Molen De Herder, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Herder
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01107 f
oude dbnr.
V3685
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01107 f De Herder (Wormer)
Foto: verzameling F. Rol, opname 1900

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
aan het Zwet, iets ten westen van het dorp Jisp.
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormer en Engewormer C (1) 345 Johannes Wildschut
geo positie
X: 117940, Y: 502350
N: 52.50758, O: 4.84135

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
geschiedenis
De Herder is gebouwd in het jaar 1695.
De windbrief voor deze molen werd op 3 maart van dat jaar uitgereikt aan Jan Maertensz. Mol.
De Herder werd op 21 mei 1699 tegen brand verzekerd door de zoon van Jan Mol, Maerten Jansz. Mol.
Bij een landverkoop in 1708 wordt de molen genoemd, "uit de nalatenschap van Guurtje Jans Paaij, een stuck lant ten Oosten de Herder".
Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 17 juni 1727 wordt de Herder hierin opgenomen door Simon Bethlehem, welke ook de Jisper oliemolen "de Ketel" in zijn bezit heeft.
Uit de hoogte van het bedrag dat bij brand moet worden uitgekeerd aan een collega, valt op te maken dat de Herder een enkelwerks oliemolen is, later wordt de molen verbouwd tot een dubbele oliemolen.
Simon Bethlehem zal hierna zijn molenbezit uitbreiden met o.a. de volgende oliemolens, "de Meeuw", "de Walvisch", "de Bethlehem" en "de Bruinvisch", allen gelegen te Wormer en Jisp. Later worden de zaken voortgezet door Cornelis Simonsz. Bethlehem.
De opstal van de molen werd pas op 3 mei 1783 bij het olieslagerscontract verzekerd.
Na het overlijden van Cornelis Bethlehem in 1792 worden zijn molens geveild en verkocht. De boedelscheiding laat de waarde van de molens zien.
De Bethlehem werd getaxeerd op Fl.4000,-, De Ketel, de Walvisch en de Herder ieder op Fl.6000,- de Meeuw op Fl.5500,- en de Bruinvisch op Fl.7000,-.
In het begin van de negentiende eeuw komt de Herder in handen van Willem Couwenhoven uit Jisp, die ook burgemeester van die plaats was. Later gaat hij een vennootschap aan met Cornelis Boom onder de firmanaam Couwenhoven & Boom.
Naast “de Herder”, malen ook de oliemolens “de Bruinvisch”, “de Walvisch” en “de Veerschuit” voor deze firma.
Een aantal van deze molens kwam uit de nalatenschap van Cornelis Bethlehem, dit was niet heel vreemd omdat Willem Couwenhoven was getrouwd met de dochter van Bethlehem.
In 1824 verkocht Couwenhoven de Herder aan Johannes Wildschut, die eveneens het ambt van burgervader van het dorp Jisp had bekleed.
Later gaat de onderneming van Johannes Wildschut, de firma Wildschut & Co. heten.
Ook de Jisper oliemolen “de Walvisch” valt onder deze firma.
Na het overlijden van Johannes Wildschut in 1845 wordt hij opgevolgd door zijn 3 zoons, van wie er in 1859 2 sterven aan de pokken.
De overgebleven zoon Cornelis Wildschut zette de zaken voort en breidt het molenbestand in 1881 uit met de aan de Zaan gelegen oliemolen “de Mol”. Op 19 juli 1884 woedde er brand in de Herder, dit had geen gevolgen voor de molen, het olieslagerscontract keerde een bedrag van Fl. 639,- uit aan de firma Wildschut.
In 1903 overlijdt Cornelis Wildschut waarmee er een einde komt aan het molentijdperk van de firma.
Op 16 maart 1904 werd de Herder uit het olieslagerscontract geschrapt en in juni 1904 begint de firma de Boer uit Oostzaan met de afbraak van de molen.
Tijdens de sloop van de molen wordt een twintig jarige werknemer van deze firma geraakt door een vallend stuk hout waardoor hij ter plekke overlijdt.
Het achtkant van de Herder wordt nog in hetzelfde jaar herbouwd in het Utrechtse Willeskop, waar de molen wordt ingericht als meelmolen.
Aldaar is de molen tot 1941 op windkracht in bedrijf.
In 1949 verliest de Herder zijn wiekenkruis en staartwerk en wordt hij opgenomen in het naastgelegen veevoederbedrijf om als silo te functioneren.
In 1986 zijn achtkant en kap voor de tweede maal afgebroken en verplaatst naar Medemblik om daar herbouwd te worden.

