Molen Het Zwarte Kalf, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Zwarte Kalf
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01110 d
oude dbnr.
V2040
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01110 d Het Zwarte Kalf (Zaandam-Oost)
Ansichtkaart nr. 103 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Aan en benoorden de Poel, waar zich nu de extractiefabriek van Schoemaker bevindt.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam A (1) 401 De Wed. Jan Vis, particulier
geo positie
X: 116780, Y: 498340
N: 52.47146, O: 4.82472

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
versieringen
Het Zwarte Kalf had een eenvoudige baard met krullen, met daarop geschilderd de jaartallen "1649 1908".

Op de steenwielkist, die in het zuidwestveld van het achtkant zat, was de naam van de molen geschilderd.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De oliemolen het Zwarte Kalf is gebouwd in het jaar 1649. Wie de bouwheer was is niet bekend, het bouwjaar is bekend doordat het op de baard van de molen was geschilderd.
Op 25 augustus 1674 wordt het testament van Adriaan Pietersz. van der Ley gemaakt, hierin komt o.a. voor:”een negende part in den oliemolen op het Kalf, genaamd het Zwarte Kalf”.
In het begin van de achttiende eeuw behoort het Zwarte Kalf toe aan de firma Baes en Stokvis. Naast het Zwarte Kalf behoren ook de Zaandijker oliemolen “de Zoeker” en de aan de Braakdijk gelegen oliemolen “het Leven” tot hun bezit. De familie Baes sloeg sinds de oprichting van de Zoeker in 1676 reeds olie met deze molen, later gaan zijn dus een compagnieschap aan met Jan Pz. Stokvis.
De firmanten laten de lading van hun drie molens op 14 juni 1727 verzekeren bij het op die dag opgerichte olieslagerscontract. 6 jaar later, op 1 juli 1733, worden ook de molens zelf tegen brand verzekerd. Nu gebeurt dit op naam van Jan Pietersz. Stokvis.
Na het overlijden van Jan Stokvis, komen de drie molens in bezit van zijn schoonzoon Jan Dirksz. Vis uit Zaandijk.
Deze bezat reeds de oliemolens “de Jonge Prins”, “de Oranjeboom” en “de Oude Wolf”, allen te Oostzaandam. In 1764 kocht hij ook de aan de Kalverringdijk staande oliemolen “de Wind”, op wiens plaats later de Zoeker weer komt te staan. In 1792 overlijdt Jan Dzn. Vis, zijn bezit ging over naar zijn zoon Dirck Jansz. Vis. Dirck Vis overlijdt echter twee jaar na zijn vader, waardoor zijn 10 jarige zoon Jacob Vis eigenaar werd van het gehele bezit. Als hij meerderjarig is zet hij de zaken voort en laat de firma groeien. Het bezit werd uitgebreid met de Wormerveerder oliemolens “de Rode Wildeman” en “de Ram” en de op de Hemmes staande oliemolen “de Roggebloem”. Het Leven was in 1800 verbrand. Als hij trouwt neemt zijn vrouw nog drie pelmolens mee, “de Jonge Kuiper”, “de Wildeman” en “de Veering”, allen gelegen in Koog aan de Zaan. Na het overlijden van Jacob Vis in 1828, gaat zijn weduwe Aaltje van Bergen een compagnieschap aan met vier van haar zonen. In 1836 besluiten zij om ieder hun eigen weg te gaan en wordt het grote bezit van wijlen Jacob Vis verdeeld. Jacob Vis en Aaltje van Bergen hadden tien kinderen, waardoor er dus niet veel overbleef.
Het Zwarte Kalf komt samen met de Roggebloem in handen van de zesde zoon, Jacob Jacobsz. Vis. Naast de olieslagerij had Vis een handel in granen, zaden en peulvruchten, die hij samen met een zwager runde.
Als in 1869 Jacob Vis overlijdt, worden de zaken geliquideerd.
Kort voor het begin van de twintigste eeuw wordt het Zwarte Kalf gekocht door Jan Huysman uit Koog aan de Zaan. Wanneer de meeste fabrikanten hun molens afstoten, begint Huysman nog een nieuwe olieslagersfirma. In korte tijd kocht hij de oliemolens “de Zaadzaaier”, “de Prolpot”, “de Oude Zwan”, “de Zeeman” en “de Oranjeboom”, alle gelegen op en rond de Hemmes in Oostzaandam. Met deze onderneming wordt het begin gelegd van de firma die tegenwoordig bekend staat als ADM Cocoa, voorheen Cacao de Zaan. Eerst verwerkt Huysman gewoon lijnzaad op deze molens, later, na 1912, worden zij gebruikt voor de verwerking van cacao afval. Jan Huysman blijft tot 1908 werken met het Zwarte Kalf. De molen werd op 8 december 1908 uit het OC geschreven, waarna hij in bezit komt van de Koger ex-molenmaker Pieter Boorsma.
Boorsma had een machine ontwikkeld die uit cacao afval, de doppen, kiemen en het gruis kon scheiden. Samen met zijn zwager Hendrik Evenblij richtte hij een firma op. De machine van Boorsma werd in de schuur van het Zwarte Kalf geplaatst, waarna de molen een grote opknapbeurt kreeg, er kwamen twee nieuwe ijzeren roeden en er werd een nieuwe windpeuling geplaatst. Uit de afval dat in de schuur werd gesorteerd werd sindsdien met het Zwarte Kalf cacao boter geslagen. De sorteermachine werd aangedreven door een gasmotor.
Boorsma droeg voortaan zorg voor de inrichting van de molen en het moderniseren van de machines, Hendrik Evenblij regelde de zakelijke kanten van de onderneming.
In de loop der jaren werd het Zwarte Kalf aanzienlijk uitgebreid. Aan de westkant van de molen werd een petroleummotor geplaatst, die voor de aandrijving zorgde bij windstil weer, verder komt er een losinrichting.
De zaken gaan zeer goed, met een teruggang tijdens de eerste wereldoorlog. In 1922 echter besluiten Boorsma en Evenblij om de zaak te liquideren. Als ze door waren gegaan met hun onderneming hadden zij spoedig afscheid moeten nemen van de molen en op zoek gemoeten naar een nieuw bedrijfspand of de molen moeten slopen. Met het geld dat de beide zwagers verdiend hadden, was het mogelijk om in een sobere stijl te rentenieren. Boorsma is later een van de oprichters van de vereniging de Zaanse Molen.
Op zondag ochtend 14 september 1924, omstreeks negen uur, raakt het Zwarte Kalf door onbekend oorzaak in brand. Binnen een half uur is het gedaan met de molen en stort hij zich ter aarde. De brandweer weet echter wel de schuur van het Zwarte Kalf te behouden. Deze werd later gekocht door de firma Schoemaker, een extractiebedrijf. De oude molenschuur heeft tot augustus 1965 aan de Poeldijk gestaan en is toen gesloopt. De fabriek die op het erf van de molen staat heet nog steeds het Zwarte Kalf.



