1776:
De stenen bergmolen werd in 1776 gebouwd als opvolger van de verbrande standerdmolen.
1857:
In 1857 werd de molen uitgebreid met een olieslagerij, in 1860 met een naastgelegen stoommolen.
1871:
Vanaf 1871 kwam er een derde koppel stenen bij voor het malen van eikenschors.
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 19 augustus 1871
De Notaris REIJNDERS, residerende te Venray, zal op Maandag 18 September 1871, des namiddags 6 ure, ten huize en herberge van den Heer HENDRIK POELS, in de Groote Straat te Venray, op verzoek van het Kerkbestuur van Venray openbaar, ten meestbiedenden, onder voorwaarde van borg of zekerheidstelling,
VERHUREN,
Voor den tijd van 3, 6 of 9 jaren.
Onder Venray.
a. Een welbeklante Graanen Olie-Windmolen , ook door Stoom in beweging te brengen, met een in hetzelfde gebouw aangebragte Schorsmolen , genaamd de Leunsche Molen, benevens eenig daarbij behoorend Bouwland, zamen groot 55 Aren.
b. Een dito Graan-Windmolen, genaamd Bossermolen, groot 03 Aren 40 Centiaren.
Aan te treden op 1 Mei 1872. Zegt het voort.
Ook op de windmolen die in de buurtschap "Aan de Leunsche Molen" stond, eveneens in het bezit van de kerk, verliepen de zaken als gevolg van de concurrentie met de windmolen van Merselo niet meer zo voorspoedig. Met de opbrengsten van de molens moest het onderhoud van de Grote Kerk van de parochie St. Petrus-Banden en van de molens zelf bekostigd worden. Door de verminderde omzet en het ontbreken van molenaarswoningen bij de molens liepen de pachtsommen echter sterk terug.
1878:
Toen de molens dan ook niet meer rendabel waren besloot het kerkbestuur in 1878 met toestemming van de bisschop van Roermond de Leunsche Molen te verkopen voor ƒ 14.3210 aan de gebroeders Antoon en Jacobus Lemmens te Venray.
Venloosch weekblad, 9 februari 1878
OPENBARE VERKOOPING van een Stoom- en Wind- Graan- Olie- en Runmolen,
genaamd „De Leunsche Molen."
C. A. M. SMITZ, Notaris te Venray, zal op Donderdag 7 Maart 1878, des namiddags 2 uur, ten huize van Mej. de Wed. Poels in de groote straat te Venray, op verzoek van het Roomsch Katholiek Parochiaal Kerkbestuur aldaar,
Openbaar Verkoopen :
Een zich in goeden staat bevindenden en in volle werking zijnde de welbeklante steenen Stoomen Wind- Graan- Olie en Runmolen, met aangrenzend Bouwland, te zamen groot 50 aren, één en ander gelegen onder de gemeente Venray, gehucht Leunen, in de onmiddellijke nabijheid van den Kiezelweg naar Horst, op 10 minuten afstand van de bebouwde kom der gemeente en op 25 minuten afstand van het naaste station van den ontworpen staatsspoorweg Venlo— Nijmegen.
Te aanvaarden 1° Mei 1878. De helft der kooppenningen kan tegen 47a°/o rente als eerste hypotheek op het verkochte gevestigd blijven. lederen Dinsdag en Donderdag, des namiddags te bezichtigen, waartoe men zich vervoege bij den Heer G. Arts penningmeester van genoemd bestuur. Nadere informatien worden op franco aanvrage gegeven door voornoemden Heer Arts en den instrumenterenden Notaris.
1886:
Venloosch weekblad, 27 februari 1886
LEUNSCHE MOLEN
wegens sterfgeval te koop.
Adres: Ant. Lemmens, Leunen, Venraai.
1887:
In de nacht van 12 op 13 augustus 1887 brandde de molen weer af, en werd nogmaals herbouwd.
1889:
Venloosch weekblad, 7 december 1889
Te Koop:
De Leunsche Molen,
nieuw opgebouwd, stoom- wind- graan-schorsmolen met vijf koppel steenen
Adres Antoon Lemmens, te Leunen, Venraai
1893:
In 1893 vestigde molenaar Henricus van Aarssen, gehuwd met Geertrui Cuppen, uit Velp bij Grave (N.B.) zich in Venray als nieuwe huurder van de Oude Leunsche molen van de Gebr. Lemmens. Na een aantal jaren daar gemalen te hebben, besloot hij in de gunstig gelegen buurtschap Lull bij het dorp Oostrum een nieuwe molen (zie Tenbruggencatenummer 01958) te laten bouwen.
1900:
In 1900 kwam de molen in bezit van Johannes Hubertus Leyendekkers uit Venray-Leunen.
1907:
Omdat hij het financieel niet kon bolwerken nam het kerkbestuur de molen weer over, en verpachtte hem in 1907 aan de coöperatie "De Eendracht". Molenaar werd Th. F. Groothuisen uit Ottersum.
1918:
De kerk verkocht de molen in 1918 aan een maatschap van Venrayse molenaars. Deze verkocht hem hetzelfde jaar voor afbraak aan landbouwer Johannes Hubertus van Maris.
Om verdere concurrentie tegen te gaan werd in 1918 de Leunsche molen gekocht door een viertal Venrayse molenaars van de ‘moderne’ molens (Gitsels, Direcks / Koonings, Van Aarsen en Michels). De molenaars sloopten vervolgens de molen eigenhandig. Helaas kwam molenaar Gitzels van de Sint Petrusmolen in Venray om het leven. Hij werd geplet door een molensteen.
Bron ondermeer: "De Molens van Limburg", P.W.E.A. van Bussel 1991.
Henk van der Kaay, 2 nov. 2008.
Molen 01956 a Leunsche Molen (2e) (Venray)
Luchtfoto van de boerderij Molenhof, ca 1948
nog waarneembaar
In het veld is nog een lichte verhoging met een diameter van circa 5-10 meter zichtbaar.
NB De aangegeven locatie is een ruwe schatting naar de TMK van ca. 1850.
Toelichting op de foto:
Luchtfoto van de boerderij Molenhof, genoemd naar een vroegere windmolen (Leunsche molen) die in 1918 werd afgebroken. De boerderij werd bewoond door Coba Jacobs en Peter Goumans die gehuwd was met Marie Michels uit Heide.
