Molen De Ruiter, Grootebroek

Grootebroek, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Ruiter
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01421 d
oude dbnr.
V4217
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01421 d De Ruiter (Grootebroek)
Foto: collectie Gerard Sijm

locatie

plaats
Grootebroek
plaatsaanduiding
aan de Wijzend n.z.
gemeente
Stede Broec, Noord-Holland
streek
Drechterland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Grootebroek en Lutjebroek B (1) nr. [geen, na 973] Aris Bakker, timmerman
geo positie
X: 143339, Y: 523035
N: 52.69461, O: 5.21472

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1836 verwoest, 1838 herbouwd
verdwenen
1906 - 1907 gesloopt
geschiedenis
Op de eerste landkaart van 1560 van Grootebroek (Jacob van Deventer), komt de molen al voor. De molen werd samen met de voorloper van "Ceres" in Bovenkarspel (die niet op de zelfde plek stond als zijn in 1848/1849 neergezette opvolger, maar een heel stuk westelijker) en 'De Windhond' in Hoogkarspel, gebruikt om boekweit, gerst en bonen te malen.

De grondstoffen werden waarschijnlijk in de polder 'Het Grootslag' geteeld. Boekweitgrutten werd veelverkocht, het was een goedkoop en daardoor belangrijk volksvoedsel. Alledrie de molens hebben langs de Tocht gestaan, dat grote water was gemakkelijk voor de aanvoer van graan en afvoer van meel. Het was bovendien voordelig voor de nabijgelegen bakkerij aan de Zesstedenweg, toen simpelweg straatweg geheten. Tevens was het een goede plek voor een onbelemmerde windaanvoer uit het Zuidwesten.

Voor 1734 werd de Grootebroeker molen bemalen door twee broers, Jacob en Dirk Pietersz Molenaar. Op 1 november 1729 kocht de uit Monnickendam afkomstige Krijn (van)Slingerland(t) de molen van de toenmalige eigenaars Jan Molenaar, Ouke Molenaar. Eind mei 1771 overleed Krijn Slingerland.

In ongeveer 1784 is de molen in handen gekomen van Pieter, Jacob en Johannes Pool. Bijna tien jaar later, om precies te zijn op 11 februari 1794, kwam de molen in handen van de toen bijna 23 jarige Luitje Fransz. In 1829 was de uit Duitsland afkomstige Carl Anthon Steltenpohl eigenaar van de molen.

Door de verschrikkelijke storm van 29 november 1836, die het hele land heeft geteisterd, werd de molen 'De Ruiter' omvergeblazen en volkomen vernield (ook De Vrede in Bovenkarspel woei toen om).

Carl Anthon Steltenpohl, eigenaar van 'De Ruiter' kreeg o.a. ƒ 1460,- vergoeding uit het fonds voor kwade posten, de overblijfselen van de verwoeste molen brachten ƒ 540,- op en in juli 1838 kreeg hij bericht van de gouverneur van Noord-Holland dat hij een 'onderstand' (ondersteuning) van ƒ 2540,- plus ƒ 254,- kreeg. De molen kon worden herbouwd, hetgeen gebeurd is. De herbouw was begroot op ongeveer zesduizend gulden. We weten niet of dit
er ook voor betaald is.

De molen werd óf in 1906 óf in 1907 gesloopt.

Bron: "Enkele grepen uit de geschiedenis van molen 'De Ruiter' en omgeving", art. van Peter Ruitenberg en Gerard Sijm, jaarboek 2000 historische vereniging Oud Stede Broec, blz. 113-125.
J. van Wier.

aanvullingen

trivia
Op 21 februari 1906 bood eigenaar C. Weel een houten as aan met een lengte van 5,40 m en een dikte van 65 à 67 [cm?] van een standerdmolen. Deze zou zeer geschikt zijn voor koningspil in een achtkant. Verder bood hij aan een zware kruiketting en een nieuwe wilgenhouten vang, zwaar strophout enz. enz.

Het is duidelijk dat (kort) daarvoor de molen afgebroken was, dus einde 1905 of begin 1906.
Erik Stoop, 14 jan. 2009.
-----

Op de kadasterkaart 1811-1832 staan alleen de vier penanten aangegeven. De molen heeft geen nummer in de OAT, geconcludeerd zou kunnen worden dat er toen geen geen molen stond.

De molen staat nog aangegeven op de TMK tot 1924. Ter plekke herinneren nu de Molenstraat en de Molenbuurt nog aan de molen.
-----

Algemeen Weekblad 16 en 23 feb.1859:
"H.F.R. DUBOIS, Notaris te Grootebroek, zal als lasthebbende van zijne principalen, op Donderdag den 24. Februarij 1859, des avonds te 6 ure, ten huize van KLAAS SCHOENMAKER te Grootebroek, in openbare veiling verkoopen:
No. 1. Een uitmuntend ter nering staanden, welbeklanten WINDKORENMOLEN en ERF, welke in 1838 geheel nieuw is opgebouwd, zijnde een STANDAARDMOLEN, met twee paar maalsteenen en verdere daarbij behorende INVENTARIS en GEREEDSCHAPPEN, staande te Grootebroek aan den Togt, Sectie B, No. 1547, groot 4 roeden 80 ellen. Deze molen brengt gemiddeld ƒ 2000 maalloon 's jaars op."

Purmerender Courant 22 jan. 1868:
"M.E. BOOIJ, Notaris te Grootebroek, zal, op Woensdag 29 Januarij 1868, 's avonds te 6 ure, in de Herberg "de gekroonde Zwaan" te Grootebroek, publiek verkoopen:
1. Een uitmuntend ter nering staande, wel beklante, hechte en sterke Wind-Korenmolen en Erf, zijnde een Standaard-Molen met 2 paar Maalstenen, en daarbij behoorende Inventaris en Gereedschappen, gelegen te Grootebroek aan de Togt, groot 4 roeden 80 ellen."
-----

Het oude Molenpad [nu Molenstraat] werd in 1885 doorsneden door de spoorlijn. In 1930 kwam er een halte genaamd "Molenpad", welke bij gebrek aan belangstelling in 1938 alweer werd opgeheven.
In 1952 kwam er een ontsluiting naar de Raadhuislaan en werd de (gammele) brug over de Spoorsloot gesloopt. Zo ontstond toen de Molenbuurt en het Molenpad.
Bron: informatiebord aan het Molenpas, dec. 2015.
-----

Prent uit 1694-1696, Westfries Archief, zonder inv.nr..
De prent is uitgegeven in het kader van een loterij die in of kort na 1694 werd uitgeschreven voor de slachtoffers van de dorpsbranden in 1681 en 1694. Afgebeeld is de brand in 1694. Het lijkt me sterk dat de tekenaar bij de brand zelf was. Hij zal daarna bij de Kerksloot aan de zuidzijde van de Tocht zijn gaan zitten om de omgeving vast te leggen en heeft de brand er bij gecreëerd.
De linkermolen is De Ruiter. Op de achtergrond de nog bestaande kerk van Grootebroek. Perspectivisch klopt alles goed. De 4 hoge teerlingen van de molen die ruim 100 jaat later ook op de kadastrale kaart staan, zijn goed zichtbaar. Rechts de molen te Bovenkarspel.
Pim van der Wijk, 23 juli 2016.