De stenen stellingmolen werd in 1718 gebouwd.
Bij een verkoop in 1732 bracht de molen f 5.400,- plus een zilveren dukaton (drieguldenmunt) op.
De molen stond lang op de rand van het dorp met daar tegenover het molenaarshuis dat tot 1934 bleef staan.
In 1894 werd de molen verkocht aan een hoofdonderwijzer te Colijnsplaat; molenaar was toen A.J. van der Meer.
02-04-1896: Middelburgsche Courant
MOLEN Eiland Flakkee
Te koop of te huur, met of zonder Woning: een kapitale steenen WINDKORENMOLEN, met buil- en pelwerk, drie stel Steenen, en staande te Middelharnis.
Aanvaarden 1 Mei e.k. Gegadigden wenden zich tot den heer J. STURM Jz. Hoofd der School te Kats (Zeeland)
Vier jaar later, in juli 1898, kochten de heren A. Dijkers en T. Schilperoort de molen voor de sloop. Een maand later werd de molen door de plaatselijke molenmakers de gebr. Beversluis afgebroken.
De vrijgekomen molenonderdelen zouden verkocht worden om te worden hergebruikt, dit gold ook voor de gietijzeren as van 2,5 ton en ijzeren roeden.
Bron: De molens van Goeree-Overflakkee van Jan Both.
Sinds de renovatie van winkelcentrum D'n Diek in 2005 ligt er op de plaats waar vroeger koren- en pelmolen De Hoop stond, een kantsteen van deze molen met informatiebordje erop. Ook de trap, waarnaast de pelsteen ligt en die naar de molen voerde, is naar de molen vernoemd: de Molenaarstrap.
Naar alle waarschijnlijkheid is de bovenas bij de sloop onderhands verkocht door de gebroeders Beversluis aan de firma van Schelven voor hun korenmolen in Oude-Tonge. Tijdens het er uit hijsen van de as in Middelharnis is de rechtmast gebroken daar kwam ik achter na t inlezen van een oud krantenbericht daarmee verklaard het de gescheurde askop in Oude-Tonge daarnaast is er een oude factuur aanwezig van de gebroeders beversluis richting van schelven en is de as in geen enkele openbare verkoop te vinden wel de stenen roeden enzv zowaar neem ik aan dat deze as wel degelijk nog draait maar dan wel in Oude-Tonge! Informatie van Tim Grotenboer, 1 oktober 2023
*Gelet op de aanwezige gaten, voor gietijzeren aandrijving, is de kantsteen vermoedelijk afkomstig van een meestoof.
Informatie van Frans Weemaes, 14 maart 2009