlaak, zijn jongere broer, kocht in 1895 de Aeolus aan de Kortedijk in Vlaardingen.

Bron o.a.: "Het reilen en zeilen van Vlaardingse industriemolens", Frans W. Assenberg en Arie van der Hoek. Historisch jaarboek '87 Vlaardingen.
Rob Pols.

aanvullingen

trivia
De molen stond waar nu de Westwijk is, naar alle waarschijnlijkheid aan de tegenwoordige Professor Rutgersstraat, op een paar honderd meter ten noorden van het huidige treinstation Vlaardingen-West.
Bas Koster, Maassluis.

De Zwaluw of Molen van Terlaak was een opvallend smal en iel molentje, met bijzondere kenmerken. Zo waren de stellingschoren uitgevoerd met twee zijschoren (zoals in het hoge noorden) en lag de lange spruit vermoedelijk in het midden van de kap.

Op de tweede foto, genomen omstreeks 1900 en afkomstig uit het archief van familiegemeenschap "Ter Laeck" zien we op de stelling Willem George Frederik Terlaak en op de voorgrond vissend zijn oom Simon Plomp
Arie Hoek, 9 nov. 2005.