Molen van ten Brink / De Huisvrouw, Emmen

Emmen, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Molen van ten Brink / De Huisvrouw
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02738 b
oude dbnr.
V642
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02738 b Molen van ten Brink / De Huisvrouw (Emmen)

foto coll DHM

locatie

plaats
Emmen
plaatsaanduiding
a/d Westeneschersteeg ten nw van het gemeentehuis
gemeente
Emmen, Drenthe
plaats(en) voorheen
Westenesch
geo positie
X: 256273, Y: 534241
N: 52.78598, O: 6.88841

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1919 verbrand 1967 restant gesloopt
geschiedenis

Emmen.
Nadat eind juli 1890 een van onze twee windkorenmolens, die van E. Hovenkamp, in vlammen was opgegaan, kreeg de andere molen het uiteraard druk, waardoor er wachttijden ontstonden. Maar binnenkort wordt de nieuwe molen van Hovenkamp in gebruik genomen. Die komt uit Borger, waar hij afgelopen herfst is afgebroken. Onze boeren hebben verschillende tochten moeten maken om alle hout- en ijzerwerk per as naar hier te vervoeren, terwijl ook bij het zgn richten, waarvoor ze enige morgens achter elkaar door het boerhoorn werden geroepen, hun diensten werden vereist. De leiding had molenmaker Vlieghuis uit Borger, aan wie een woord van lof toekomt.

Bron: Drentse Courant 15 januari 1890.
-----

Door successie in 1902 gaat hij over in handen van Egbert Hovenkamp.
Egbert Hovenkamp, zonder beroep, verkoopt de molen in 1906 aan Lambertus Betting.
Lambertus Betting, molenaar te Emmen verkoopt de molen in 1911 aan Jan ten Brink.
Jan ten Brink, molenaar te Emmen sloopt in 1920 het huis en de molen en bouwt op het perceel grond alleen een huis weer op. In 1924 verkoopt hij het huis en de grond aan Gerhardus Hendrikus Nijenbrinks, machinist te Emmen.

Aangaande de bewoners tijdens de brand.
Jan ten Brink, geboren op 09-05-1860 te Meppel woont in 1919 samen met zijn vrouw Anna Francina Jonker, geboren 14-08-1860 te Ruinen en hun zoon Jan Engbert in het onderste deel van de molen. Als adres wordt gegeven Emmen wijk C, huisnummer 10b. Hun twee andere kinderen zijn dan de deur al uit.
Johannes Gröniger woont dus boven in de molen. De op 19-09-1884 te Vlagtwedde geboren timmerman en venter in kruidenierswaren is getrouwd met Jantje ten Brink, geboren 27-04-1888 te Ruinen. Ze wonen in Emmen in wijk E, huisnummer 227 en verhuizen in december 1919 naar Nieuw Weerdinge. Ten tijde van de brand hebben ze 6 kinderen.
Jan Kroeze woont in het huisje naast de molen. De met Janna Kruit getrouwde Jan is landbouwer en woont op huisnummer 26 te Westenesch. Tijdens de brand woont hij daar met 5 kinderen. Na de brand verhuist hij naar Nieuw Weerdinge.
De laatste molenaar was Jan ten Brink.
Zie website historisch-Emmen.

aanvullingen

trivia

Donderdagavond 24 juli 1919 klinkt de brandklok.
De molen aan de Westenesschersteeg staat in brand.
Honderden inwoners van Emmen en Westenesch spoeden zich naar de plaats des onheils. Hier wachtte de toeschouwers een machtig spektakel.
De molen, gelegen op het hoogste deel van de Hondsrug, ten noordzijde van de Westenesschersteeg, vormde met het golvende terrein en den hollen weg van de Steeg een schilderachtig geheel. En nu stond de roos met zijn lange armen, die de broodetenden voeden, in lichter laaien.
De rieten kap was binnen de korste keren verteerd en niet veel later stond het houten geraamte in vuur en vlam. En toen kwam het moment waarop een ieder gewacht had.
Met donderend geraas stortten de wieken met het houten skelet in elkaar, waardoor de vuurzee weer hoog oplaaide.
Door de ontstane vonkenregen werden de omstanders gedwongen afstand te nemen.
Het aan de molen gebouwde huisje en de neven gebouwtjes waren ook een makkelijke prooi voor de vlammen. Een brandend vat teer zorgde voor een dikke zwarte rook.
Even was er vrees voor het, door twee gezinnen bewoonde, aangrenzende huis van de weduwe Mensingh.
Het huis was reeds ontruimd en de bewoners waren op het ergste voorbereid.
Dankzij de gunstige wind en de snel ter plaatse gekomen brandweer, die met waterstralen het huis nat hield, werd het huis gespaard.
Toch was de ramp voor molenaar J. ten Brink groot.
Hij had de molen voor fl. 5000.- in de onderlinge molenverzekering verzekerd, terwijl van zijn inboedel zo goed als niets overgebleven was.
De andere inboedels waren gedeeltelijk gered. Over de oorzaak van de brand tast men nog in het duister.
De molen werd bewoond door twee gezinnen.
Onder woonde het gezin van de molenaar J. ten Brink en boven dat van J.Gröninger.
De brand ontstond in het bovenste gedeelte. Met moeite had de molenaar zich door de rook een weg kunnen banen naar boven om de wieken stil te zetten. Het aan de molen gebouwde huis werd bewoond door J.Kroeze. Drie gezinnen zijn dus dakloos geworden, en dat wil wat zeggen in deze tijd. Als een ruïne staan de muren nog overeind. Naar we horen is het juist 30 jaar geleden dat de molen, destijds eigendom van E. Hovenkamp, eveneens afbrandde.

-----

NB De aangegeven locatie is een ruwe schatting naar de TMK van 1912.