Molen Kupers Meule, Ruinen

Ruinen, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Kupers Meule
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02752 g
oude dbnr.
V4862
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 02752 g Kupers Meule (Ruinen)
Ansichtkaart, coll. J.N.J. Vondeling
Molen de Zaandplatte, Ruinen

locatie

plaats
Ruinen
plaatsaanduiding
Smeestraat schuin tegenover de Meule van Eleveld, nog geen 200 meter afstand
gemeente
De Wolden, Drenthe
geo positie
X: 220617, Y: 531381
N: 52.76577, O: 6.35939

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
74 voet
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

 

18-02-1847: Albert Jans Kuiper, kastelein en landbouwer,  deed bij het gemeente bestuur te Ruinen een verzoek ‘tot het oprigten van eenen korenmolen’ ingediend. De molen zou gebouwd worden op een stukje grond genaamd ‘de Woerd’ (kadaster sectie H nr 888 en 889) Echter door verwarring als gevolg verandering van kadasternummers werd er op 26 oktober 1847 een bouwstop opgelegd op het Oostelijk deel van het stuk grond. Het college van gedeputeerde staten geeft op 2 november 1847 toestemming om met de bouw te kunnen beginnen op het Westelijk stuk van ‘de Woerd’ In 1848 werd de bouw van de molen voltooid. De molen was een achtkante bovenkruier met stelling op een hoog stenen onderstuk, gedekt met riet. De vlucht bedroeg 74 voet. De molen was in gebruik als koren- en pelmolen. In een boedelbeschrijving van 1875 word als naam de Kuiper genoemd, deze naam wordt echter verder nooit gebruikt. 

In 1848 treedt, de in Coevorden geboren, Frederik Willem Weggeman als molenaarsknecht bij Kuiper in dienst. Weggeman was hiervoor in dienst in Ruinerwold

Albert Jan Kuiper was in 1833 getrouwd met Annechien Jurjens Rumph, een dochter van molenaar Jurjen Rumph, zij overlijdt echter in 1840. In 1842 hertrouwt Albert Jans Kuiper met Klaasjen Jans Klooster. Wanneer zij in 1862 komt te overlijden zijn haar vier kinderen nog minderjarig. Als oordeel van de boedelscheiding vindt er op 24 november van dit jaar een publieke veiling van de molen plaats. De hoogste bieder is de oudste zoon (uit het eerste huwelijk) Jan Alberts Kuiper, die reeds huurder van de molen is, met een bod van fl. 5860,-- Op de palmslag op 28 november werd er geen hoger bod uitgebracht en wordt Jan Alberts de nieuwe eigenaar van de koren- en pelmolen op ‘de Woerd’ aan de rand van de grote es aan de Noordkant van het dorp Ruinen.

Jan Alberts Kuiper trouwt in 1864 met Zwaantje Jans Santing. In dit jaar wordt de onderbouw van de molen verbouwd tot woning. Na het overlijden van Jan Alberts Kuiper op 11 augustus 1871 wordt het molenaarsbedrijf met behulp van Harm ten Oever voortgezet. Op 8 mei 1875 overlijd ook moeder Zwaantje. Waarschijnlijk is na het overlijden van moeder Zwaantje de molen tot 1 juni 1875 met hulp van een knecht voor de erven Kuiper in bedrijf gebleven.

26-05-1875: Dan wordt de molen publiek verhuurd ten overstaan van notaris Tonckens uit Hoogeveen. Het hoogste bod wordt gedaan door Hendrik Hendriks Gort jr., molenaar wonende aan de Dedemsvaart gemeente Avereest. (de huurder wordt echter verplicht de oudste zoon van de nu wijlen Jan Kuiper op molen toe te laten en hem het nodige onderricht in malen en billen te geven) Op 4 december 1875 vindt ten overstaan van notaris Tonckens een tweede publieke verhuring van de molen plaats. Deze keer gaat het om een periode van drie jaren. 

Uit de gegevens van Zeilverhuurbedrijf Wouda uit Meppel blijkt dat Hendrik Toet de molen voor de tweede keer drie jaar heeft gehuurd tot 1 mei 1882. Hierna word de molen voor drie jaar verhuurd (tot 1 mei 1885) aan Jan ten Brink

De inmiddels meerderjarige Albert Kuiper (die intussen op de molens van de Wijk en Uffelte ervaringen heeft opgedaan) zelfstandig molenaar, zijn broers blijven echter wel mede eigenaar.

