Molen van Puijk, Blaricum

Blaricum, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Puijk
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01790 bis
oude dbnr.
V1385
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01790 bis Molen van Puijk (Blaricum)
Foto:n.n. coll. N. Sonneveld

locatie

plaats
Blaricum
plaatsaanduiding
hoek van 2e Molenweg en Schapendrift
gemeente
Blaricum, Noord-Holland
streek
Het Gooi
geo positie
X: 145557, Y: 475580
N: 52.26816, O: 5.24887

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
zeskante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1921 buiten bedrijf 1928 gesloopt
geschiedenis

1759: Aan de rand van het Gooi, op de grens met Utrecht, stond de korenmolen van Blaricum. Hij werd in 1759 in de buurtschap Zandvoort bij Baarn gebouwd en droeg daar de naam de Santvoortsche Molen. Daar werd hij in 1873 zorgvuldig afgebroken en overgebracht naar zijn latere standplaats te Blaricum, waar hij voor de tweede keer als korenmolen verrees op dezelfde plek waar eens een standerdmolen stond. 

Willem Puijk had een broer Jan en een zus Marritje. Samen met zijn broer Jan bemaalde hij de molen. Jan en Lambert, de 2 zonen van de zus (Marritje Puijk die gehuwd was met Harm Vos) van Willem Puijk, hielpen ook mee in het bedrijf. Zij waren beiden ook molenaar geworden van beroep. Ze woonden met hun kunderen in de boerderij naast de molen.

1921: De molen bleef tot 1921 in bedrijf. De laatste eigenaar/molenaar was Willem Puijk die op 9 oktober 1922 overleed op 87 jarige leeftijd. 

1923: In 1923 veranderde de molen van eigenaar. Twee uit het buitenland afkomstige dames, de gezusters De Virieu Fürstner werden de nieuw eigenaressen. Zij kochten de molen voor ƒ 4.500 van de laatste molenaar van deze molen, Jan Puyk. De dames wilden in de molen gaan wonen. 

Nadat zij een vergunning hadden ingediend om de molen te mogen verbouwen, waren ze alvast begonnen met de sloop van het gaande werk. Er waren al stukken rietdek verwijderd om er grotere ramen in te plaatsen. Het verzoek werd echter afgewezen. In het jaar 1923, het jaar dat De Vereeniging De Hollandsche Molen was opgericht, was juist het verzoek aan alle Nederlandse gemeenten verzonden, om alle molens zoveel mogelijk te behouden. Juist nu werd er voor de molen dus geen vergunning afgegeven om hem tot woonmolen te verbouwen.

De molen met bijbehorende grond werd terug verkocht aan de gemeente voor een veel lager bedrag, te weten ƒ 1.500,--. Burgemeester Klaarenbeek (ambtsperiode 1922‑1946) wilde de gemeente ertoe bewegen om de molen in eigendom te verkrijgen en tevens dat zij de herstelwerkzaamheden voor haar rekening nam. Het liep allemaal anders, de molen verdween, de plannen bleven ...
-----

08-04-1925: Op 8 april 1925 vergaderde de Blaricumse gemeenteraad over een voorstel tot aankoop, restauratie en inbedrijfsstelling van de molen. De financiering zou als volgt zijn: 
De Minister ƒ 350
Ver. De Hollandsche Molen ƒ 100
Heemschut ƒ 100
Ned. Wielrijdersbond ƒ 100
Onbekende gever ƒ 200
De heer Luden, voorz. Stad en Lande van Gooiland ƒ 100
Totaal dus ƒ 950.

De aankoop van de molen met het aangrenzend terrein van 1270 m2 van de dames Viricu Fürstner en de heer Lagerweg zou ƒ 1500 kosten. Volgens berekening van de molenbouwer Wijnveen uit Voorthuizen, welke berekening was gecontroleerd door de deskundige Dekker uit Hazerswoude, zou de restauratie (met gebruik van tweedehands onderdelen) ƒ 4950 kosten.

Kandidaat-huurder voor de herstelde molen was Lambert Vos, die hem voor ƒ 260 per jaar wilde huren voor de tijd van 10 jaar. Het door de gemeente te fourneren bedrag van ƒ 5500 kon zij lenen tegen 5 %, dat is ƒ 275 per jaar. Dat was dus op zich wel haalbaar, maar jaarlijks onderhoud en de afschrijving op de lening werden niet genoemd.

Aangezien de raad zich met dit voorstel overvallen voelde en het niet oneens was met de handelwijze van de burgemeester in het algemeen, werd het voorstel met een verpletterende meerderheid afgewezen, alleen de beide wethouders stemden voor.

07-1925: In juli 1925 werd er nog onder de bevolking gecollecteerd voor het behoud van de molen. De dames die met de lijsten rondgingen, hadden "aardig succes". 
Bron: Laarder Courant De BEL, nieuws- en advertentieblad voor Laren en omgeving, 3 edities van april en juli 1925.
-----

1928: Het verval trad snel in, zoals op de bovenste foto te zien is raakten hele stukken rietdek los. De vervallen molen werd regelmatig door zwervers als slaapplaats gebruikt, wat mogelijk brandgevaar kon opleveren wanneer zij er een vuurtje stookten. De gemeente heeft in april 1928 daarom de molen laten slopen door aannemer Gerard Jacobs*. De houten bovenas heeft nog jarenlang gelegen op de plek waar de molen stond. De houten roeden zijn verzaagd tot houten afrasteringspalen, die nog te vinden zijn langs de Gooiersgracht. 

