Molen Enkmolen (2e), Raalte

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1832

verdwenen

1916

gesloopt

voorganger

Raalte (Enkmolen (1e))

geschiedenis

De molen had een standerdmolen als voorganger, die al in 1430/50 vermeld wordt.

NB.
Misschien nog vóór 1811 is de standerdmolen vervangen door deze achtkante grondzeiler. Een exacte datum is nog niet bekend helaas.
-----

vervolg tekst voorganger:

Familie Pasman:
Bijna honderd jaar bleef het molenbezit in de familie Pasman.
Na Gerrit Pasman volgde zijn zoon Berend (1761-1825), gehuwd met Hendrika Peters. Kleinzoon Gerrit Hendrik Pasman (1801-1869) volgde zijn vader op als molenaar op de Enkmolen. Gerrit Hendrik was gehuwd met Geertje van Munster uit Heino.

Zoon Berend Pasman (1826-1893), gehuwd met Frederika Meijer, verkocht nadat zijn enige zoon, Gerrit Hendrik in 1880 op 15 jarige leeftijd was overleden, op 27 juli 1882 de molen voor ƒ 1475 aan

Familie Aa:
Hendrikus Aa, die tevens huis, erf en tuin aankocht voor ƒ 1400. De in 1844 te Borne geboren Aa kwam in 1871 naar Raalte en werkte als molenaarsknecht bij Vonke aan de Stationsstraat. In 1877 trouwde hij met Willemina Voorveld.

Vanaf 1882 was Hendrikus molenaar op de Enkmolen, hij woonde echter aan de Varkensmarkt (thans Booijink, Schoolstraat). Nadat beide ouders waren overleden, werden de goederen in 1906 ter veiling aangeboden door de erfgenamen.

In 1906 verkochten de erfsenamen van Hendrikus Aa en Willemina Voorveld de Enkmolen, wat evenwel niet het einde betekende van het molenaarsberoep dat de familie Aa in het bloed zat. In 1913 trouwde de tweede zoon, Hermanus Josephus Aa (1888-1952) met Maria Hendrika Kobus. Na zijn huwelijk vertrok hij in 1914 uit Raalte om zich als molenaar te vestigen in Zelhem. Door de mobilisatie was hij echter genoodzaakt de molen weer te verkopen. In 1917 begon hij aan de Stationsstraat (thans Beekman) een bedrijfje in veevoeder en kruidenierswaren, tot hij in 1927 de maalderij van Ten Hove aan de Varkensmarkt kon kopen. In maart 1929 brak er brand uit in de graanmaalderij. Ondanks het feit dat de brandspuit zeer snel aanwezig was, kon men het gebouw niet redden en het brandde volledig uit. De maalderij werd opnieuw opgebouwd en voorzien van een elektromotor. Eind jaren zestig werd het pand opgekocht door een projectontwikkelaar en er verrees een modern winkelcentrum met de toepasselijke naam "De Molenhof".

Bron: onbekend.
-----

De molen werd in 1906 verkocht aan W.A. Senders en C.J. Bouwmeester.

In De Molenaar van 3 mei 1916 werd de molen te koop aangeboden. In de uitgave van 26 juli werden allerlei onderdelen van 'een afbraakmolen' aangeboden, dus in die periode zal de molen zijn verdwenen. Senders had zich inmiddels gevestigd te Wehl, en Bouwmeester had aan de Schoolstraat een motormaalderij opgericht. Deze werd in de 1930-er jaren overgenomen door J. Booijink uit Luttenberg.

Bron: inzending van H.G. Bouwhuis in De Molenaar, 18 nov. 1992, blz. 1495.