30-06-1891: Albert blijft echter niet lang molenaar, op 30 juni 1891 vind er een boedelscheiding plaats. Jan Albert Kuiper wordt nu eigenaar van de windkorenmolen te Ruinen. Van 1 mei 1891 tot 1 mei 1892 wordt de molen verhuurd aan Derk Harmannus Slendebroek. 
01-05-1893: Om gezondheidsredenen verhuurt Jan Albert Kuiper vanaf 1 mei 1893 zijn molen opnieuw 
Eerst aan Klaas Schut van 1 mei 1893 tot 1 mei 1904. Na Schut wordt Jan Oosterwijk huurder van de Kupersmeule van 1 mei 1904 tot 1 mei 1907.

Jan Albert Kuiper overlijdt op 13 februari 1906. De erven verkopen de molen op 24 december 1906 aan Gerhardus Bosman, molenaar wonende te Ruinen. Het overeengekomen bedrag is fl.3000,--.

In 1911 wordt er toestemming gevraagd om de molen tijdens windstille perioden ook in te gebruik te mogen nemen op Zon- en feestdagen. Bosman besluit later om het windprobleem anders aan te pakken. 14-09-1912:  Dan wordt door het college toestemming gegeven om een 16 Pk ruwolie motor te plaatsen nabij de molen. In 1914 krijgt molenaar Bosman toestemming om een woning met achterhuis ten Oosten van zijn molen te bouwen, deze woning is nog te zien op de oude ansichtkaart. Bosman overlijdt op 15 juni 1915. Zijn weduwe, Margje Bruins, verhuurt de molen voor drie jaren aan Geert Tissingh. Tissingh was ook molenaar op de ‘meule van Eleveld’. Tissingh heeft echter maar een jaar op de molen gewerkt. Van 1916 tot 1918 is H. Mulder uit Ansen molenaar. Op 29 april 1916 hertrouwt Margje Bruins met Jan Piepot.

01-05-1918: Piepot wordt dan molenaar. 

In 1919 opent de zuivelfabriek te Ruinen een coöperatieve korenmalerij, de plannen hiervoor stamden bestonden al in 1902. Hierdoor neemt het aantal klanten van molenaar Piepot af evenals die van molenaar J.B. Mulder te Ansen waardoor hij gedwongen werd in loondienst te treden bij de malerij en zijn bestaan als vrije molenaar op te geven. Piepot kon de molen niet goed meer onderhouden en deze raakt in verwaarloosde staat. 

1925: Op te maken uit de archieven van Wouda is dat de molen tot 1925 met windkracht gemalen heeft. Een hevige najaars storm op 25 november van dat jaar veroorzaakt ernstige schade aan de molen. De molen is nog twee jaar onttakeld blijven staan. In de molen zonder stelling en wieken heeft Piepot nog enige tijd met motorkracht gemalen. Uiteindelijk moest hij de strijd tegen de malerij opgeven.

In 1927 is de gehele molen met inbegrip van de stenen romp afgebroken. 

Bron: De Zaandplatte, informatie van J. Tissing en B. Mos, met toestemming gebruikt na inkorting.
J.N.J. Vondeling.
-----

Albert Jans Kuiper was getrouwd met Annechien Rumph, dochter van de molenaar te Echten (Tenbruggencatenummer 00691) en zuster van de molenaar te Ruinen (Tenbruggencatenummer 06463 k).
Bron: "Afhankelijk van mijnheer den wind. De verdwenen molens van Ruinen, Echten, Pesse en Ansen", Bertus Mos, Jan Tissing (in herinnering) en Henk Tissing. Stichting het Drentse Boek 2014.

aanvullingen

trivia

Volgens de boekhouding van zeilmakerij Wouda te Meppel werden er voor deze molen zeilen gehuurd van de periode 1874 tot 1925. Er werden zeilen gehuurd voor een molen met een vlucht van 70 voet. En zeilen voor een molen met een vlucht van 74 voet.

Deze verschillende maten kunnen betrekking hebben op veranderingen aan het gevlucht of verbeteringen van foutief opgemeten lengten.
Ook is het niet uitgesloten dat molenaars grotere of kleinere zeilen wilden gebruiken.

Waarschijnlijk is hier in Drenthe gebruik gemaakt van de Amsterdamse voet, deze is ruim 28 cm. andere maten zijn de Utrechtse stadsvoet (26,8 cm). De Friesche koningsvoet(32,6 cm), de latere Friese of Deventer houtvoet (29,5 cm)

Er werden geen zeilen gehuurd bij Wouda in de jaren 1910 - '16 en 1920 - '21