Molen Polder Reeuwijk, Eerste Rijnmolen, Bodegraven

Bodegraven, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Reeuwijk, Eerste Rijnmolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01214 c
oude dbnr.
V3219
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01214 c Polder Reeuwijk, Eerste Rijnmolen (Bodegraven)
Ansichtkaart: collectie H. Roest,
Op de voorgrond molen 1, in de verte molen 2, dbnr. 6131

locatie

plaats
Bodegraven
plaatsaanduiding
aan de Molenvliet o.z. bij het verlaat
gemeente
Bodegraven-Reeuwijk, Zuid-Holland
streek
Rijnland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zwammerdam A (3) 1109 De Polder van Reeuwijk Cum Siusk [?]
geo positie
X: 110333, Y: 455211
N: 52.08337, O: 4.73555

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting

Scheprad 6,00 m Ø, 57 cm breed

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
27,60 m
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
De Prins van Oranje ✉︎ 1133 1877 1877? 1891c
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1891 onttakeld ca. 1964 romp gesloopt
geschiedenis

Tot 1543 waterde de Polder Reeuwijk op natuurlijke wijze in zuidelijke richting af op de Hollandse IJssel. Door dichtslibben daarvan werd dat steeds moeilijker, zodat de Heer van Voshol, Wolfert van Brederode, op 4 augustus 1543 toestemming vroeg om zoveel molens als nodig zou blijken, te bouwen om het water op de Oude Rijn te lozen. Op 14 oktober 1543 werd dit door het Hoogheemraadschap Rijnland onder voorwaarden toegestaan.

In 1544 werd de Reeuwijkse Molenvliet gegraven als toeleidingskanaal voor twee molens die toen werden gebouwd, Tenbruggencatenummer 06904 s en Tenbruggencatenummer 06904 q. Hierdoor werd De Dronen afgesneden van de Binnenpolder (Tenbruggencatenummer 00047), door een grondduiker kon het water toch naar de Binnenpolder blijven stromen.

In 1562 werd een derde Rijnmolen geplaatst, Tenbruggencatenummer 06904 r, omdat er door de te kleine capaciteit van de twee molens heel wat onderbemalingen waren gemaakt die de overige landen in watersnood brachten.

In 1577 moesten de drie molens worden herbouwd nadat ze door oorlogsgeweld waren verwoest.

Toen in 1608 Sluipwijk toestemming kreeg om een molen te plaatsen aan de Breevaart o.z., werd één van de Reeuwijkse Rijnmolens ook daarheen verplaatst om voortaan op de Hollandse IJssel te gaan uitmalen. Zie Tenbruggencatenummer 08074

Vanaf 1624 nam de achterste Rijnmolen tevens de bemaling van De Dronen over omdat de grondduiker teveel problemen bleef geven. Daartoe werden een wetering en een duiker met wachtdeur aangelegd. Het blok De Vrije Nes (Tenbruggencatenummer 06486 t) kreeg een eigen onderbemaling.

Rond 1658 werd één van de beide overgebleven Rijnmolens (vermoedelijk de 3e) vervangen door een achtkante molen van grotere capaciteit. De achtkante molen werd in Noord-Holland gekocht, afgebroken en bij het Verlaat weer opgebouwd.

In december 1672 werden alle drie Reeuwijkse molens door de Fransen verwoest en in brand gestoken. In 1674 werden er vanwege de kosten slechts twee herbouwd. Aangezien er later toch weer twee Rijnmolens en de Reeuwijkse molen stonden, moet er later nog een extra zijn herbouwd.

Op 1 juni 1753 brandde de resterende wipmolen bij het Reeuwijkse Verlaat (Tenbruggencatenummer 06904 q) af, en werd daarna vervangen door een achtkante molen. Na onenigheid met een molenmaker uit Woerden, bouwde de Boskoopse molenmaker Dirk van Grieken de molen voor ƒ 5797.

Pas in 1842-1844 werd er na ruim 20 jaar gesteggel, door de veenderijen de Tempel en Broekvelden en Vetterbroek voor de Polder Reeuwijk weer een derde Rijnmolen (Tenbruggencatenummer 01214 e) geplaatst, op de oostelijke hoek van Warmoeswetering en de Molenvliet. Tevens betaalden zij aan Reeuwijk ƒ 4000 en kregen daarvoor het recht op vrije waterlozing op Reeuwijk.

De drie Rijnmolens maalden uit via de Molenvliet op de Oude Rijn. In 1891 werd besloten een stoomgemaal van 50 pk te stichten om het peil verder te kunnen verlagen. Na het gereedkomen van het gemaal werden de twee zuidelijkste molens buiten bedrijf gesteld en later gesloopt. De zuidelijkste werd rond 1897 afgebroken en daarna verplaatst.

De noordelijkste molen (de molen op de voorgrond op de foto) en de Reeuwijkse molen bij het Dubbele Verlaat in Gouda bleven nog in bedrijf. Deze twee zijn later grotendeels gesloopt, waarbij de stomp bij het stoomgemaal dienst bleef doen als woning voor de machinist. Deze stomp werd in of omstreeks 1964 gesloopt en vervangen door een bungalow. Op de ansicht is de zuidelijkste molen al verdwenen, terwijl de middelste zo te zien buiten bedrijf is. Als je goed kijkt zie je rechts bij het hek naast de noordelijkste molen de waterloop van het stoomgemaal, dat gebouwd werd waar van 1544 tot 1608 één van beide eerste molens gestaan had.

Bronnen:
- De waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid-Holland door L.F. Teixeira de Mattos, 1906. Met dank aan H. van der Kaay.
- Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland, A. Bicker Caarten, 1990.
- De Viersprong molenbijlage bij nr. 51, 1997, Historische Vereniging Alphen aan den Rijn.
- Het ambacht Zwammerdam door W. van Tuyl, 1998.
- Informatie ingezonden door Hans Roest. Bron: Erwin Esselink.
- De drie levens van één molen (1) door J.S. Bakker, artikel in Molenwereld sept. 2007.
MHO

aanvullingen

trivia

Molen van de polder Reeuwijk

Dirk den Blijker was de laatste molenaar van deze molen, afkomstig van de Derde Rijnmolen nadat die gesloopt was. Op de foto staan Jan Piet, zijn zoon, zusje Gre en Leendert.
De staart was van ijzer van de firma Pot, volgens Frans Weemaes zou er in Zeeland een molen geweest zijn met eenzelfde ijzeren staart.

Informatie van Leo van der Vlist