Het schurencomplex van de Herder was uniek, geen enkele molen in de Zaanstreek bezat zulke typisch gebouwde schuren.
Aan het Zwet op het molenerf liggen nog steeds de molenstenen van de Herder.

Zie voor meer info over de Herder database nummers 1067 en 3836 van de verdwenen molendatabase of nummer 680 van de molendatabase.


Bronnen:
“het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 43, 107, 111
“Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
“Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz.188
“Molens te Jisp” J. Klopper Jbz. 1992 blz. 71-75
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T. Neuhaus 1987 blz. 102
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T. Neuhaus 1987 blz. 51

Informatie van F. Rol.

aanvullingen

trivia
De twintigjarige werknemer die bij de sloop geraakt werd door een vallend stuk hout waardoor hij ter plekke overleed, was de 22-jarige Pieter Klut, geboren te Oostzaan. Hij overleed op 24 juni 1904 om 11.15 uur (Overlijdensbericht – Open archief / Noord-Hollands Archief).
Caroline Schaeffer, 27 mei 2021.
-----

De molen is in 1695 te Wormer gebouwd waar hij dienst deed als oliemolen.
Een windbrief werd op 3 maart 1695 verleend aan Jan Maertensz Mol.

Op 21 mei 1699 werd één der assurantiecontracten opgenomen 'De Harder', ten name van Maerten Jansz, Mol.
In 1709 werd verkocht, als behorende tot de nalatenschap van Guurtje Jans Paaij, 'een stuck lant ten Oosten de Herder'.
De molen komt, behalve in oudere contracten, ook voor in het olieslagerscontract. Hij werd gesloopt in 1904 en stond aan de Zwet nabij het dorp.
Een Zaans krantenberichtje uit 1904 meldde.

'Eenige zoon. Vrijdag j.l. werd te Wormer een ruim twintigjarig ongehuwd werkman bij het sloopen van den molen 'De Herder' zoodanig door een vallend stuk hout getroffen, dat hij bijna onmiddellijk op de plaats dood bleef. De getroffene was in dienst van de firma Gebr. de Boer, van Oostzaan. Zijn vader, die eveneens bij het sloopen werkzaam was, verliest in hem zijn eenigen zoon.

Een stukje gezinstragiek van alweer zo'n 100 jaar geleden uit het 'Zaanse Streekblad' van 1 juli 1904.
In 1904 werd de molen afgebroken en overgeplaatst naar Willeskop. Aldaar in opdracht van Cornelis Sluis door molenmaker Jaap Rietveld uit Hoenkoop herbouwd en als korenmolen ingericht. Eigenaar Sluis was een molenaar afkomstig uit de omgeving mogelijk van Harmelen.
Deze verkocht de molen aan C.J. van Dijk van oorsprong een boerenzoon. Molenaars waren in die tijd eerst ene Oorschot, afkomstig uit de omgeving van Moerkapelle , die later vertrok naar de korenmolen van Woerden en werd opgevolgd door ene De Vlaming.

Begin 19e eeuw kwam ‘De Herder’ met ‘De Walvisch’, een oliemolen die tot 1908 in Jisp stond, in handen van Johannes Wildschut, burgemeester van de laatstgenoemde plaats.
Deze Johannes Wildschut, overleden in 1845, had drie zoons, Adriaan, Cornelis en Willem.
Toen Willem in 1859 aan de pokken overleed, bracht broer Adriaan hem tegen iedere aanraden in een bezoek. Dit werd hem noodlottig: enkele maanden na Willem overleed ook Adriaan aan de pokken, zodat Cornelis nu de olieslagerij alleen in handen had. Opmerkelijk is, dat deze ervaren olieslagersfamilie de hele 19e eeuw bleef doorgaan met windkracht, hoewel vooral ‘De Herder’ bij storm en winterweer moeilijk bereikbaar was. Pas in 1903, na de dood van Cornelis Wildschut, werd de bouw van een stoomolieslagerij aanbesteed en in 1904 volgde de sloop en de verplaatsing naar Willeskop.
informatie uit De Molenaar nr88 (1985)