Willem Puyk liet een ongehuwde dochter na. Het bedrijf werd voortgezet door Jan en Lambert die overgingen op elektrische bemaling in de boerderij. Deze boerderij is op 7 januari 1929 in een hele strenge winter door kortsluiting verbrand. De maalstoel zou daar de oorzaak van zijn geweest. De molen was 9 maanden eerder afgebroken. De familie is toen verhuisd naar de Meentweg 1. De maalstoel is meeverhuisd.

Jan Vos zette het bedrijf samen met Lambert voort. De zoon van Lambert nam het nog een tijd waar, zijn zoon Driekus nam het bedrijf daarna over. In 1984 overleed de laatste molenaar van Blaricum.

*mogelijk is de sloopdatum toch later..
Ik ben een kleindochter van de aannemer Gerard Jacobs die de molen afgebroken heeft; echter dit was pas na 1928 want ik heb nog een foto gevonden waarop mijn moeder, Net Borsen-Jacobs, als meisje van ong. 2 jaar samen met haar twee oudere zussen op een balk van de molen zit, terwijl haar vader de molen aan het afbreken is. Aangezien mijn moeder geboren is in 1928 moet dit dus later geweest zijn.
De originele sleutel van deze molen is trouwens altijd in het bezit geweest van mijn moeder. Na haar overlijden op 22 april 2011 hebben mijn broer en ik de sleutel overgedragen aan de Historische Kring van Blaricum

Informatie van: Alice Gommers-Borsen, 9 mei 2011

aanvullingen

trivia

2e afb.:
krantenknipsel van mw Monique Vos-vanDalen,
schoondochter van Driekus Vos, de laatste molenaar van Blaricum
daaronder ansichtkaart, opname 1918, links op de foto Jan Puijk, de broer van de molenaar Willem Puijk
3e afb.:
Van deze molen heeft Piet Mondriaan ooit eens een schilderij gemaakt, in de tijd dat hij in Blaricum woonachtig was. Naar alle waarschijnlijkheid heeft het Guggenheim-museum in New York het schilderij in haar collectie. Er is een poster van de molen te koop in "the store" van het Dallas Museum of Art. De poster is te bestellen onder nummer 36227 en kost $ 12,--.
4e afb.:
2 ansichten uit de collectie van Ron Manders,
De eerste ansicht dateert uit 1920 uitg. Blommesteijn/Hilversum, *
De tweede ansicht dateert uit 1923/, uitg. Vos, Blaricum.**
5e foto:
links opname april 1928, Mw. Wiesing uit Huizen
rechts foto van M.E.van Doornik, schaalmodel van de Blaricumse molen

* toelichting:
Bemerk de vrij korte horizontale roede met wat langere hekkens? Het is een tweedehands roede uit de standerdmolen van Huizen (afgebroken in 1916 en verplaatst naar Arnhem) die voor de Blaricumse molen een halve meter te kort is.
Het huis rechts bestaat nog, het is Tweede Molenweg 47, verder is de omgeving tegenwoordig onherkenbaar veranderd. De zandweg waar de vrouw met kruiwagen over loopt, is nu de Molenveenweg. Men kijk hier naar het oosten. Niet ver links buiten beeld op de ansichtkaart staat de katholieke St.-Vituskerk
**toelichting:
Deze ansichtkaart dateert uit plm. 1923-'24.
Naar het westen gezien, want de schoorsteen van het witte huis Tweede Molenweg 47 is hier zichtbaar, net rechts van de laagste wiek. De molen is al buiten bedrijf gekomen en de zeilen zijn uitgenomen. De heg is nu veel te hoog geworden. Links is er een gat in het riet gemaakt om een groot raam in te plaatsen ivm. verbouwing tot woonmolen door de twee dames De Virieu Fürstner, maar de vergunning is na protesten uit het dorp later ingetrokken.

Informatie van Martin van Doornik op 31 mei 2010

*HARM JACOBSE VOS ,
geb. Blaricum 25-2-1837,
overl. Blaricum 22-1-1897,
tr. Huizen 9-5-1876 Maria G. (Marritje) Puijk, geb. Blaricum 18-12-1844,
dr. van Gerret Willemsz. Puijk en Gijberta Jacobs (Gijbertje) Heerschop.

VADER van :
Jan Hzn. Vos,
ged. Blaricum 6-6-1884,
overl. Blaricum 4-7-1937. ongehuwd.
Erfgooier en MOLENAAR.

Dit werk deed hij samen met zijn broer:

LAMBERT Hzn.,
ged. Blaricum 15-3-1888,
overl. Blaricum 6-3-1959,
tr.kerk Aalbertha de Wit, geb. 16-6-1887, overl. 10-1-1964.
Lammert is MOLENAAR.
Erfgooier,
Uit dit huwelijk:

DRIEKUS (H.C.G.), geb. 21-8-1926, ged. Blaricum 22-8-1926, overl. 20-8-1984
beroep: MOLENAAR
tr.kerk Eemnes 8-4-1964 Gerarda Berdina (Gerrie) Post, geb. Eemnes 16-12-1934.
Uit dit huwelijk: Lambert Vos, geb. Blaricum 29-11-1965 en Henk G. Vos, geb. Blaricum 24-11-1966
Sinds 15-1-1914 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel: Molenaar en Fouragehandel, begonnen op de tweede molenweg.
Deze boerderij is in 1929 afgebrand.
Daarna verhuisd naar Meentweg 1.
Op de Meentweg werd machinaal gemalen.
Bijnaam van de fam. Vos is DE MEELMUIS

Informatie en diverse foto's van Monique Vos-van Dalen

-----

Maart 2003:
Herbouwplannen voor deze zeskanter zijn aanwezig. De initiatiefnemer daarvan is Martin E. van Doornik. Thans is de heer Peter van Rietschoten ook bezig om deze plannen te verwezenlijken.