Bronnen:
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz.134
“Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 738-739
“Het Olieslagerscontract” R.Couwenhoven 2002 blz. 50,107
“Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T.Neuhaus 1987 blz.57
“de Zaende” 1e jaargang 1946 blz. 56
“Levensbericht van Pieter Boorsma” F.Mars 1963 blz. 5-9
“Brandalarm” H.L.M. van Heynsbergen 1945 blz. 13-15
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 124



informatie F.Rol

aanvullingen

trivia
Omstreeks 1995 worden er grondwerkzaamheden verricht bij het Zwarte Kalf, tot grote schrik van de directie van Schoemaker, wordt er veel rode aarde opgegraven waarvan men in eerste instantie denkt dat het verontreiniging is. Later blijkt dat ze hebben gegraven in een oude askuil van de molen. In deze kuil werd vroeger alle as afkomstig uit de vuisters gestort, doordat men op turf stookte verklaart dat de vreemde kleur van de aarde.

Na de brand werden twee stukken gebroken roed tot één gelast, deze roed ging later weer dienst doen in de Zaandijker oliemolen "de Zoeker".
-----

Leidsche courant van 15 sept. 1924:
"Molenbrand te Zaandam
Zondagmorgen te 9 uur heeft aan den Kalverringdijk te Zaandam een molenbrand plaats gehad, waardoor het toch reeds geringe aantal molens langs de Zaan weder met een is verminderd.
Ditmaal is de oude oliemolen "Het Zwarte Kalf", dateerende van 1649 en thans in gebruik om cacaodoppen en afval te verwerken als slachtoffer van het vuur gevallen.
In den molen, die door een grooten petroleummotor werd gedreven was Zaterdagnacht tot 12 uur gewerkt terwijl Zondagmorgen te kwart over acht een waker nog een ronde door den molen heeft gedaan. Drie kwartier later werd de brandweer gealarmeerd en stond de molen waarin, behalve de licht ontvlambare cacaodoppen, zich eenige vaten petroleum en een groote partij turf bevonden in lichte laaie. De aan het Kalf recht tegenover den brandende molen gestationneerde drijvende motorspuit gaf het eerst water. Voor de overige motorspuiten was het terrein zeer moeilijk te bereiken doch de brandweer slaagde er spoedig in deze per zolderschuit over het breede water 'de Poel' te brengen.
De groote autospuit van de vrijwillige brandweer wist in een minimum van tijd 300 meter slang door 'de Poel' te leggen, waardoor het mogelijk werd om de autospuit die op 400 meter van den brand stond, in werking te stellen. Te ongeveer halftien stortte deze oude reus onder hevig gekraak inelkaar.
Van de aangrenzende pakhuizen kon slechts een klein gedeelte worden behouden.
In den molen die de laatste jaren het eigendom was van de firma T. Oly en Comp. te Zaandijk werd met het 3-ploegenstelsel gewerkt."